In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Pevo-Van Montfort Elektro B.V. (hierna: Pevo) betaling van een bedrag van € 10.592,59 van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C.V.C. Projecten BVBA (hierna: CVC Projecten). De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van aanneming van werk die volgens Pevo tot stand is gekomen naar aanleiding van een geaccepteerde offerte. Pevo stelt dat er mondelinge opdracht is gegeven door de heer [naam 1] van CVC Projecten voor het uitvoeren van werkzaamheden op het resort Boschmolenplas in de periode van september 2018 tot maart 2019. CVC Projecten betwist echter dat er een mondelinge opdracht is gegeven en stelt dat Comec BV de werkelijke opdrachtgever is. De kantonrechter heeft op 21 april 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vordering van Pevo werd afgewezen. De rechter oordeelde dat Pevo niet voldoende feitelijke en juridische gronden heeft aangevoerd om de vordering te onderbouwen. De kantonrechter concludeerde dat er geen gewone overeenkomst van aanneming van werk bestond, maar dat er op regiebasis werd gewerkt, zonder dat er duidelijke afspraken waren gemaakt over tarieven en voorwaarden. Pevo werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van CVC Projecten zijn begroot op € 746,00.