Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
beschikking vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing in de zaak van:
[de vader] ,
de gecerficeerde instelling STICHTING BUREAU JEUGDZORG LIMBURG,
[minderjarige 1] ,
,
Het procesverloop
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de vader, ingekomen op 22 januari 2021;
- de brief, met bijlage, van de vader van 17 februari 2021;
- het verweerschrift van de GI, ingekomen op 18 februari 2021;
- de mondelinge behandeling op 25 februari 2021, waarbij de zaak, gezamenlijk met het verzoek ten aanzien van de verlenging van de ondertoezichtstelling (onder zaaknummers C/03/280513 / JE RK 20-1600 en C/03/280515 / JE RK 20-1601) en de procedure tussen de ouders omtrent – kort gezegd – het gezag en de omgang (onder zaaknummer C/03/276243 / FA RK 20-1160), met gesloten deuren is behandeld. Met betrekking tot de onderhavige kwestie (vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing) zijn gehoord:
De feiten
Het verzoek
De beoordeling
mitsgeen sprake is van coronagerelateerde klachten. Echter, in dit geval was de moeder op 20 december 2020 positief getest op het coronavirus en bleek [minderjarige 2] op 5 januari 2021 eveneens positief te zijn getest op het coronavirus. Onder die omstandigheden kan naar het oordeel van de kinderrechter niet, zonder enige verdere toelichting, worden volgehouden dat de zorgregeling (ten aanzien van [minderjarige 1] ) “gewoon” moet worden uitgevoerd en [minderjarige 1] zekerheidshalve niet nog enkele dagen, totdat hij getest zou worden op 10 januari 2021, bij de vader kon verblijven. Het had op de weg van de GI gelegen haar beweegredenen in dit kader (uitgebreider) te motiveren in de schriftelijke aanwijzing, hetgeen niet is gebeurd. Voor zover in de schriftelijke aanwijzing is opgenomen “U brengt [minderjarige 1] vrijdag 08-01-2021 om 17.00 uur terug naar moeder.”, is die aanwijzing dan ook onvoldoende gemotiveerd en kan dit onderdeel niet in stand blijven.