Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het verzoekschrift, dat tevens een incidentele vordering bevat, met bijlagen
- het verweerschrift met bijlagen
- de door [verzoeker] nagezonden bijlagen 8 en 9,
- de mondelinge behandeling op 24 maart 2021, waarbij beide partijen pleitnota’s hebben overgelegd en waarbij [verzoeker] zijn verzoek heeft aangepast.
2.De feiten
- op woensdag 6 november 2019 heeft [verzoeker] zijn collega [naam collega 1] tijdens een meningsverschil waarbij [verzoeker] boos werd naar de keel gegrepen. Vipack vermeldt in de brief dat het heel agressief en bedreigend overkwam op andere collega’s die hiervan getuige waren en dat dit gedrag voor haar onacceptabel is;
- [verzoeker] heeft zich in week 44 tijdens een avonddienst door de oude wikkelmachine laten inwikkelen met folie om te testen of hij sterk genoeg was om de folie zelfstandig te verwijderen. Ook dit gedrag vindt Vipack onacceptabel.
- hij meermaals is gezien met de telefoon in zijn handen, terwijl het gebruik van de mobiele telefoon in de productie niet is geoorloofd;
- hij in de pauze onvoldoende afstand houdt van collega’s vanwege Covid-19
- hij schuttingtaal gebruikt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 747,00 salaris gemachtigde.