ECLI:NL:RBLIM:2021:3803

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 april 2021
Publicatiedatum
3 mei 2021
Zaaknummer
C/03/263803 / HA ZA 19-224
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van eiswijziging en eisvermeerdering in civiele procedure met betrekking tot perceelgrenzen en onderhoudsverplichtingen

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 28 april 2021 een vonnis gewezen in de zaak tussen twee partijen die betrokken zijn bij een geschil over perceelgrenzen en onderhoudsverplichtingen. De eisers in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.H. Liebregts, hebben hun eis gewijzigd en vermeerderd na een tussenvonnis van 4 maart 2020. De rechtbank heeft de procedure gevolgd en diverse producties en getuigenverhoren in overweging genomen. De eisers vorderen onder andere de verwijdering van ophogingen op hun perceel, het snoeien van hagen en bomen, en vergoeding van kosten voor herstel van schade aan hun eigendommen. De gedaagden in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.P.H. Vissers, hebben bezwaar gemaakt tegen de eiswijzigingen en -vermeerderingen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat sommige wijzigingen toelaatbaar zijn, terwijl andere in strijd zijn met de goede procesorde. De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling en het plannen van een nieuwe descente. De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken op 28 april 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/263803 / HA ZA 19-224
Vonnis in hoofdzaak van 28 april 2021
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. T.H. Liebregts,
tegen

1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] ,

2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. N.P.H. Vissers.
Partijen zullen hierna (gezamenlijk) [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , (afzonderlijk) [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , en (gezamenlijk) [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] , afzonderlijk [gedaagde in conventie, eiser in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 4 maart 2020
  • de akte uitlating van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van 1 april 2020
  • het B5-formulier van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van 1 april 2020
  • de akte overlegging productie 38 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van 11 december 2020
  • de akte eiswijziging en eisvermeerdering van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] van 11 december 2020
  • de akte in het geding brengen bewijsstukken (ex 5.5 van het vonnis 4 maart 2020) van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] met producties 12.1 tot en met 12.7 van 11 december 2020
  • het bezwaar tegen akte overlegging productie en bezwaar tegen akte eiswijziging en eisvermeerdering van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] van 11 december 2020
  • het proces-verbaal van getuigenverhoor, gehouden op 16 maart 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vordering in conventie

2.1.
Bij akte van 11 december 2020 hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] na tussenvonnis hun eis gewijzigd en vermeerderd. De rechtbank vermeldt hieronder de nieuwe eis, waarbij de wijzingen en vermeerderingen ten opzichte van de oorspronkelijke vorderingen, blijken uit de onderstrepingen die door de rechtbank zijn aangebracht. Thans vorderen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad
voor recht verklaart dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onbezwaard eigenaar zijn van het gehele perceel aan de [adres] , [woonplaats] , kadastraal bekend als [kadasternummer] ;
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, al hun zaken op het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
met inbegrip van de haag, te verwijderen en verwijderd te houden en ter vrije en algehele beschikking van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te stellen, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag dat zij dit nalaten;
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, de
ophoging op het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te verwijderen en de strook derhalve terug te brengen tot maaiveldniveau, te weten het niveau van de oprit van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
en adequate maatregelen te treffen om de ophoging op hun eigen perceel op te vangen, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag dat zij dit nalaten;
4. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, de haag
voor zover dezenaast het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
staatte snoeien en gesnoeid te houden op een hoogte van maximaal 2 meter gemeten vanaf de oprit van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag dat deze haag hoger is dan deze 2 meter;
5.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis, de haag voor zover deze over het perceel van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hangt te snoeien en gesnoeid te houden, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag dat deze haag over het perceel van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hangt;
6. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt de in het rapport van [naam] genoemde bomen te snoeien en gesnoeid te houden, zoals vermeld in het bomenrapport van 25 juli 2018 voor het eerst binnen 7 maanden na betekening van het vonnis en daarna iedere 3 jaar zoals in het rapport is opgenomen, op straffe van een dwangsom ter hoogte van
€ 1.000,00 per dag dat hij dit nalaat;
7.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt tot verwijdering van de achterste leiboom op hun perceel, naast de oprit van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , en het verwijderd houden van bomen binnen 50 centimeter van de erfgrens, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag dat zij dit nalaten;
8. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt alle zaken van de garagemuur en schutting van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te verwijderen en verwijderd te houden en eventuele daaruit voortvloeiende schade te herstellen op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 1.000,00 per dag dat zij dit nalaten;
9. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] veroordeelt tot vergoeding van de kosten voor herstel van de garagemuur van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , te voldoen binnen 14 dagen na het eerste verzoek daartoe van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , en indien voldoening niet binnen 14 dagen na dit verzoek plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na het verzoek tot aan de dag der algehele voldoening;
10. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten die [eisers in conventie, verweerders in reconventie] redelijkerwijs heeft moeten maken, ter hoogte van € 1.670,75 en indien voldoening niet binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
11. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis en, en indien voldoening niet binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
2.2.
Bij gelegenheid van het getuigenverhoor van 16 maart 2021 heeft de rechtbank een nadere toelichting gevraagd aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op de eiswijziging en eisvermeerdering. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben toegelicht dat vordering 5 (snoeien haag) subsidiair bedoeld is ten opzichte van vordering 2 (verwijderen haag). [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben verklaard dit te begrijpen. Een en ander blijkt uit pagina 7 van het proces-verbaal van het getuigenverhoor van
16 maart 2021.

