Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2016;
- de akte houdende wijziging van eis met producties 8 tot en met 13;
- de akte uitlaten wijziging eis in vrijwaring;
- de akte uitlating tevens houdende wijziging van eis met producties 14 en 15;
- de antwoordakte.
2.De feiten
Nemen het volgende in aanmerking:
Uitgangspunt is dat [opdrachtgever] alsnog een kelder verkrijgt die aan de overeenkomst van aanneming van werk beantwoordt, waartoe [bouwbedrijf] alsnog de nodige werkzaamheden zal verrichten en voor het uitvoeren van de voorbereiding van de afdichtingswerkzaamheden en deze afdichtingswerkzaamheden zelf een beroep zal doen op [vochtweringsbedrijf] . Daarbij zal er sprake van zal zijn dat [vochtweringsbedrijf] in opdracht en voor rekening van [bouwbedrijf] werkzaamheden zal verrichten. […]
Partij [bouwbedrijf] zal vanaf woensdag 26 februari 2020, 12:00 uur voor eigen rekening aanvangen met de voorbereidende werkzaamheden in de kelder van [opdrachtgever] , bestaande uit:
het verwijderen van de trap;
het verwijderen van het toilet;
het drie keer ontkoppelen van muren;
het verwijderen en afstorten van de volledige dekvloer, inclusief een eventueel wapeningspakket daarin, het isolatiepakket en de vloerverwarming;
het verplaatsen van de elektra in de wanden van de kelder (alleen de inbouwdozen en buizen) op een ‘veilige hoogte’ om – na behandeling / afdichting – lekkages te voorkomen;
[vochtweringsbedrijf] te [vestigingsplaats] zal met ingang van 2 maart 2020 in opdracht en voor rekening van [bouwbedrijf] in de kelder van [opdrachtgever] aanvangen met de uitvoering van:
de voorbereidende werkzaamheden;
de behandeling / afdichting;
Na uitvoering van de werkzaamheden van [vochtweringsbedrijf] zoals in het vorige artikel genoemd, zal [bouwbedrijf] naar de eisen van een goed en deugdelijk werk, voor eigen rekening de navolgende werkzaamheden in de kelder van [opdrachtgever] uitvoeren, op een nader tussen partijen af te spreken tijdstip, maar niet later dan twee jaren nadat [vochtweringsbedrijf] de in het vorige artikel bedoelde werkzaamheden heeft afgerond:
het aanbrengen van het stucwerk;
het afmonteren van de elektra in de muren (plaatsen stopcontacten in de [waterdichte] bouwdozen, armaturen etc);
het weer opbouwen van het toilet;
het herstellen van de ontkoppelde wanden
het weer aanbrengen van een dekvloer, waarvan de bovenkant van de vloer dezelfde hoogte zal hebben als dat thans het geval is;
het weer aanbrengen van de trap.
3.Het geschil
- € 38.530,25 aan schadevergoeding, met rente;
- schadevergoeding voor de nog door [bouwbedrijf] te lijden schade als gevolg van de uitvoering van de tussen haar en [opdrachtgever] in februari 2020 gesloten vaststellingsovereenkomst met betrekking tot de werkzaamheden zoals onder artikel 4 daarvan genoemd, welke schade nader is op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- de proceskosten van het geding in vrijwaring, inclusief nakosten, met rente.
- de verzekering biedt geen dekking voor schade die bestaat uit kosten van verbetering en/of verandering van het ontwerp, de constructie of de bouwmethode;
- schade bij werken waarbij de geschatte eindwaarde hoger is dan het maximaal verzekerd bedrag, is niet verzekerd;
- de aanneemsom is hoger dan het verzekerd bedrag waardoor de verzekering geen dekking biedt.
4.De (verdere) beoordeling
“Fysieke aantasting die zich manifesteert in een blijvende verandering van vorm of structuur”.Achmea onderbouwt haar stellingen aan de hand van de polisvoorwaarden.
€ 2.163,00(3,0 punten × tarief € 721,00)