4.5.Het is de rechtbank een raadsel welk deel van het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde moet worden afgewezen omdat, zoals [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt, hij volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] 6 % aan haar heeft betaald, maar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vergeet dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] 44% aan de ex-partner van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft betaald.
4.6.0.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] merkt verder op dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in productie 11 dagvaarding slechts haar visie geeft op het vonnis, “
hetgeen geen wet is”. “
De rechtbank heeft partijen hoofdelijk veroordeeld tot het betalen van de restschuld. Uitgangspunt is dus dat partijen dit bij helfte dienen te voldoen. Enige verdeelsleutel is onbegrijpelijk. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is overigens te allen tijde bereid geweest om een regeling te treffen. Een bedrag van meer dan € 100.000,00 is echter buiten alle proporties.”.
4.6.1.De rechtbank gaat hieraan voorbij, nu in de onderhavige procedure ter beoordeling voorligt de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gemaakte afwijkende afspraak over hun onderlinge draagplicht ter zake de hypothecaire geldleningen.
4.7.0.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft welke overeenkomst dan ook betwist en is van mening dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] na het uiteengaan van partijen een vordering tot verdeling had moeten indienen, hetgeen zij niet heeft gedaan. Het geeft geen pas om na jaren alsnog vorderingen in te dienen (tardief).
4.7.1.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft als producties 3 en 12 door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ondertekende
overeenkomsten/verklaringen overgelegd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet betwist dat hij onder die stukken zijn handtekening heeft gezet. Zonder nadere, maar niet gegeven toelichting, is dan ook niet inzichtelijk wat hij bedoelt met zijn stelling elke overeenkomst te betwisten. Wat hij bedoelt met “tardieve vordering” of dat het geen pas geeft om na jaren alsnog vorderingen in stellen is door het gebrek aan toelichting eveneens zo onduidelijk dat daaraan voorbij wordt gegaan.
4.8.0.Voor zover er wel overeenkomsten zouden zijn gesloten tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dan, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , vernietigt hij deze op grond van dwaling.
4.8.1.Ook hier is het de rechtbank een raadsel op welke wijze deze vernietigingen, zo deze al terecht zijn, in de weg staan aan het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde. Het door haar gevorderde vindt immers zijn grondslag in de hypothecaire leningen die partijen met de Rabobank hebben gesloten. Daarnaast wordt ook aan dit alles voorbij gegaan omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kennelijk een en ander wil verrekenen met de schade die hij beweerdelijk heeft geleden. Die schade laat zich echter niet eenvoudig vaststellen, zodat het beroep op verrekening op grond van art. 6:136 BW wordt gepasseerd.
Vordering 1 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
4.9.0.Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is deze vordering verjaard. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert onder meer aan dat de verjaring bij dagvaarding van 24 juli 2018 (productie 16) is gestuit.
4.9.1.Ingevolge art. 3:307 lid 1 BW verjaart een rechtsvordering tot nakoming van een verbintenis uit overeenkomst tot het geven of doen door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. De vorderingen tot nakoming van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zijn opeisbaar geworden de dag nadat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (maandelijks) het bedrag van € 2.000,00 op de gezamenlijke Rabobankrekening had moeten storten, maar dat niet heeft gedaan. Uit productie 7 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] leidt de rechtbank af dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] laatstelijk op 27 mei 2014 een (zoals het daar is omschreven) “
extra storting van G [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] omwille van achterstalligheid FvE” heeft verricht. Deze vordering is op 28 mei 2014 opeisbaar geworden. Gelet hierop is de verjaringstermijn van 5 jaar met ingang van 28 mei 2019 voltooid. Voor zover [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft beoogd met haar het e-mailbericht van 10 juni 2014 (productie 13) de verjaring te hebben gestuit, dan zou de verjaringstermijn op 11 juni 2019 zijn voltooid.
Anders dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gesteld, leest de rechtbank in de dagvaarding van 24 juli 2018 nergens dat zij een bedrag van € 12.989,88 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert ter zake nakoming van de overeenkomst tussen hen met betrekking tot maandelijkse betalingen, zodat niet kan worden geoordeeld dat die dagvaarding deze vorderingen heeft gestuit.
Nu [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de onderhavige procedure bij dagvaarding van 9 maart 2020 heeft geëntameerd, dat wil zeggen nadat de verjaringstermijn van vijf jaar is volgelopen, moeten de vorderingen op grond van nakoming van de afspraken door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als verjaard worden afgewezen.
4.9.2.Subsidiair heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gesteld dat zij € 12.989,88 onverschuldigd heeft betaald althans ten gunste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betaald en dat zij gerechtigd is dit bedrag als onverschuldigd betaald van hem terug te vorderen. De rechtbank volgt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hierin niet, nu óók [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit hoofde van de hypothecaire geldleningsovereenkomsten met de Rabobank de maandelijkse verplichtingen uit die overeenkomst diende na te komen. Zij heeft deze betalingen dan ook verschuldigd gedaan aan de Rabobank. Zonder nadere onderbouwing, die niet is gegeven, valt niet in te zien dat en waarom deze betalingen jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onverschuldigd zijn gedaan.
4.9.3.Meer subsidiair heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gesteld dat zij door haar betalingen ongerechtvaardigd is verarmd gelijk [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ongerechtvaardigd is verrijkt, reden waarom zij dit bedrag als schadevergoeding van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert. Voor ongerechtvaardigde verrijking is vereist dat een rechtvaardigingsgrond ontbreekt. In dit geval ligt de rechtvaardiging echter in de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overeengekomen afspraken ter zake de maandelijkse betalingen, die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] evenwel niet is nagekomen, zodat om die reden al niet kan worden geoordeeld dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking dan wel verarming.
