15.1.De rechtbank laat deze beroepsgronden, voor zover deze al tijdig in deze beroepsprocedure zijn ingediend, buiten beschouwing nu verweerder de voorbereidingsprocedure opnieuw zal moeten doen en in dat kader zal moeten ingaan op voormelde en andere mogelijk nog in te brengen standpunten van de stichtingen ten aanzien van het te nemen nieuwe besluit.
16. Omdat de rechtbank het beroep van de stichtingen gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan de stichtingen het door hen betaalde griffierecht vergoedt.
17. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door de stichtingen gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.403,-. Het gaat op grond van de Bijlage bij het Bpb om 1 punt voor het indienen van het beroepschrift bij de rechtbank, 1 punt voor het verschijnen ter zitting van de rechtbank op 7 augustus 2018, 2 punten voor het verschijnen ter zitting van het Hof op 31 januari 2020 en 0,5 punt voor de aanwezigheid op de nadere zitting bij de rechtbank van 31 maart 2021. De rechtbank hanteert een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1. Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de rechtbank niet gebleken.
Beroepsgronden van eiseres (AWB 17/3841)
18. Eiseres heeft aangevoerd dat zij als bezorgde burger, als dierenarts en als bestuurslid van het IVN Limburg, secretaris van Caring Vets landelijk en voorzitter van Caring Vets afdeling Limburg, belanghebbende is bij het bestreden besluit en dat haar niet te verwijten is dat zij geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit heeft ingediend. De voorbereidingsprocedure moet volgens haar worden overgedaan. Verder voert eiseres een groot aantal inhoudelijke gronden aan tegen de omgevingsvergunning. Eiseres stelt in dit verband dat varkenshouderijen en de intensieve veehouderij in het algemeen in allerlei opzichten schadelijk zijn voor mensen en dieren, waarbij zij met name ook wijst op inbreuken op het dierenwelzijn.
19. In ro 8 van deze uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat zij als bestuursrechter bevoegd is te beslissen op het beroep van eiseres. In ro 8.1 heeft de rechtbank tevens geoordeeld dat eiseres niet tot het betrokken publiek behoort maar dat dit niet betekent dat zij niet mag opkomen voor ruimere inspraakrechten.
20. Ter zitting van 31 maart 2021 heeft eiseres verklaard geen prijs (meer) te stellen op een beoordeling van haar beroepsgronden in het geval de uitspraak op het beroep van de stichtingen zou inhouden dat de bestreden omgevingsvergunning vanwege gebreken in de voorbereidingsprocedure wordt vernietigd. De rechtbank leidt hieruit af dat, nu in de beroepszaak van de stichtingen het bestreden besluit om die reden wordt vernietigd, eiseres geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van haar beroep.
Conclusie in het beroep van eiseres
21. Gelet op ro 20 komt de rechtbank niet meer toe aan een beoordeling van de beroepsgronden van eiseres en zal daarom haar beroep, los van de vraag of het haar in het licht van artikel 6:13 van de Awb te verwijten is dat zij geen zienswijze tegen het ontwerp van de omgevingsvergunning heeft ingediend, niet-ontvankelijk verklaren.Eiseres kan deelnemen aan de voorbereidingsprocedure van het te nemen nieuwe besluit en in dat verband een en ander als zienswijze over het ontwerpbesluit naar voren brengen.
22. De rechtbank ziet aanleiding te bepalen dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt. Nu eiseres vergelijkbare inhoudelijke gronden als vermeld onder 12.1 en 12.3 heeft aangevoerd, deze in het beroep van de stichtingen tot gegrondverklaring van dat beroep hebben geleid en beide beroepen in nauwe samenhang door alle partijen zijn gevoerd en door de rechtbank behandeld, acht de rechtbank vergoeding van het griffierecht aan eiseres redelijk.
In de zaak van de stichtingen (AWB 17/3843)
- verklaart het beroep van de stichtingen gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat verweerder een
nieuw besluit neemt op de aanvraag om omgevingsvergunning met
inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 333,- aan de stichtingen te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van de stichtingen tot een bedrag
van € 2.403,-.
In de zaak van eiseres (AWB 17/3841)
- verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 168,- aan eiseres te
vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.G.H. Seerden, rechter, in aanwezigheid van mr. A.G.P.M. Zweipfenning, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 april 2021.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Verklaring voor recht van het Hof van Justitie
Het Hof (Eerste kamer) verklaart voor recht:
1) Artikel 9, lid 2, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, dat is gesloten te Aarhus (Denemarken) op 25 juni 1998 en namens de Europese Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005, moet aldus worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat de leden van het in artikel 2, punt 4, van dit verdrag bedoelde “publiek” als zodanig geen toegang tot de rechter hebben om op te komen tegen een besluit dat binnen de werkingssfeer van artikel 6 van dat verdrag valt. Daarentegen verzet artikel 9, lid 3, van dat verdrag zich er wel tegen dat deze personen geen toegang tot de rechter kunnen hebben om zich te beroepen op ruimere rechten op inspraak in het besluitvormingsproces die alleen door het nationale milieurecht van een lidstaat worden verleend.
