ECLI:NL:RBLIM:2021:3593

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 april 2021
Publicatiedatum
26 april 2021
Zaaknummer
8797931 CV EXPL 20-5059
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling voor indienstneming uitzendkracht op basis van algemene voorwaarden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Covebo Productie en Logistiek B.V. en Music Store, Telecombinatie Panningen. Covebo vorderde betaling van een bedrag van € 2.447,66 van Music Store, gebaseerd op een overeenkomst voor het uitzenden van een arbeidskracht. Music Store betwistte de vordering en voerde aan dat de algemene voorwaarden van Covebo niet van toepassing waren. De kantonrechter oordeelde dat Covebo niet voldoende bewijs had geleverd dat de algemene voorwaarden van toepassing waren op de overeenkomst. De rechter stelde vast dat er onduidelijkheid bestond over de identiteit van de contractspartij en de toepasselijkheid van de voorwaarden. Hierdoor werd de vordering van Covebo afgewezen. Covebo werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Music Store, die op € 436,00 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 8797931 \ CV EXPL 20-5059
Vonnis van de kantonrechter van 21 april 2021
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid COVEBO PRODUCTIE EN LOGISTIEK B.V.,
gevestigd te Nijkerk,
eisende partij,
gemachtigde Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
[gedaagde] , h.o.d.n. MUSIC STORE, TELECOMBINATIE PANNINGEN,
wonend [adres] ,
[plaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. Y.J.P. Janssen.
Partijen worden verder aangeduid als Covebo Productie en Logistiek en Music Store

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek tevens houdende wijziging van eis
  • de conclusie van dupliek en uitlating wijziging van eis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Covebo Productie en Logistiek houdt zich bezig met het uitzenden van arbeidskrachten aan bedrijven. Zo heeft zij ook een arbeidskracht, de heer [naam] , aan Music Store uitgezonden. Door het accepteren en ondertekenen van een offerte is een overeenkomst tussen partijen tot stand gekomen waarbij Covebo Productie en Logistiek de heer [naam] als arbeidskracht aan Music Store ter beschikking heeft gesteld. De overeenkomst heeft tot 31 december 2019 geduurd.
2.2.
Per 1 januari 2020 is de heer [naam] in dienst getreden bij Music Store.
2.3.
Covebo Productie en Logistiek heeft bij factuur van 14 februari 2020 een bedrag van € 2.117,50 bij Music Store in rekening gebracht. Music Store heeft niet betaald.
2.4.
Partijen hebben per e-mail contact gehad over de factuur en de indienstneming van de uitzendkracht.

3.Het geschil

3.1.
Covebo Productie en Logistiek vordert – samengevat en na vermindering van eis - veroordeling van Music Store tot betaling van € 2.447,66 (€ 2.117,50 aan hoofdsom, € 12,53 aan rente tot 2 september 2020 en € 317,63 aan incassokosten), vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Music Store voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil in deze procedure gaat over de vraag of en zo ja welk bedrag Music Store moet betalen voor de indienstneming van de uitzendkracht die Covebo Productie en Logistiek ter beschikking heeft gesteld. Covebo Productie en Logistiek baseert haar vordering op de algemene voorwaarden Covebo. Music Store betwist dat deze van toepassing zijn, terwijl Covebo Productie en Logistiek daar bovendien ook een verkeerde uitleg aan geeft. Gelet op de uiteenlopende standpunten van partijen zal daarom eerst beoordeeld moeten worden of de algemene voorwaarden Covebo van toepassing zijn.
4.2.
De kantonrechter stelt voorop dat het aan Covebo Productie en Logistiek is om voldoende feiten te stellen - en zonodig te bewijzen - waaruit volgt dat de door haar gehanteerde algemene voorwaarden Covebo van toepassing zijn op de contractuele verhouding tussen partijen. Hierin is Covebo Productie en Logistiek niet geslaagd. Voor dit oordeel is het volgende van belang. Op de offerte staat vermeld dat de algemene voorwaarden via de link http://covebo.nl/downloads te downloaden zijn. Verder staat vermeld dat de offerte van toepassing is op Accent Covebo Group (KVK 63558939) en een aantal onderliggende bv’s die met naam worden genoemd. Covebo Productie en Logistiek stelt in dit verband dat met betrekking tot Covebo Food BV op 31 december 2019 een statutenwijziging heeft plaatsgevonden waarbij onder meer de naam is gewijzigd in Covebo Productie en Logistiek BV. Hieruit volgt, volgens Covebo Productie en Logistiek, dat de in de offerte genoemde algemene voorwaarden van Accent Covebo van toepassing zijn.
4.3.
Uit het voorgaande volgt dat Covebo Productie en Logistiek haar statutaire handelsnaam pas vanaf 1 januari 2020 voert, terwijl de overeenkomst van 2019 dateert. Uit de stukken, en met name de conclusie van repliek van Music Store blijkt dat er in 2019 nog een andere rechtspersoon actief was onder de handelsnaam Covebo Productie en Logistiek, ook gevestigd in Nijkerk maar met een ander KvK-nummer. Verder blijkt dat de offerte is ondertekend namens Covebo Panningen. Welke identiteit hiermee wordt bedoeld, is niet duidelijk. De facturen die bij repliek zijn overgelegd, zijn afkomstig van Covebo Projecten. Dit is weer een andere identiteit. Er is daarom onduidelijkheid over de vraag met wie Music Store heeft gecontracteerd en of en zo ja welke voorwaarden van toepassing zijn. Dit komt voor rekening en risico van Covebo Productie en Logistiek. Zij heeft onvoldoende feitelijk gesteld om deze onduidelijkheid op te lossen. De hieruit voortvloeiende consequentie is dat, mocht zij al de contractuele wederpartij van Music Store zijn, niet vast staat dat dat de algemene voorwaarden waarop Covebo Productie en Logistiek zich ter onderbouwing van haar vordering beroept op de contractuele verhouding van toepassing zijn.
4.4.
Het voorgaande kan daarom tot geen andere conclusie leiden dat de vordering wordt afgewezen. Het overige gevoerde verweer over de terhandstelling en interpretatie van die voorwaarden en de hoogte van de vordering kan onbeantwoord blijven.
4.5.
De kantonrechter ziet geen aanleiding Covebo Productie en Logistiek toe te laten tot nadere bewijslevering. Covebo Productie en Logistiek wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Music Store worden begroot op € 436,00 (2 x tarief € 218,00) als salaris voor de gemachtigde. De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 124,00 aan nakosten salaris.
4.6.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Covebo Productie en Logistiek in de proceskosten aan de zijde van Music Store gevallen en tot op heden begroot op € 426,00,
5.3.
veroordeelt Covebo Productie en Logistiek onder de voorwaarde dat zij niet binnen twee weken na aanschrijving door Music Store volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 109,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de dag der voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: PLG
coll: