ECLI:NL:RBLIM:2021:3169

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 april 2021
Publicatiedatum
12 april 2021
Zaaknummer
03.033185.19 en 20.003806.16 (tul)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewoonte maken van verwerven, in bezit hebben en toegang verschaffen kinderporno met vergaande seksuele fantasieën

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 april 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben en toegang verschaffen tot kinderporno. De verdachte beschikte over een uitgebreide verzameling kinderpornografisch materiaal met gruwelijke inhoud en heeft regelmatig berichten achtergelaten op een forum op het darkweb waarin hij zijn seksuele fantasieën met minderjarigen beschreef. De rechtbank concludeert dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend, gezien zijn geestelijke gesteldheid, waaronder een autismespectrumstoornis en pedofilie. De rechtbank legt een tbs-maatregel met voorwaarden op, een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren, de maximale taakstraf van 240 uur en één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank benadrukt dat de maatschappij meer gebaat is bij een strikt toezichtkader dan bij een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf, die het hulptraject van de verdachte zou verstoren. De verdachte moet meewerken aan een COSA-traject en aan steekproefsgewijze controles van zijn digitale gegevensdragers. Tevens wordt de proeftijd van een eerdere voorwaardelijke veroordeling met één jaar verlengd.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummers: 03.033185.19 en 20.003806.16 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 12 april 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] 1984,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. C.G.J.E. Lut, advocaat kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzittingen van 14 januari 2020 en 29 maart 2021. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn beide keren verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Op de zitting van 14 januari 2020 zijn M. Nijskens en H.M.G. Siemelink (beiden reclasseringswerker) als deskundige gehoord. Op de zitting van 29 maart 2021 zijn J.R. Nijdam (psychiater), C. Clarijs (psycholoog) en C. Krook (reclasseringswerker) als deskundigen gehoord.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort weergegeven, op neer dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verwerven en het in bezit hebben van kinderporno en het zich daartoe de toegang verschaffen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het oordeel van de rechtbank [1]
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank het tenlastegelegde – met een kortere pleegperiode – wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank volstaat met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering, nu de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en geen vrijspraak is bepleit.
Bewijsmiddelen
- het proces-verbaal digitaal onderzoek gebruikerssporen [2] ;
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (door het team ter bestrijding van kinderpornografie en kindersekstoerisme) van verbalisant [naam 2] met bijlagen [3] ;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie op 4 december 2018 [4] ;
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd bij de politie op 10 januari 2019 [5] ;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 januari 2020.
Van de pleegperiode zal de rechtbank een periode van 1 december 2016 tot en met 1 mei 2018 bewezen verklaren, gelet op het eerdergenoemde proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal en de verklaring van verdachte. De rechtbank komt tot een kortere pleegperiode dan tenlastegelegd nu niet is gebleken dat verdachte de afbeeldingen en video’s zoals tenlastegelegd eerder dan 1 december 2016 in zijn bezit heeft gehad dan wel dat hij eerder dan genoemde datum de afbeeldingen en video’s heeft verworven of zich daartoe de toegang heeft verschaft. De afbeeldingen en video’s zijn immers aangetroffen op de Dell desktop computer en de Acer laptop. Verdachte heeft daarover verklaard deze eerstgenoemde computer te hebben aangeschaft in de periode dat hij woonachtig was op het adres [adres 2] te Venray, te weten vanaf december 2016. De laptop is in 2018 aangeschaft.
3.2
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op één of meer tijdstippen in de periode van 1 december 2016 tot en met 1 mei 2018 te Venray en te Steyl, meermalen, telkens
afbeeldingen, te weten foto's en video’s en films - en gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten computers,
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven, in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een foto met bestandsnaam: [bestand 1] , p. 112 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestand 2] , p. 113 pv en
een video met bestandsnaam: [bestand 3] , p. 114 pv en
een video met bestandsnaam: [bestand 4] , p. 114 pv)
en
het met de penis betasten en een gebogen staaf aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het met de mond/tong en vingers/hand betasten en aanraken de borsten van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een foto met bestandsnaam: [bestand 5] p. 113 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestand 6] , p. 111 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestand 7] , p. 112 pv)
en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een foto met bestandsnaam: [bestand 8] , p. 111 en 112 pv)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd passen en waarbij deze persoon zich vervolgens in opeenvolgende afbeeldingen van haar kleding ontdoet en (waarna) door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel en billen van die persoon in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(een foto met bestandsnaam: [bestand 9] , p. 112 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestand 10] , p. 112 pv en
een foto met bestandsnaam: [bestand 11] , p. 113 pv)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de ontblote vagina en anus van die persoon in beeld wordt gebracht, terwijl op en in de vagina en op de binnenkant van het bovenbeen en op de bil van die persoon een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(een foto met bestandsnaam: [bestand 12] , p. 113 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Psychiater J.M. Nijdam en psycholoog C. Clarijs hebben over de geestvermogens van verdachte een rapportage uitgebracht op respectievelijk 26 en 24 november 2020, nadat zij in 2019 reeds over verdachte hadden gerapporteerd. De opvatting van de psychiater omtrent de geestelijke gesteldheid van de verdachte is niet veranderd ten opzichte van zijn bevindingen in 2019.
Nijdam beschrijft dat verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde kampte met een autismespectrumstoornis, pedofilie van het niet-exclusieve type, een fetisjismestoornis en een ongespecificeerde parafiele stoornis. Als gevolg van de autismespectrumstoornis ervaart verdachte snel veel spanningen en stress die vaak gerelateerd zijn aan praktische dagelijkse zaken, financiële problemen en veranderingen in zijn directe omgeving. Door zijn beperkte copingvaardigheden is verdachte al jaren gewend om zijn spanningen af te reageren door middel van seksueel gedrag, wat hem er uiteindelijk toe brengt opnieuw naar kinderporno te kijken en deze te downloaden, terwijl hij weet dat dit niet geoorloofd is. Ondanks dat verdachte zich ervan bewust was dat een terugval in recidive zeer negatieve consequenties voor hem kon hebben, is verdachte niet in staat gebleken om zijn pedofiele en andere parafiele gevoelens onder controle te houden. De stoornissen van verdachte hebben doorgewerkt ten tijde van het plegen van het feit. De psychiater heeft de rechtbank geadviseerd om het ten laste gelegde aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen.
Clarijs heeft eveneens geadviseerd om het ten laste gelegde aan verdachte in verminderde mate toe te rekenen. Volgens de deskundige leiden de beperkingen in de sociale contactanamnese, de rigiditeit en het negatieve zelfbeeld van verdachte tot een verhoogd risico op frustraties in het sociale verkeer en dragen zij bij tot oplopende spanning, die verdachte kanaliseert door zich in een eigen wereld terug te trekken en kinderporno te bekijken. Bij verdachte lijkt volgens de psycholoog sprake van een geconditioneerde coping die een sterk aantrekkende werking heeft en die hij nauwelijks weet te beteugelen, getuige ook de hardnekkigheid ervan.
De rechtbank komt – evenals de officier van justitie – op basis van de in voornoemde rapporten vervatte bevindingen en de daarin vervatte adviezen, tot de conclusie dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend. Er is geen sprake van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van achttien maanden en een maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met voorwaarden. Overeenkomstig het reclasseringsadvies heeft hij gevorderd om de aan de tbs verbonden voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd om een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen, zoals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). De officier van justitie heeft zijn vordering als volgt toegelicht. Hij heeft een belangenafweging gemaakt tussen enerzijds het belang van het bestraffen van verdachte voor een ernstig feit als recidivist en anderzijds het belang van een optimale behandeling voor verdachte. De ernst van het aangetroffen kinderpornografisch materiaal, in combinatie met de uitlatingen van verdachte op het kinderpornoforum, achtte de officier van justitie zeer zorgelijk. Dit klemt temeer omdat de verdachte ten tijde van het plegen van het feit nog onder toezicht van de reclassering stond. Hoewel het momenteel goed gaat met verdachte, vond de officier van justitie dat het belang van vergelding en normstelling voor de maatschappij moet prevaleren boven het behandelbelang van verdachte. Het zou onvoldoende recht aan de zaak doen om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf achterwege te laten. Met betrekking tot de voorwaarden van de tbs-maatregel heeft de officier van justitie verzocht om de controle op gegevensdragers specifiek te formuleren; de reclassering en de politie, team kinderporno, dienen op onaangekondigde momenten bij verdachte te kunnen binnenstappen om zijn computer en telefoon te kunnen controleren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over een tbs-maatregel met voorwaarden, alsmede de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan, en de gevorderde gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel. Zij heeft zich verzet tegen de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Een dergelijke straf zou alle recidivebeperkende aspecten in het leven van verdachte doorkruisen. Verdachte heeft momenteel een netwerk, huisvesting, dagbesteding en begeleiding bij een RIBW waar hij openheid van zaken geeft. Dat er thans ruimte is voor een tbs-maatregel met voorwaarden zonder klinische opname, is volgens de raadsvrouw een lange weg geweest. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou bij verdachte recidive-verhogend werken. Hoewel de raadsvrouw de wens tot vergelding begrijpt, verzoekt zij de oplegging van een (maximale) taakstraf naast de voornoemde maatregelen. Zij heeft gesuggereerd dat eventueel nog voorwaarden kunnen worden verbonden aan een voorwaardelijk gedeelte van de taakstraf als allerlaatste stok achter de deur.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verweven en het in bezit hebben van een zeer uitgebreide verzameling kinderporno. Via een internetbrowser op het darkweb heeft verdachte zich toegang verschaft tot een kinderpornoforum waarop kinderpornografisch materiaal kon worden gedownload en reacties konden worden achtergelaten. Onder meer door middel van genoemd forum heeft verdachte zich aldus toegang verschaft tot kinderpornografische afbeeldingen en video’s met – zo stelt de rechtbank vast – gruwelijke inhoud, waaronder foltering en seksueel misbruik van zeer jonge kinderen en dieren. Daarnaast liet verdachte met regelmaat berichten achter op het forum waarin hij zijn vergaande seksuele fantasieën met minderjarige kinderen beschreef. Op de computers van verdachte zijn 6603 foto’s en 465 video’s aan kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Jarenlang downloadde en bekeek verdachte het materiaal en maakte hij er zo een gewoonte van, zelfs toen hij onder toezicht stond van de reclassering in verband met een eerdere veroordeling voor het bezit van kinderporno.
Door zijn handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de commerciële markt voor kinderporno. Bij de productie van kinderpornografische afbeeldingen en video’s worden kinderen op aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen die hen juist tegen dit soort handelen in bescherming behoren te nemen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die slachtoffer zijn van kinderporno nog jarenlang, zo niet permanent, zowel psychische als lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan en de daarmee gepaard gaande vernederingen. De rechtbank acht dit zeer kwalijk en rekent dit verdachte zwaar aan.
Rapportages
De rechtbank heeft acht geslagen op eerder genoemde door psychiater J.M. Nijdam en psycholoog C. Clarijs over verdachte opgemaakte rapporten en hun ter terechtzitting gegeven toelichting. Zoals reeds onder 5 uiteengezet komt de rechtbank tot de conclusie dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
De psychiater acht bij verdachte in beginsel een aanzienlijk recidiverisico aanwezig, wanneer naar het patroon van de afgelopen jaren wordt gekeken. Verdachte is twee keer eerder veroordeeld en in behandeling geweest in verband met het bezit van kinderporno. Na een eerste tbs-behandeling tot 2012 viel hij al snel terug. Er was in die periode geen sprake van nadere behandeling of toezicht. Vanaf 2016 tot medio 2018 is verdachte opnieuw in behandeling geweest en was er sprake van reclasseringstoezicht. Desondanks heeft verdachte al zeer snel, en dus tijdens de behandeling en ondanks reclasseringstoezicht, gerecidiveerd. In 2019 heeft verdachte een intensieve behandeling gehad, waarna het reclasseringstoezicht werd hervat en woonbegeleiding werd opgestart. Sinds september 2019 is hij weer ambulant in behandeling bij FPP De Horst. Ondanks een aantal stresserende gebeurtenissen waaronder het overlijden van zijn stiefvader, is verdachte stabiel blijven functioneren en zijn er geen concrete aanwijzingen voor een terugval in delictgedrag geweest. Binnen het huidige behandelings- en begeleidingskader en met het thans bestaande kader van toezicht en controle kan het recidiverisico dan ook als laag tot matig worden beschouwd. Bij het wegvallen van dit kader zal het recidiverisico echter naar verwachting – gelet op het gebleken patroon – weer hoger worden. Volgens de psychiater is het van belang dat verdachte de op hem afgestemde behandeling, zoals deze nu loopt en vorm heeft gekregen, kan voortzetten. Een klinische behandeling is volgens hem op dit moment niet geïndiceerd, en mogelijk zelfs contraproductief, omdat een klinische opname de bestaande resocialisatie en maatschappelijke inbedding ernstig zou verstoren. De voorkeur van de psychiater gaat uit naar het opleggen van een tbs-maatregel met voorwaarden. Dit biedt volgens de psychiater de mogelijkheid om ook over een langere tijd toezicht, controle en risicomanagement te kunnen realiseren. Om ook na afloop van de tbs-maatregel voortdurend toezicht en controle van verdachte mogelijk te maken geeft hij de rechtbank in overweging om daarnaast een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
De psycholoog schat het recidiverisico bij verdachte eveneens hoog in. Dit zou gereduceerd kunnen worden door de oplegging van een tbs-maatregel met bevel tot verpleging van overheidswege voor een beperkte tijd, zoals reeds eerder aan de orde is geweest. Een opname in een kliniek zou echter vanuit behandel- en begeleidingsoptiek niets toevoegen. Evenmin zou door klinische behandeling de recidivekans veel meer verminderen dan door ambulante behandeling. Opname in een kliniek betekent voor verdachte, naast te verwachten problemen met de intensievere sociale dynamiek aldaar, ook een onderbreking van de huidige woonbegeleiding en dagbesteding en is daarom contra-geïndiceerd. De psycholoog heeft geadviseerd dat een langdurend lopend ambulant traject met een sterke stok achter de deur in de vorm van een tbs-maatregel met voorwaarden passend is. Gedacht kan worden aan een Theory Of Mind-training en een sociale vaardigheidstraining. Teneinde verdachtes eigenwaarde te vergroten is begeleiding naar opleiding en werk van belang. Verdachte lijkt ook vooral gebaat bij langdurige betrouwbare begeleiding om zijn vertrouwen in anderen en in zichzelf te kunnen vergroten. Daarvoor is een aanmelding van verdachte bij de COSAkring (Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid) van belang. Na afloop van de tbs-maatregel met voorwaarden zou tenuitvoerlegging van de voorgestelde gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel in overweging genomen kunnen worden.
Reclassering Nederland heeft een maatregelenrapport over verdachte opgemaakt, gedateerd 12 maart 2021. Zowel ter terechtzitting als in genoemd rapport geeft de heer Krook, toezichthouder van verdachte, aan dat verdachte zich in het afgelopen jaar begeleidbaar en transparant heeft opgesteld. Ondanks meerdere stressmomenten heeft, voor zover bekend, geen recidive plaatsgevonden. Op dit moment is verdachte goed ingebed in de begeleiding en behandeling. Er zijn geen aanwijzingen voor delictgedrag. De reclassering heeft geadviseerd om een tbsmaatregel met voorwaarden op te leggen met een bevel strekkende tot de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden, en daarnaast heeft zij aan de rechtbank in overweging gegeven om een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. In het rapport is te lezen dat verdachte zich bereid heeft verklaard tot medewerking aan de voorwaarden. Verdachte heeft dit bevestigd ter terechtzitting.
Terbeschikkingstelling
Met betrekking tot de diagnose (zoals onder 5 genoemd), het recidivegevaar en de passende behandelinterventie, verenigt de rechtbank zich met bovenstaande rapporten en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichtingen. Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare.
Bij verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Aangezien de rechtbank voorts van oordeel is dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van een tbs-maatregel eist – bij het wegvallen van huidig behandelkader zal het recidiverisico naar verwachting toenemen – en het bewezenverklaarde een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ter beschikking moet worden gesteld.
Volgens de rechtbank kan bij de terbeschikkingstelling van verdachte worden volstaan met een tbs-maatregel met voorwaarden. De rechtbank zal daartoe, ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen, voorwaarden betreffende het gedrag van de verdachte stellen, en wel de voorwaarden waartoe de reclassering heeft geadviseerd. Daarnaast zal de rechtbank bepalen dat verdachte dient mee te werken aan een COSA-traject, zoals voorgesteld door psycholoog Clarijs, en dat verdachte, zoals gevorderd door de officier van justitie, zijn medewerking moet verlenen aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers. Verdachte heeft zich bereid verklaard tot naleving van die voorwaarden.
De rechtbank zal de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs-maatregel met voorwaarden bevelen, zodat direct kan worden begonnen met de uitvoering van de voorwaarden. Naar het oordeel van de rechtbank dient er ernstig rekening mee te worden gehouden dat verdachte, indien hij niet intensief wordt behandeld en begeleid, zal terugvallen in soortgelijk delictgedrag.
