6.3Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verweven en het in bezit hebben van een zeer uitgebreide verzameling kinderporno. Via een internetbrowser op het darkweb heeft verdachte zich toegang verschaft tot een kinderpornoforum waarop kinderpornografisch materiaal kon worden gedownload en reacties konden worden achtergelaten. Onder meer door middel van genoemd forum heeft verdachte zich aldus toegang verschaft tot kinderpornografische afbeeldingen en video’s met – zo stelt de rechtbank vast – gruwelijke inhoud, waaronder foltering en seksueel misbruik van zeer jonge kinderen en dieren. Daarnaast liet verdachte met regelmaat berichten achter op het forum waarin hij zijn vergaande seksuele fantasieën met minderjarige kinderen beschreef. Op de computers van verdachte zijn 6603 foto’s en 465 video’s aan kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Jarenlang downloadde en bekeek verdachte het materiaal en maakte hij er zo een gewoonte van, zelfs toen hij onder toezicht stond van de reclassering in verband met een eerdere veroordeling voor het bezit van kinderporno.
Door zijn handelen heeft verdachte een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de commerciële markt voor kinderporno. Bij de productie van kinderpornografische afbeeldingen en video’s worden kinderen op aangrijpende wijze seksueel misbruikt door volwassenen die hen juist tegen dit soort handelen in bescherming behoren te nemen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die slachtoffer zijn van kinderporno nog jarenlang, zo niet permanent, zowel psychische als lichamelijke gevolgen ondervinden van het (seksueel) misbruik dat zij hebben moeten doorstaan en de daarmee gepaard gaande vernederingen. De rechtbank acht dit zeer kwalijk en rekent dit verdachte zwaar aan.
Rapportages
De rechtbank heeft acht geslagen op eerder genoemde door psychiater J.M. Nijdam en psycholoog C. Clarijs over verdachte opgemaakte rapporten en hun ter terechtzitting gegeven toelichting. Zoals reeds onder 5 uiteengezet komt de rechtbank tot de conclusie dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend.
De psychiater acht bij verdachte in beginsel een aanzienlijk recidiverisico aanwezig, wanneer naar het patroon van de afgelopen jaren wordt gekeken. Verdachte is twee keer eerder veroordeeld en in behandeling geweest in verband met het bezit van kinderporno. Na een eerste tbs-behandeling tot 2012 viel hij al snel terug. Er was in die periode geen sprake van nadere behandeling of toezicht. Vanaf 2016 tot medio 2018 is verdachte opnieuw in behandeling geweest en was er sprake van reclasseringstoezicht. Desondanks heeft verdachte al zeer snel, en dus tijdens de behandeling en ondanks reclasseringstoezicht, gerecidiveerd. In 2019 heeft verdachte een intensieve behandeling gehad, waarna het reclasseringstoezicht werd hervat en woonbegeleiding werd opgestart. Sinds september 2019 is hij weer ambulant in behandeling bij FPP De Horst. Ondanks een aantal stresserende gebeurtenissen waaronder het overlijden van zijn stiefvader, is verdachte stabiel blijven functioneren en zijn er geen concrete aanwijzingen voor een terugval in delictgedrag geweest. Binnen het huidige behandelings- en begeleidingskader en met het thans bestaande kader van toezicht en controle kan het recidiverisico dan ook als laag tot matig worden beschouwd. Bij het wegvallen van dit kader zal het recidiverisico echter naar verwachting – gelet op het gebleken patroon – weer hoger worden. Volgens de psychiater is het van belang dat verdachte de op hem afgestemde behandeling, zoals deze nu loopt en vorm heeft gekregen, kan voortzetten. Een klinische behandeling is volgens hem op dit moment niet geïndiceerd, en mogelijk zelfs contraproductief, omdat een klinische opname de bestaande resocialisatie en maatschappelijke inbedding ernstig zou verstoren. De voorkeur van de psychiater gaat uit naar het opleggen van een tbs-maatregel met voorwaarden. Dit biedt volgens de psychiater de mogelijkheid om ook over een langere tijd toezicht, controle en risicomanagement te kunnen realiseren. Om ook na afloop van de tbs-maatregel voortdurend toezicht en controle van verdachte mogelijk te maken geeft hij de rechtbank in overweging om daarnaast een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen.
