ECLI:NL:RBLIM:2021:3798

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 april 2021
Publicatiedatum
3 mei 2021
Zaaknummer
C/03/275078 / HA ZA 20-131
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over mede-eigendom van een merrie en haar nakomelingen met betrekking tot wanprestatie en onrechtmatig handelen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen A, eigenaar van een KI-station en hengstenstal, en B en C, echtgenoten die mede-eigenaar zijn van een merrie. A verkocht de merrie in 2009 op een veulenveiling, maar kocht deze enige maanden later voor 50% terug. De rechtbank moest oordelen of A samen met B en C eigenaar was geworden van de merrie en of de gemeenschappelijke eigendom in 2014 was beëindigd door opzegging door B en C. De rechtbank oordeelde dat A, B en C gezamenlijk eigenaar waren en dat de eigendom in 2014 was beëindigd. Daarnaast werd in reconventie de vraag behandeld of A wanprestatie had gepleegd door met de merrie te fokken, terwijl er een afspraak was om de merrie af te richten voor de springsport. De rechtbank oordeelde dat niet was gebleken dat de merrie als springpaard was bedoeld en dat A niet onrechtmatig had gehandeld. De waarde van de merrie werd vastgesteld op basis van een taxatie door A, en A werd veroordeeld tot betaling van 50% van de waarde van de merrie aan B en C, evenals 50% van de verkoopopbrengst van het eerste veulen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/275078 / HA ZA 20-131
Vonnis van 28 april 2021
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. A.G. van den Biezenbos,
tegen

1.[gedaagde in conventie sub 1] ,

2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
beiden wonend te [woonplaats 2] ,
tezamen gedaagden in conventie,
van wie [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.A.J. Emonds.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, locatie Roermond, van
  • de akte uitlaten voortprocederen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
  • de akte uitlating wijze voortprocederen van [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,
  • de akte uitlaten voorprocederen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] waarbij wordt afgezien van een mondelinge behandeling,
  • de akte uitlating wijze voortprocederen van [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , waarbij wordt afgezien van een mondelinge behandeling,
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie met de producties 11 tot en met 14,
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie (met eisvermeerdering) met de producties 3 en 4,
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] drijft een paardenhouderij met hengsten en een KI-station. [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn echtgenoten.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft in september 2009 de merrie [naam merrie 1] (hierna: de merrie) verkocht op een veiling aan in elk geval [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en in aanwezigheid van [gedaagde in conventie sub 1] voor een bedrag van € 6.890,00.
2.3.
In november 2009 is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] onder betaling van € 3.250,00 door storting van dit bedrag op de rekening van [gedaagde in conventie sub 1] onder vermelding van “aankoop half paard- [naam merrie 1] ” voor 50% mede-eigenaar van de merrie geworden. Een en ander is tussen partijen niet schriftelijk vastgelegd. De merrie is bij de KWPN (Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland) geregistreerd op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als fokker en geregistreerde eigenaar, en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] als geregistreerde eigenaar.
2.4.
In 2013 is uit de merrie de hengst [naam hengst 1] geboren. [naam hengst 1] is verkocht voor
€ 6.500,00.
2.5.
In 2014 is uit de merrie de hengst [naam hengst 2] geboren. [naam hengst 2] is op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als fokker en geregistreerde eigenaar geregistreerd bij de KWPN.
2.6.
In 2017 is uit de merrie [naam merrie 2] (hierna: [naam merrie 2] ) geboren. [naam merrie 2] is op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als fokker en geregistreerd eigenaar geregistreerd bij het Belgisch paardenstamboek Zangersheide.
2.7.
In 2018 is uit de merrie [naam merrie 3] ( [naam merrie 3] ) geboren. [naam merrie 3] is op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als fokker en geregistreerd eigenaar geregistreerd bij het Belgisch paardenstamboek Zangersheide. [naam merrie 3] is verkocht voor € 5.907,00.
2.8.
Bij brief van 2 oktober 2018, gedateerd 6 augustus 2018 (productie 4 dagvaarding), wordt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , als mede-eigenaar van de merrie, aansprakelijk gesteld voor onrechtmatig gebruik van de merrie, waarbij € 44.000,00 wordt gevorderd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] schrijft in die brief verder dat zij per direct de relatie met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] wenst te beëindigen.
2.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] laat de merrie, [naam hengst 2] en [naam merrie 2] taxeren op 13 maart 2019. De merrie wordt getaxeerd op € 3.500,00, [naam hengst 2] op € 3.750, en [naam merrie 2] op € 5.000,00.