De rechtbank merkt nog op dat het bewezenverklaarde niet kan worden gekarakteriseerd als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr. Indien derhalve alsnog een bevel tot verpleging van overheidswege wordt afgegeven, is de duur van de terbeschikkingstelling op voorhand gemaximeerd tot vier jaar.
Straf
Naast oplegging van de tbs-maatregel kan, gezien de ernst van het feit, naar het oordeel van de rechtbank in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Toch zal de rechtbank hiervan afwijken, om de navolgende redenen.
Uit de rapporten van de deskundigen, de verklaringen van verdachte bij de politie en zijn verklaring ter terechtzitting, blijkt dat verdachte kampt met een langdurige worsteling omtrent het downloaden, bekijken en het vervolgens weer verwijderen van kinderporno. Wanneer bij verdachte sprake is van stress en/of spanningen, lijkt hij in een vicieuze cirkel te verkeren waarbij hij kinderporno bekijkt om zijn spanningen te reguleren, maar zich hiervoor zodanig schaamt dat hij daarna alles in de digitale prullenbak gooit om het materiaal vervolgens weer uit de prullenbak op te halen omdat nieuwe spanningen zijn ontstaan vanwege schuldgevoel. Door oplegging van de tbsmaatregel met voorwaarden tracht de rechtbank een gedragsverandering bij verdachte te bewerkstelligen die volgens de deskundigen binnen bereik ligt indien verdachte intensieve begeleiding, hulp, steun en toezicht ontvangt. Er is veel moeite gedaan door verdachte, de reclassering en andere hulpverleners om zijn leven op orde te krijgen. Dat is naar omstandigheden gelukt. Het bestaande toezicht verloopt naar wens. Dit zijn belangrijke beschermende factoren die recidive door verdachte helpen voorkomen. Uit de toelichting van de deskundigen ter terechtzitting begrijpt de rechtbank dat een gevangenisstraf het ingezette hulptraject zodanig zou kunnen verstoren dat verdachte terugvalt in zijn problematiek. Hoewel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegenover de maatschappij de strafdoelen vergelding en generale preventie dient, is de maatschappij naar het oordeel van de rechtbank uiteindelijk meer gebaat bij een strikt toezichtkader met een stevige stok achter de deur. De rechtbank acht daarom aangewezen om – naast de tbs-maatregel met voorwaarden – aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, en wel voor de duur van twee jaren. Op die manier behoort bij recidive zowel omzetting naar een tbs-maatregel met bevel tot verpleging tot de mogelijkheden als een betrekkelijk lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Naar het oordeel van de rechtbank kan echter niet worden volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op eerdergenoemde strafdoelen. Om die reden legt zij tevens aan verdachte de maximale taakstraf op van 240 uur subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. De rechtbank realiseert zich dat artikel 22b Sr het opleggen van een taakstraf voor een feit als het onderhavige belemmert, maar de rechtbank acht maatwerk in dit geval geboden. Gelet op genoemd artikel is de rechtbank genoodzaakt aan verdachte één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, hetgeen zij zal doen.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet verder aanleiding om aan verdachte een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen zoals bedoeld in artikel 38z Sr. De rechtbank acht dit noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, zodat (eventueel) langdurig toezicht kan worden gehouden op verdachte teneinde dreigende recidive te signaleren.

7.Vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 20/003806-16

Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging heeft de officier van justitie gevorderd dat deze wordt toegewezen.
De raadsvrouw heeft de rechtbank in overweging gegeven de voorwaardelijke gevangenisstraf om te zetten naar de maximale taakstraf.
Bij onherroepelijk geworden arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 13 juni 2017 is verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De proeftijd is ingegaan op 17 april 2018.
Nu verdachte gedurende de proeftijd opnieuw een strafbaar feit heeft gepleegd, zou tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk gedeelte van de straf geïndiceerd zijn. De rechtbank acht dit echter niet opportuun gelet op de oplegging van de tbs-maatregel met voorwaarden. Daarbij ziet de rechtbank het uitvoeren van de maximale taakstraf bovenop de taakstraf voor het nieuwe strafbare feit, binnen de wettelijke termijn van achttien maanden, als ondoenlijk voor zowel verdachte als de reclassering (nog afgezien van de belemmering van het taakstrafverbod in artikel 22b Sr, dat ook hier geldt). De rechtbank zal daarom niet de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordeling gelasten, maar bepalen dat de proeftijd wordt verlengd met één jaar.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 37a, 38, 38a, 38z en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.2 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Gevangenisstraf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Taakstraf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Tbs-maatregel met voorwaarden
-
gelast dat de verdachte ter beschikking zal worden gesteld, onder de volgende voorwaarden:
1. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
o De terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
o De terbeschikkinggestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de terbeschikkinggestelde vast te stellen;
o De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
o De terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
o De terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken;
o De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
o De terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
o De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
2. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan een COSA-traject, indien en zolang de reclassering dat nodig vindt;
3. De terbeschikkinggestelde werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;
4. De terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of naar het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
5. De terbeschikkinggestelde laat zich behandelen door FPP De Horst of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
6. De terbeschikkinggestelde verblijft in De Vliet of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf is reeds gestart. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt.
