Op 23 april 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het doodsteken van zijn kamergenoot in een asielzoekerscentrum (AZC) op 4 december 2019. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar voor doodslag, nadat het beroep op noodweer(exces) werd verworpen. De verdachte had zijn kamergenoot, die hem had beledigd, meermalen gestoken met een mes, waarbij het steekletsel in de hals leidde tot de dood van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van voorbedachte rade, waardoor de verdachte werd vrijgesproken van moord. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk handelde, gezien het aantal steken en het feit dat hij geen hulp verleende aan het slachtoffer. De rechtbank weigerde het beroep op noodweer, omdat er geen ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding was. De officier van justitie had 10 jaar gevangenisstraf geëist, wat de rechtbank passend achtte gezien de ernst van het delict en de impact op de samenleving, vooral binnen de kwetsbare groep in het AZC. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat deze niet tot de beperkte kring van naasten van het slachtoffer behoorde.