2.10.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] deelt bij brief van 12 april 2019 [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] mee dat de kosten van de merrie en haar nakomelingen zijn opgelopen tot € 20.049,33. Hij stelt voor de paarden te verkopen en de opbrengst te verrekenen, zodat door [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] nog een bedrag van € 14.596,13 te betalen is. Op deze brief wordt niet gereageerd.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hoofdelijk te veroordelen om:
voor recht te verklaren dat de gemeenschap inzake het eigendom van [naam merrie 1] en haar nakomelingen [naam hengst 2] en [naam merrie 2] is beëindigd, alsmede:
a. [naam merrie 1] , [naam hengst 2] en [naam merrie 2] toe te bedelen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] .
b. De waarde van [naam merrie 1] , [naam hengst 2] en [naam merrie 2] vast te stellen op in totaal € 12.500,00,
c. [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling van € 15.600,18 (openstaande kosten tot op heden ad € 21.725,18 minus € 6.125,00 (50% van de waarde van [naam merrie 1] , [naam hengst 2] en [naam merrie 2] gezamenlijk, zijnde € 12.500,00).
d. [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling van 50% van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gemaakte kosten met betrekking tot [naam merrie 1] , [naam hengst 2] en [naam merrie 2] , vanaf het moment van dagvaarding tot aan de dag dat [naam merrie 1] , [naam hengst 2] en [naam merrie 2] door de rechtbank in eigendom zijn toegewezen. De maandelijkse kosten voor stalling, onderhoud en verzorging van [naam merrie 1] , [naam hengst 2] en [naam merrie 2] bedragen € 900,00.
e. Betaling van de wettelijke rente over het onder sub c genoemde bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
f. Betaling van 50% van de taxatiekosten ad € 600,00, zijnde € 300,00.
g. Betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 1.200,62 inclusief btw, althans een door de rechtbank vast te stellen bedrag.
h. Betaling van de (na)kosten van het geding vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt bij dagvaarding aan de vordering ten grondslag dat hij en [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] gezamenlijk eigenaar zijn van de merrie - [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor 50% en [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] voor 50% - alsmede van haar nakomelingen. Hij stelt dat ook is afgesproken dat de kosten van zorg en onderhoud van de merrie door elk van partijen voor de helft worden gedragen.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat na mei 2015 door [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] geen betalingen meer zijn verricht. De kosten voor de merrie en drie van haar nakomelingen lopen echter door, zodat hij er belang bij heeft dat de gemeenschap wordt beëindigd en dat de merrie, [naam hengst 2] en [naam merrie 2] aan hem toebedeeld worden. De helft van de getaxeerde waarde van de drie paarden komt toe aan [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , maar dient verrekend te worden met de openstaande kosten.
3.3.
[gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] voeren verweer. [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stellen zich op het standpunt dat enkel [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] deelgenoot is geworden. De merrie is immers geregistreerd op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] . [gedaagde in conventie sub 1] heeft ook nooit betalingen verricht. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan niet ontvangen worden in de vorderingen jegens [gedaagde in conventie sub 1] .
[gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stellen dat de merrie is aangekocht voor de springsport en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zonder overleg de merrie voor de fok heeft aangewend en geen afspraken zijn gemaakt over de nakomelingen.
[gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stellen dat het deelgenootschap met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] per 1 augustus 2014 is ontbonden door opzegging daarvan tijdens een bezoek van hen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en door overdracht van de eigendom. Na die datum zijn, zo stellen [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , ook geen facturen meer ontvangen.
3.4.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vanaf het begin geen overleg heeft gepleegd over de merrie en dat hij daarom en in ieder geval vanaf de inseminatie van de merrie in 2012 onrechtmatig heeft gehandeld jegens de mede-eigenaar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] waardoor zij schade heeft. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] wenst dan ook terugbetaling van het reeds betaalde, vermeerderd met 50% van de waarde van de merrie per 1 augustus 2014. Ook vordert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] aanvullende schadevergoeding omdat met de exploitatie van de merrie als fokmerrie wanprestatie is gepleegd en waardoor (opleiden voor) de springsport met de merrie niet meer mogelijk was.