De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. De terbeschikkinggestelde gebruikt geen alcohol, tenzij met toestemming van de toezichthouder, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd;
8. De terbeschikkinggestelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de terbeschikkinggestelde dat door de reclassering gescreende personen dan wel professionals hierbij aanwezig zijn.
9. De terbeschikkinggestelde onthoudt zich van de navolgende gedragingen, op welke wijze dan ook:
o het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De reclassering houdt toezicht op de naleving van deze voorwaarde. Dat toezicht vindt plaats op de navolgende wijze:
o de terbeschikkinggestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt deze gedragingen te voorkomen;
o op verzoek van de reclassering werkt de terbeschikkinggestelde maximaal tweemaal per jaar mee aan een steekproefsgewijze controle van zijn gegevensdragers. Die controle houdt in dat de reclasseringsmedewerker of een politiemedewerker de gegevensdragers controleert door deze met het gebruik van zoekwoorden gericht te doorzoeken.
10. De terbeschikkinggestelde neemt geen (vrijwilligers) werk aan, waarbij hij op regelmatige basis in aanraking komt met minderjarigen of waarbij hij verantwoordelijk is voor minderjarigen, dan wel werkzaamheden waardoor hij niet voldoende in het zicht van de reclassering kan blijven (meerdere dagen achtereenvolgens van huis);
  • geeft aan de reclassering de opdracht, als bedoeld in artikel 38 van het Wetboek van Strafrecht, om de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
  • beveelt dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is;

Gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel

- legt aan verdachte op de
maatregel tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht;

Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 20/003806-16

-
verlengt de proeftijd met één jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Verkijk, voorzitter, mr. M.A. Teeuwissen en mr. C. Reijntjes-Wendenburg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Dijkhoff, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 12 april 2021.
Buiten staat
mr. R. Verkijk en mr. C. Reijntjes-Wendenburg zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
hij
op één of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 mei 2016 tot en met 1 mei 2018 te Ommel, in de gemeente Asten en/of in de gemeente Venray en/of te Steyl, in de gemeente Venlo, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of films - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten een of meer computer(s),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd
van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven,in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een foto met bestandsnaam: [bestand 1] , p. 112 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestand 2] , p. 113 pv en/of
een video met bestandsnaam: [bestand 3] , p. 114 pv en/of
een video met bestandsnaam: [bestand 4] , p. 114 pv)
en/of
het met de penis betasten en/of een voorwerp (een gebogen staaf) aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de mond/tong en/of (een) vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(een foto met bestandsnaam: [bestand 5] p. 113 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestand 6] , p. 111 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestand 7] , p. 112 pv)
en/of
het door een dier oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt likken, in de mond nemen, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een dier
en/of
het door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een dier
(een foto met bestandsnaam: [bestand 8] , p. 111 en 112 pv)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een (erotisch getinte) houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(een foto met bestandsnaam: [bestand 9] , p. 112 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestand 10] , p. 112 pv en/of
een foto met bestandsnaam: [bestand 11] , p. 113 pv)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de (ontblote) vagina en/of anus van die persoon in beeld wordt gebracht, terwijl op en/of in de vagina en/of op de binnenkant van het bovenbeen en/of op de bil van die persoon een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(een foto met bestandsnaam: [bestand 12] , p. 113 pv)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Limburg, Team Kinderporno, proces-verbaalnummer 2018029875, gesloten d.d. 23 januari 2019, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 124.
2.Proces-verbaal digitaal onderzoek gebruikerssporen van verbalisant [naam 1] d.d. 1 november 2018, p. 62-65
3.Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (tbkk) van verbalisant [naam 2] d.d. 25 januari 2019 met bijlagen, p. 109-123
4.Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 4 december 2018, p. 75-81
5.Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 10 januari 2019, p. 98-102