2) Artikel 9, lid 2, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, dat is gesloten te Aarhus op 25 juni 1998 en namens de Europese Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 2005/370, moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de ontvankelijkheid van het daarin bedoelde beroep in rechte, dat wordt ingesteld door niet-gouvernementele organisaties die deel uitmaken van het in artikel 2, punt 5, van dat verdrag bedoelde ,,betrokken publiek”, afhankelijk wordt gesteld van hun deelname aan de voorbereidingsprocedure voor het bestreden besluit, ook al is deze voorwaarde niet van toepassing wanneer hun redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij daar niet aan hebben deelgenomen. Daarentegen verzet artikel 9, lid 3, van dat verdrag zich er niet tegen dat de ontvankelijkheid van een daarin bedoeld beroep in rechte afhankelijk wordt gesteld van de deelname van de verzoeker aan de voorbereidingsprocedure voor het bestreden besluit, tenzij hem, gelet op de omstandigheden van de zaak, redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij hier niet aan heeft deelgenomen.
In verband met de kennisgeving van het ontwerp van de omgevingsvergunning zijn de volgende wettelijke bepalingen van belang.
Artikel 2:14, tweede lid, van de Awb
Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, geschiedt de verzending van berichten die niet tot een of meer geadresseerden zijn gericht, niet uitsluitend elektronisch.
Artikel 3:11, eerste lid, van de Awb
Het bestuursorgaan legt het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage.
1. Voorafgaand aan de terinzagelegging geeft het bestuursorgaan in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze kennis van het ontwerp. Volstaan kan worden met het vermelden van de zakelijke inhoud.
2. (…)
3. In de kennisgeving wordt vermeld:
a. waar en wanneer de stukken ter inzage zullen liggen;
b. wie in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen naar voren te brengen;
c. op welke wijze dit kan geschieden;
d. (…).
1. Belanghebbenden kunnen bij het bestuursorgaan naar keuze schriftelijk of mondeling hun zienswijze over het ontwerp naar voren brengen.
2. Bij wettelijk voorschrift of door het bestuursorgaan kan worden bepaald dat ook aan anderen de gelegenheid moet worden geboden hun zienswijze naar voren te brengen.
Artikel 2.1, eerste lid, van de Wabo
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk, (….)
e. 1°. het oprichten, 2°. het veranderen of veranderen van de werking of 3°. het in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk.
(…)
Artikel 3:10 van de Wabo
Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op de voorbereiding van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op:
(…)
c. een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e.
(…)
Artikel 3:12, vijfde lid, van de Wabo
Eenieder kan zienswijzen bij het bevoegd gezag naar voren brengen.
Artikel 6 van het Verdrag van Aarhus
Inspraak in besluiten over specifieke activiteiten (voor zover van belang)
2. Het betrokken publiek wordt, bij openbare bekendmaking of, indien van toepassing, individueel, vroegtijdig in een milieu-besluitvormingsprocedure, en op adequate, tijdige en doeltreffende wijze, geïnformeerd over onder meer:
a. de voorgestelde activiteit en de aanvraag waarover een besluit zal worden genomen;
b. de aard van mogelijke besluiten of het ontwerp-besluit;
c. de voor de besluitvorming verantwoordelijke overheidsinstantie;
d. de beoogde procedure, met inbegrip van, in de gevallen waarin deze informatie kan worden verstrekt:
i. de aanvang van de procedure;
ii. de mogelijkheden voor inspraak van het publiek;
iii. de tijd en plaats van een beoogde openbare hoorzitting;
iv. een aanduiding van de overheidsinstantie waarvan relevante informatie kan worden verkregen en waarbij de relevante informatie voor het publiek ter inzage is gelegd;
v. een aanduiding van de betreffende overheidsinstantie of enig ander officieel lichaam waarbij opmerkingen of vragen kunnen worden ingediend en van het tijdschema voor het doorgeven van opmerkingen of vragen; en
vi. een aanduiding van welke voor de voorgestelde activiteit relevante milieu-informatie beschikbaar is; en
e. het feit dat de activiteit voorwerp is van een nationale of grensoverschrijdende milieu-effectrapportage.
Verordening elektronische kennisgeving gemeente Echt-Susteren
Artikel 1 Elektronische kennisgeving
Als bij wettelijk voorschrift is bepaald dat de kennisgeving van een ontwerpbesluit, een besluit of een aanvraag, of de kennisgeving van de zakelijke inhoud daarvan, van gemeentewege moet geschieden in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze, vindt deze plaats in het elektronisch gemeenteblad. Dit gemeenteblad is te vinden op https://zoek.officielebekendmakingen.nl
Daarnaast kan tot andere wijzen van kennisgeving worden overgegaan.
Tekst van de kennisgeving van het ontwerp van de omgevingsvergunning