Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met 5 producties;
- de conclusie van antwoord met 9 producties;
- de rolbeslissing van 15 april 2020;
- de akte uitlating verder procederen van Imbri;
- de akte van [gedaagde] ;
- de dagbepaling van de mondelinge behandeling van 3 juni 2020;
- de producties 6 tot en met 12 van Imbri;
- de productie 10 van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 22 januari 2021.
2.De feiten
[gedaagde] is HR-manager van beroep.
3.Het geschil
daardoor boetes verbeurd.
4.De beoordeling
of het kan zijn dat er iets te laat is ingevoerd (productie 2 bladzijde 6 bij conclusie van antwoord).
in een lastig parket is gekomen, neemt zij contact op met Hays en wordt afgesproken dat [gedaagde] rechtstreeks door Hays aan ASR kan worden uitgeleend. Bij e-mail van 19 september 2019 om 12:01 uur (productie 3 conclusie van antwoord) bevestigt Between aan [gedaagde] : “
Als eerder telefonisch aangegeven stappen wij betreffende jouw inzet met overgang van Loyalis naar Hays/ASR er tussen uit.”
17 september 2019 om 14:00 uur, dan aan Imbri:
Ik ga ervan uit dat na het lezen van onderstaand bericht mijn contract met Imbri met ingang van 1-8-2019 is beëindigd.”
Ik weet niet waar dit vandaan komt, maar vind het nog veel vreemder dat hier niet met mij over wordt gecommuniceerd. Erg amateuristisch allemaal.”
Hierbij stuur ik je de creditfactuur over de uren van augustus 2019. Ik ga ervan uit dat hiermee alle verplichtingen over en weer zijn voldaan. Het contract is zoals eerder aangegeven opgezegd aan Imbri door Between per 1-8-2019. Daarmee komen alle rechten en verplichtingen uit het contract te vervallen.”
1 augustus 2019 naar Between zou overgaan en dat Imbri als schakel er tussenuit zou vallen. Zij hebben hier achter de schermen over gesproken en dit niet met [gedaagde] gecommuniceerd. De rechtbank is van oordeel dat deze gang van zaken vanaf augustus 2019 tot eind september 2019 onduidelijkheid voor [gedaagde] opleverde. Dat is door Imbri ook erkend in de e-mail van 24 september 2019 aan [gedaagde] (productie 7 bij conclusie van antwoord).
dan op gewezen wordt. Imbri had [gedaagde] dus al weggestuurd zonder dat zij zelf een en ander met Between definitief had afgewikkeld.
3.540,00(2,0 punten × tarief € 1.770,00)