Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert eiser, een mede-eigenaar van een pand, betaling van dwangsommen van de publiekrechtelijke rechtspersoon BSGW (BelastingSamenwerking Gemeenten en Waterschappen) naar aanleiding van een ambtshalve genomen beslissing tot vermindering van gemeentelijke heffingen. Eiser heeft in 2019 een aanslag gemeentelijke heffingen ontvangen, waartegen zij geen bezwaar heeft aangetekend. Na een verzoek om vermindering van de heffingen, heeft BsGW op 2 februari en 12 maart 2020 de aanslagen verminderd. Eiser stelt dat de Wet Dwangsom van toepassing is, maar BsGW betwist dit en stelt dat de beslissing ambtshalve is genomen, waardoor de wet niet van toepassing is.
De kantonrechter oordeelt dat de Wet Dwangsom niet van toepassing is op ambtshalve genomen besluiten, ook niet als daar een aanvraag aan ten grondslag ligt. De kantonrechter concludeert dat de beslissing van BsGW een ambtshalve beslissing betreft en dat eiser geen recht heeft op de gevorderde dwangsommen. Daarnaast wordt overwogen dat de enkele overschrijding van de beslistermijn door een bestuursorgaan niet automatisch leidt tot onrechtmatige daad. Eiser heeft geen schade aangetoond die voortvloeit uit de termijnoverschrijding, aangezien de gemeentelijke aanslagen zijn verminderd en terugbetaling heeft plaatsgevonden. De vordering van eiser wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.