Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het op 24 november 2020 ter griffie ontvangen verzoekschrift
- de nagekomen bijlagen van de zijde van [verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijke) tegenverzoek]
- het ter zitting van 30 december 2020 overgelegde verweerschrift, tevens inhoudend een voorwaardelijk tegenverzoek en een tegenverzoek
- het proces-verbaal van de op de zitting gesloten vaststellingovereenkomst
- het e-mailbericht van de gemachtigde van [verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijke) tegenverzoek] van 6 januari 2021, waarin deze de vaststellingsovereenkomst ontbindt ex art. 7:670b lid 2 BW en verzoekt de procedure te hervatten
- de brief van 2 maart 2021 van de zijde van [verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijke) tegenverzoek] met een aanvullende productie
- het op 8 maart 2021 ter griffie ontvangen verweerschrift van [verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijke) tegenverzoek] tegen de op 30 december 2020 gedane (voorwaardelijke) tegenverzoeken
- de mondelinge behandeling ter zitting van 10 maart 2021, waar [verweerder, verzoeker in het (voorwaardelijke) tegenverzoek] noch zijn gemachtigde is verschenen, hoewel datum en tijdstip voor de mondelinge behandeling op verzoek van de gemachtigde in overeenstemming met zijn agenda waren bepaald.
2.De feiten
Hier ligt trouwens post voor jou Dat je op staande voet ontslagen bent Succes”. Op het verzoek van [verzoeker, verweerder in het (voorwaardelijke) tegenverzoek] van 2 oktober 2020, eveneens per whatsappbericht, om hem de brief per e-mail door te sturen, heeft [verweerder, verzoeker in het (voorwaardelijke) tegenverzoek] niet gereageerd.
3.De verzoeken en het geschil
b, want het dienstverband heeft minder dan tien jaar geduurd) BW.