3.5.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] vordert in reconventie, kort weergegeven en na vermeerdering van eis om bij vonnis:
  • voor recht te verklaren, voor zover dat nog nodig is, dat de merrie wordt toegescheiden aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] van € 27.500,00, wegens wanprestatie juncto onrechtmatige daad,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] van € 7.500,00 wegens overbedeling, vermeerderd met rente,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] van € 27.500,- (merrie) € 3.327,50 ( [naam merrie 3] ) en € 3.250,00 ( [naam hengst 1] ) inzake de verkoop van mede-eigendom van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , en tot betaling van € 10.000 ( [naam merrie 2] ).
  • verwijzing naar de schadestaatprocedure terzake de onrechtmatige waardevermindering van de merrie als sportpaard, onder bepaling van een voorschot van € 50.000,00 te betalen door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen in de kosten van de procedure vermeerderd met rente.
3.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie

Wie zijn eigenaars van de merrie?
4.1.
Partijen zijn het er over eens dat er geen schriftelijke vastlegging is van de afspraken rondom de eigendom en dat de merrie bij de KWPN is geregistreerd op naam van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kunnen aan de registratie bij KWPN niet zonder meer conclusies worden verbonden terzake de eigendom van de merrie. Men kan immers alleen eigenaar worden op grond van in de wet geregelde gevallen en daaronder valt niet eigendomsregistratie bij KWPN.
[gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] betwisten niet dat aankoop van de merrie is betaald vanaf de rekening van [gedaagde in conventie sub 1] (productie 4 bij conclusie van antwoord in conventie), noch dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een bedrag van € 3.250,00 heeft betaald op rekening van “ [gedaagde in conventie sub 1] ” (productie 1 bij dagvaarding) en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de kosten voor verzorging van de merrie in ieder geval tot oktober 2012 heeft gefactureerd aan “ [gedaagde in conventie sub 1] ” dan wel “ [gedaagde in conventie sub 1] ” (vgl. productie 4 bij conclusie van antwoord in conventie) en dat deze facturen alle zijn behouden en betaald. Evenmin wordt door [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] weersproken dat [gedaagde in conventie sub 1] tezamen met [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , dan wel alleen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , of zijn echtgenote, te woord stond. In dit verband wijst [eiser in conventie, verweerder in reconventie] erop dat in 2009 de merrie ook betaald is van de bankrekening van “ [gedaagde in conventie sub 1] ”. Uit al deze feiten heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] mogen afleiden dat [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] tezamen de merrie kochten en daarvan mede-eigenaar werden en samen de helft van de merrie weer overdroegen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . De rechtbank gaat er in dit geding dan ook vanuit dat [gedaagde in conventie sub 1] mede-eigenaar van de merrie is geworden in 2009. Aan de stelling dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet ontvankelijk zou zijn in zijn vordering tegen [gedaagde in conventie sub 1] , wat daar ook van zij, wordt dan ook voorbij gegaan.
Ontbinding van het deelgenootschap door opzegging in juli/augustus 2014
4.2.
De juistheid van de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] gestelde ontbinding van het deelgenootschap ter zake de merrie in juli/augustus 2014 en de teruggave door haar van het aandeel in de merrie aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] daaraan gegeven akkoord blijkt voldoende uit het vaststaande feit dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tussen 2014 en oktober 2018 geen facturen heeft gestuurd inzake de stallingskosten en de kosten van verzorging van de merrie en/of haar veulens. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft voor dit niet factureren voor zo lange tijd geen andere voldoende aannemelijke reden gegeven. Van enige correspondentie in die tussenliggende vier jaar is niet gebleken en daarnaast is geen enkel veulen mede op naam van [gedaagde in conventie sub 1] of [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] geregistreerd. Ook daarvoor heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen reden gegeven.
4.3.
Vast staat aldus dat [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] tot 1 augustus 2014 in ieder geval recht hebben op de helft van de opbrengst van de verkoop van [naam hengst 1] . Voorts staat vast dat [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] tot 1 augustus 2014 de helft van de stallings- en gebruikelijke verzorgingskosten (o.a. hoefsmid, dierenarts) zijn verschuldigd voor de merrie en [naam hengst 2] .
4.4.
Tussen partijen is geen punt van debat dat de facturen inzake de kosten van de Merrie en haar veulens [naam hengst 1] en [naam hengst 2] tot 1 augustus 2014 door [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn voldaan, zodat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in zoverre niets te vorderen kan hebben.
Niet is gebleken dat de helft van de opbrengst van [naam hengst 1] destijds is verrekend, bijvoorbeeld door een creditfactuur, met de in rekening gebrachte kosten, zodat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de helft van de opbrengst aan [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] is verschuldigd.