De psycholoog schat het recidiverisico bij verdachte eveneens hoog in. Dit zou gereduceerd kunnen worden door de oplegging van een tbs-maatregel met bevel tot verpleging van overheidswege voor een beperkte tijd, zoals reeds eerder aan de orde is geweest. Een opname in een kliniek zou echter vanuit behandel- en begeleidingsoptiek niets toevoegen. Evenmin zou door klinische behandeling de recidivekans veel meer verminderen dan door ambulante behandeling. Opname in een kliniek betekent voor verdachte, naast te verwachten problemen met de intensievere sociale dynamiek aldaar, ook een onderbreking van de huidige woonbegeleiding en dagbesteding en is daarom contra-geïndiceerd. De psycholoog heeft geadviseerd dat een langdurend lopend ambulant traject met een sterke stok achter de deur in de vorm van een tbs-maatregel met voorwaarden passend is. Gedacht kan worden aan een Theory Of Mind-training en een sociale vaardigheidstraining. Teneinde verdachtes eigenwaarde te vergroten is begeleiding naar opleiding en werk van belang. Verdachte lijkt ook vooral gebaat bij langdurige betrouwbare begeleiding om zijn vertrouwen in anderen en in zichzelf te kunnen vergroten. Daarvoor is een aanmelding van verdachte bij de COSAkring (Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid) van belang. Na afloop van de tbs-maatregel met voorwaarden zou tenuitvoerlegging van de voorgestelde gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel in overweging genomen kunnen worden.
Reclassering Nederland heeft een maatregelenrapport over verdachte opgemaakt, gedateerd 12 maart 2021. Zowel ter terechtzitting als in genoemd rapport geeft de heer Krook, toezichthouder van verdachte, aan dat verdachte zich in het afgelopen jaar begeleidbaar en transparant heeft opgesteld. Ondanks meerdere stressmomenten heeft, voor zover bekend, geen recidive plaatsgevonden. Op dit moment is verdachte goed ingebed in de begeleiding en behandeling. Er zijn geen aanwijzingen voor delictgedrag. De reclassering heeft geadviseerd om een tbsmaatregel met voorwaarden op te leggen met een bevel strekkende tot de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden, en daarnaast heeft zij aan de rechtbank in overweging gegeven om een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. In het rapport is te lezen dat verdachte zich bereid heeft verklaard tot medewerking aan de voorwaarden. Verdachte heeft dit bevestigd ter terechtzitting.
Terbeschikkingstelling
Met betrekking tot de diagnose (zoals onder 5 genoemd), het recidivegevaar en de passende behandelinterventie, verenigt de rechtbank zich met bovenstaande rapporten en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichtingen. Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare.
Bij verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Aangezien de rechtbank voorts van oordeel is dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen het opleggen van een tbs-maatregel eist – bij het wegvallen van huidig behandelkader zal het recidiverisico naar verwachting toenemen – en het bewezenverklaarde een misdrijf betreft waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld, is de rechtbank van oordeel dat verdachte ter beschikking moet worden gesteld.
Volgens de rechtbank kan bij de terbeschikkingstelling van verdachte worden volstaan met een tbs-maatregel met voorwaarden. De rechtbank zal daartoe, ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen, voorwaarden betreffende het gedrag van de verdachte stellen, en wel de voorwaarden waartoe de reclassering heeft geadviseerd. Daarnaast zal de rechtbank bepalen dat verdachte dient mee te werken aan een COSA-traject, zoals voorgesteld door psycholoog Clarijs, en dat verdachte, zoals gevorderd door de officier van justitie, zijn medewerking moet verlenen aan het steekproefsgewijs laten controleren van zijn digitale gegevensdragers. Verdachte heeft zich bereid verklaard tot naleving van die voorwaarden.