3.De verdere beoordeling

in conventie
Bezwaar tegen productie 38
3.1.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hebben bezwaar gemaakt tegen het moment van indiening van productie 38 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] bij akte van 11 december 2020.
3.2.
Zoals blijkt uit het proces-verbaal van het getuigenverhoor van 16 maart 2021 heeft de rechtbank bij die gelegenheid dit bezwaar verworpen. Productie 38 maakt dus deel uit van het procesdossier.
Bezwaar tegen de eiswijziging en eisvermeerdering
3.3.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] voeren formeel verweer tegen de eiswijziging en eisvermeerdering. Zij wensen dat de rechtbank zich eerst hierover uitlaat voordat zij inhoudelijk verweer voeren.
3.4.
Met betrekking tot de eiswijziging wijzen [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] erop dat er feiten gesteld worden door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en gereageerd wordt op het tussenvonnis, terwijl het debat over de onderdelen waarvan de wijziging wordt gevraagd al is gevoerd in de processtukken, tijdens de comparitie en de descente. De wijzigingen zijn in dit stadium van de procedure tardief en daarom in strijd met de goede procesorde. [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] zullen immers niet meer in staat zijn om bij gelegenheid van een comparitie en descente hun verweer toe te lichten. Ook leidt een nieuw debat over deze wijzigingen tot een onredelijke vertraging van de procedure.
3.5.
[gedaagden in conventie, eisers in reconventie] verzetten zich ook tegen de eisvermeerderingen. Die nieuwe vorderingen leiden feitelijk tot hele nieuwe procedures met onacceptabele vertraging tot gevolg.
3.6.
De rechtbank oordeelt als volgt.
De rechtbank staat de eiswijziging van vordering 2 (“met inbegrip van de haag”) niet toe. De rechtbank heeft in rechtsoverweging 4.10 van het tussenvonnis van 4 maart 2020 vordering 2 al integraal beoordeeld, ook in relatie tot de haag. Een wijziging van de eis in dit stadium van de procedure is dan ook in strijd met de goede procesorde, omdat dit meebrengt dat de rechtbank voor de tweede keer over dezelfde vordering moet oordelen.
3.7.
De rechtbank ziet geen bezwaar tegen de eiswijziging van vordering 3 (“en adequate maatregelen te treffen om de ophoging op hun eigen perceel op te vangen”). Over de oorspronkelijke vordering is nog geen eindoordeel geveld. Aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is bewijs opgedragen van de stelling dat [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] hun perceel, in het bijzonder de strook grond grenzend aan de garage en de oprit van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , in 2011 hebben verhoogd tot de huidige hoogte. De eiswijziging ligt in het verlengde van de oorspronkelijke vordering en zal daarom worden toegestaan. De rechtbank zal [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de gelegenheid stellen hierop nog inhoudelijk te reageren.
3.8.
De rechtbank is van oordeel dat de eiswijziging van vordering 4 (“voor zover deze (…) staat”) op het eerst gezicht zodanig neutraal lijkt ten opzichte van de oorspronkelijke vordering dat het formele bezwaar wordt afgewezen. De eiswijziging wordt dan ook toegestaan. De rechtbank zal [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de gelegenheid stellen hierop nog inhoudelijk te reageren.
3.9.
De rechtbank staat de nieuwe vordering 5 toe. Deze nieuwe vordering ligt in het verlengde van vordering 4 waar nog geen eindoordeel over is gegeven. Van strijd met de goede procesorde is dan ook geen sprake. De rechtbank zal [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de gelegenheid stellen hierop nog inhoudelijk te reageren.
3.10.
De rechtbank staat tot slot ook de nieuwe vordering 7 toe, ondanks dat de verwachting is dat voor de beoordeling van deze vordering een nieuwe descente noodzakelijk is. Hoewel dit vertraging van de procedure tot gevolg heeft, acht de rechtbank die vertraging niet van dien aard dat sprake is van strijd met de goede procesorde. Daarbij heeft de rechtbank betrokken dat partijen niet gebaat zijn bij een nieuwe procedure over deze vordering. De rechtbank zal [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de gelegenheid stellen hierop nog inhoudelijk te reageren. De rechtbank zal verder de zaak naar de rol van 26 mei 2021 verwijzen voor opgave verhinderdata aan de zijde van beide partijen voor het (mogelijk) plannen van een nieuwe descente.
in conventie en in reconventie
3.11.
In afwachting van de door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te nemen akte inhoudelijke uitlating eiswijzigingen vorderingen 3, 4, 5 en 7, de opgave van de verhinderdata van partijen en de contra-enquête in conventie aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] houdt de rechtbank iedere verdere beslissing in conventie en in reconventie aan.

4.De beslissing

De rechtbank
in conventie
4.1.
verwijst de zaak naar de rol van
26 mei 2021voor akte inhoudelijke uitlating eiswijzigingen vorderingen 3, 4, 5 en 7 aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ;
4.2.
verwijst de zaak naar de rol van
26 mei 2021voor opgave verhinderdata aan de zijde van beide partijen voor het (mogelijk) plannen van een nieuwe descente over de periode juli 2021 tot en met april 2022;
4.3.
verstaat dat op 4 juni 2021 om 09.30 uur de contra-enquête plaatsvindt aan de zijde van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] ;
in conventie en in reconventie
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2021. [1]

Voetnoten

1.type: me