4.5.
Eén en ander betekent dat gelet op de “teruggave-overeenkomst” de merrie, [naam hengst 2] noch [naam merrie 2] kunnen worden toebedeeld aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Die paarden zijn al van hem.
Tussen partijen is voorts geen punt van debat dat de facturen inzake de kosten van de merrie en haar veulens [naam hengst 1] en [naam hengst 2] tot 1 augustus 2014 door [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn voldaan, zodat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in zoverre niets te vorderen kan hebben. Hetgeen overigens wordt gevorderd inzake de merrie en haar veulens ( [naam hengst 2] , [naam merrie 2] en [naam merrie 3] ) moet worden afgewezen wegens het ontbreken van een feitelijke en juridische grondslag.
Proceskosten
4.6.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] moet als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie. Die kosten worden tot op heden aan de zijde van [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] begroot op € 1.523,00 (te weten: griffierecht € 81,00, salaris advocaat € 1.442,00 (2 punten in tarief III à € 721,00)) vermeerderd met de rente, zoals verwoord in het dictum van dit vonnis.
In reconventie
4.7.
De reconventionele vordering is alleen ingesteld door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
4.8.
Voorop gesteld wordt dat in reconventie ervan uit dient te worden gegaan dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] van september 2009 tot 1 augustus 2014 voor 50% mede-eigenaar deelgenoot in de gemeenschap was van de merrie en aldus van de vruchten van de zaak waarvan zij mede-eigenaar was, in genoemde periode de veulens [naam hengst 1] en [naam hengst 2] .
Voor zover de vorderingen in reconventie zien op de veulens [naam merrie 2] en [naam merrie 3] moeten deze om die reden alleen al worden afgewezen.
4.9.
De vraag die beantwoord moet worden is of sprake is van wanprestatie aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dan wel onrechtmatig handelen jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] als mede-eigenaar c.q. deelgenoot in de gemeenschap door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de merrie zonder overleg als fokpaard heeft ingezet en daarmee de ontwikkeling van de merrie als sportpaard heeft belet.
4.10.
De stelling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dat de eigenaars hebben afgesproken om de merrie te trainen en op te leiden tot springpaard, wordt door haar niet, althans onvoldoende feitelijk onderbouwd met inachtneming van de betwisting door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . Niet is gesteld dat dit expliciet is afgesproken met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in november 2009 of op enig ander moment. Schriftelijke stukken waaruit een dergelijke afspraak zou kunnen blijken ontbreken ook. Dat er sprake zou zijn van een stilzwijgende afspraak wordt niet, althans onvoldoende met concrete feiten onderbouwd. Het feit dat de merrie PROK [1] werd gekeurd en een IBOP-proef [2] heeft gereden, althans dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] de kosten daarvan heeft betaald (producties 3 en 4 bij conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie) is zonder nadere toelichting daartoe onvoldoende, terwijl die toelichting ontbreekt. Een overeenkomst met een (spring)ruiter die de springtraining van de merrie zou moeten verzorgen is niet overgelegd noch heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] gesteld op enig moment daarover van gedachten te hebben gewisseld met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , hetgeen op zijn zachtst gezegd merkwaardig is voor iemand die naar eigen zeggen sportpaarden heeft (nr. 38 dupliek conventie/repliek reconventie). Het feit dat de merrie bij de [naam hoeve] in [vestigingsplaats] op stal heeft gestaan is onvoldoende. Wat moet worden verstaan onder de specificatie “africhting” op de facturen kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet leiden tot de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] gewenste conclusie dat de merrie bedoeld was als springpaard. Tot slot wordt de stelling dat een merrie die eenmaal een veulen heeft geworpen niet meer ingezet zou kunnen worden voor de springsport door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] evenmin met feiten gestaafd.
In dit geding heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] kortom onvoldoende feiten aangevoerd om te kunnen vaststellen dat een afspraak is gemaakt om de merrie als sportpaard te trainen of om te kunnen vaststellen dat de merrie door het fokken niet meer geschikt is voor die sport.
Omdat een feitelijke grondslag daarvoor ontbreekt, kan niet worden geoordeeld dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tekort is geschoten in de nakoming van enige verplichting of onrechtmatig handelde jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
4.11.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] stelt tot slot dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ongerechtvaardigd is verrijkt, althans overbedeeld is bij het overdragen van het deeleigendom. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dient 50% van de waarde van de merrie te vergoeden. De waarde moet volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] bepaald worden op € 15.000,00, te weten 50% van de waarde van de merrie op 1 augustus 2014 (randnummer 2 conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie) dan wel (minimaal) € 300.000,00 (randnummer 38 conclusie van repliek in conventie) wegens de gemiste sportcarrière.