De rechtbank zal de dadelijke uitvoerbaarheid van de tbs-maatregel met voorwaarden bevelen, zodat direct kan worden begonnen met de uitvoering van de voorwaarden. Naar het oordeel van de rechtbank dient er ernstig rekening mee te worden gehouden dat verdachte, indien hij niet intensief wordt behandeld en begeleid, zal terugvallen in soortgelijk delictgedrag.
De rechtbank merkt nog op dat het bewezenverklaarde niet kan worden gekarakteriseerd als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr. Indien derhalve alsnog een bevel tot verpleging van overheidswege wordt afgegeven, is de duur van de terbeschikkingstelling op voorhand gemaximeerd tot vier jaar.
Straf
Naast oplegging van de tbs-maatregel kan, gezien de ernst van het feit, naar het oordeel van de rechtbank in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Toch zal de rechtbank hiervan afwijken, om de navolgende redenen.
Uit de rapporten van de deskundigen, de verklaringen van verdachte bij de politie en zijn verklaring ter terechtzitting, blijkt dat verdachte kampt met een langdurige worsteling omtrent het downloaden, bekijken en het vervolgens weer verwijderen van kinderporno. Wanneer bij verdachte sprake is van stress en/of spanningen, lijkt hij in een vicieuze cirkel te verkeren waarbij hij kinderporno bekijkt om zijn spanningen te reguleren, maar zich hiervoor zodanig schaamt dat hij daarna alles in de digitale prullenbak gooit om het materiaal vervolgens weer uit de prullenbak op te halen omdat nieuwe spanningen zijn ontstaan vanwege schuldgevoel. Door oplegging van de tbsmaatregel met voorwaarden tracht de rechtbank een gedragsverandering bij verdachte te bewerkstelligen die volgens de deskundigen binnen bereik ligt indien verdachte intensieve begeleiding, hulp, steun en toezicht ontvangt. Er is veel moeite gedaan door verdachte, de reclassering en andere hulpverleners om zijn leven op orde te krijgen. Dat is naar omstandigheden gelukt. Het bestaande toezicht verloopt naar wens. Dit zijn belangrijke beschermende factoren die recidive door verdachte helpen voorkomen. Uit de toelichting van de deskundigen ter terechtzitting begrijpt de rechtbank dat een gevangenisstraf het ingezette hulptraject zodanig zou kunnen verstoren dat verdachte terugvalt in zijn problematiek. Hoewel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegenover de maatschappij de strafdoelen vergelding en generale preventie dient, is de maatschappij naar het oordeel van de rechtbank uiteindelijk meer gebaat bij een strikt toezichtkader met een stevige stok achter de deur. De rechtbank acht daarom aangewezen om – naast de tbs-maatregel met voorwaarden – aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, en wel voor de duur van twee jaren. Op die manier behoort bij recidive zowel omzetting naar een tbs-maatregel met bevel tot verpleging tot de mogelijkheden als een betrekkelijk lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Naar het oordeel van de rechtbank kan echter niet worden volstaan met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op eerdergenoemde strafdoelen. Om die reden legt zij tevens aan verdachte de maximale taakstraf op van 240 uur subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. De rechtbank realiseert zich dat artikel 22b Sr het opleggen van een taakstraf voor een feit als het onderhavige belemmert, maar de rechtbank acht maatwerk in dit geval geboden. Gelet op genoemd artikel is de rechtbank genoodzaakt aan verdachte één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, hetgeen zij zal doen.
Gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel
De rechtbank ziet verder aanleiding om aan verdachte een gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen zoals bedoeld in artikel 38z Sr. De rechtbank acht dit noodzakelijk ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, zodat (eventueel) langdurig toezicht kan worden gehouden op verdachte teneinde dreigende recidive te signaleren.