4.9.4.Uit al het voorgaande volgt dat vordering sub 1 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] moet worden afgewezen.
Vordering 2 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
4.10.0.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dit deel van haar vordering gebaseerd op de overeenkomst tussen partijen van 22 december 2009.
4.10.1.Het enige nog begrijpelijke verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen deze vordering dat nog overblijft na hetgeen hiervoor onder rov. 4.1. tot en met 4.8. is geoordeeld, is dat deze vordering zou zijn verjaard.
4.10.2.Dit deel van vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vloeit voort uit de verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap (te weten de woning). Ingevolge art. 3:178 lid 1 BW kan ieder der deelgenoten te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed vorderen. Dat wil zeggen dat deze vordering niet kan verjaren. Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] faalt om die reden. Vordering 2 ligt dus voor toewijzing gereed.
Vordering 3 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
4.11.0.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft – kort gezegd – als verweer aangevoerd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] erkent dat het grootste deel van het in dat vonnis toegewezen bedrag voor haar rekening komt / haar schuld is. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou dan ook het grootste deel van de proceskosten voor haar rekening moeten nemen, waarmee dit deel van de vordering is beslecht, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] komen de beslagkosten voor rekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , omdat op haar eigendom beslag is gelegd “
en dit beslag ook terecht was aangezien zij in ieder geval een bedrag ad meer dan € 50.000,00 verschuldigd / is was aan de bank uit hoofde van een boeterente.”
4.11.1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft terecht aangevoerd dat alleen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is veroordeeld in betaling van de beslagkosten. Zonder nadere onderbouwing, die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft gegeven, valt dan ook niet in te zien dat en waarom [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou moeten bijdragen aan betaling van de beslagkosten. Dit deel van het door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde (zijnde primair
€ 1.046,16 en subsidiair € 842,04) zal om die reden worden afgewezen. Hierbij wordt nog overwogen dat in de overeenkomst van 22 december 2009 niets staat waaruit is af te leiden dat eventuele kosten na verkoop van de woning ook volgens de in die overeenkomst overeengekomen verdeelsleutel moeten worden gedragen door partijen. Reeds hierom dient het primair gevorderde te worden afgewezen.
4.11.2.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weerspreekt het subsidiair gevorderde niet althans onvoldoende, zodat dit voor een bedrag van (€ 5.483,36 – € 842,04 =) € 4.641,32 zal worden toegewezen. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de gevorderde wettelijke rente hierover vanaf de dag der dagvaarding niet heeft weersproken, zal dat eveneens worden toegewezen.
Vordering 4 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
4.12.0.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft – kort gezegd en onder verwijzing naar haar producties 12 en 13 – gesteld ten gunste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] € 12.300,00 te hebben betaald/voorgeschoten. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op 5 augustus 2014 dienaangaande een schuldbekentenis ondertekend.
4.12.1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft als verweer enkel aangevoerd dat “
als er al een bedrag betaald moet worden (des neen) dan is dat hoogstens € 12.300,00 (...)”.
4.12.2.Nu de rechtbank hierboven vordering 1 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft afgewezen, zal de rechtbank ter zake deze vordering het subsidiair door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde bedrag van € 12.300,00 beoordelen.
4.12.3.Het enkele “
des neen” waarmee [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kennelijk de schuldbekentenis van 5 augustus 2014 betwist is onvoldoende om hem in zijn verweer te volgen. Niet weersproken is dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die schuldbekentenis is aangegaan en dat het op eerste verzoek van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door hem aan haar moet worden betaald. Dit deel van het gevorderde ligt dan ook voor toewijzing gereed. De gevorderde wettelijke rente is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet weersproken. Nu in het lichaam van de dagvaarding deze is gevorderd vanaf 2 augustus 2014 althans de dag der dagvaarding, terwijl bij petitum is gevorderd vanaf 5 augustus 2014 althans vanaf 13 september 2019 althans vanaf de dag der dagvaarding, hetgeen inconsistent is, zal de rechtbank de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding (zijnde 9 maart 2020) toewijzen.
Vordering 5 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
4.13.0.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dit deel van haar vordering gebaseerd op het feit dat zij met eigen
(geherfinancierd) geld de lening van de Rabobank heeft afgelost, daar waar overeenkomstig de overeenkomst van 22 december 2009 haar slechts 105/330 van de schuld van € 330.000,00 aangaat en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] 225/330.
4.13.1.[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft – kort gezegd – betwist een overeenkomst hierover met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te hebben gesloten en dat de afgesproken verdeelsleutel afhankelijk was van het inkomen van partijen.
4.13.2.De grondslag van deze vordering is te vinden in productie 3 dagvaarding, de Overeenkomst verdeling hypotheekverstrekking woonhuis. Die is ondertekend door partijen, zodat bij gebreke van een behoorlijke toelichting op de betwisting door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij deze overeenkomst heeft gesloten, moet worden uitgegaan van het bestaan van de grondslag wat deze vordering betreft.
4.13.3.De stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de verdeelsleutel flexibel was want
inkomensafhankelijk (telkens?) werd berekend, is met niets onderbouwd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had ter zake dan tenminste salaris-/inkomensgegevens en bankafschriften moet overleggen met een verdeelsleutelberekening van de door partijen overgemaakte bedragen, waaruit dit flexibele kan worden afgeleid. Hij heeft het echter gelaten bij een kale stelling met een even zo kaal bewijsaanbod, zodat voorbij wordt gegaan aan zijn stelling dat partijen een flexibele verdeelsleutel hebben afgesproken.
4.13.4.Bij gebreke van een voldoende onderbouwde betwisting van de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemaakte berekening, ligt het gevorderde bedrag voor toewijzing gereed.