4.12.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] erkent dat de verdeling nog niet is afgerekend en dat hij in beginsel aldus nog 50% van de waarde van de merrie aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dient te betalen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de merrie laten taxeren in maart 2019. Op 10 jarige leeftijd met op dat moment een viertal nakomelingen, alle in de springrichting gefokt, wordt de merrie getaxeerd op € 3.500,00.
4.13.
De rechtbank stelt voorop dat de waarde van de merrie als springpaard met een gemiste carrière in dit geding niet aan de orde is, gelet op het voorgaande oordeel over de vraag of de merrie als springpaard was bedoeld. Een verwijzing naar de schadestaatprocedure is ook niet aan de orde.
4.14.
De rechtbank stelt vast dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ter onderbouwing van de door haar gestelde waarde van de merrie op 1 augustus 2014 op € 15.000,00 geen enkele taxatie of verklaring van een deskundige heeft overgelegd, waarmee het bedrag voor de rechtbank niet meer is dan een slag in de lucht. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt daarentegen een taxatie over van een gecertificeerd taxateur. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] heeft die taxatie niet onderbouwd weersproken of weerlegd. Voor het benoemen van een deskundige ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding omdat het taxatierapport onvoldoende gemotiveerd is betwist.
Hoewel de taxatie die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft laten uitvoeren dateert van vijf jaar na de overdracht van de mede-eigendom, is het gelet op het ontbreken van betwisting niet onredelijk dat deze taxatie als uitgangspunt wordt genomen voor de waarde van de merrie.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal aldus een bedrag van 50% van € 3.500,00 wegens overbedeling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] dienen te vergoeden.
4.15.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] betwist in dit verband tevens het bestaan van of het recht op enige verrekening inzake de verkoopopbrengst van [naam hengst 1] . Niet is gebleken dat de helft van de opbrengst van [naam hengst 1] op enig moment op goede grond is verrekend, bijvoorbeeld door een creditfactuur, met de in rekening gebrachte kosten, zodat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de helft van de opbrengst ad
€ 6.500,00 aan en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] als mede-eigenaar is verschuldigd.
4.16.
De vorderingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] inzake de merrie (overbedeling) en [naam hengst 1] (opbrengst niet uitbetaald) zullen worden toegewezen.
Proceskosten
4.17.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] moet als deels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding in conventie aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] .
Deze kosten worden tot op heden begroot op € 478,- aan salaris advocaat (2 punten x 0,5 tarief I à € 478,00 gelet het toegewezen bedrag) vermeerderd met de rente, zoals verwoord in het dictum van dit vonnis.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] begroot op € 1.523,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag er algehele voldoening,
5.3.
verklaart het vonnis wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis van € 1.750,00 wegens overbedeling, vermeerderd met de wettelijke rente, als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, vanaf de dag van de betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] van € 3.327,50 inzake het gerealiseerde voordeel uit de verkoop van mede-eigendom van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] ,
5.6.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [gedaagde in conventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] begroot op € 478,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag er algehele voldoening en te vermeerderen met € 157,- voor zover binnen 14 dagen na de dag waarop dit vonnis is gewezen geen betekening zal plaatsvinden en te verhogen met € 82,- voor zover wel betekening zal plaatsvinden en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van 14 dagen na betekening tot aan de dag der algehele voldoening,
5.7.
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 28 april 2021. [3]

Voetnoten

1.Het predicaat PROK wordt uitgegeven aan KWPN-paarden die voldoen aan de röntgenologische eisen van het stamboek. Dit betekent voor de fokker dat zijn paard over goede botkwaliteit beschikt en daarmee een goede basis door kan geven aan haar nakomelingen. Vgl. www.kwpn.nl/over-kwpn/diensten/prok.
2.IBOP staat voor Individueel Bruikbaarheidsonderzoek Paarden. De IBOP is een ééndaagse test, waarbij uw merrie door een eigen ruiter/menner wordt voorgesteld. Vanaf een leeftijd van 32 maanden kan een merrie deelnemen aan de IBOP. Vgl. www.kwpn.nl/agenda/aanlegtesten-ibop-eptm/ibop.
3.type: EvB