ECLI:NL:RBLIM:2021:3026
Rechtbank Limburg
- Wraking
- M.B.T.G. Steeghs
- V.P. van Deventer
- F.L.G. Geisel
- M.A. Teeuwissen
- M.J.W.D. Janssen
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in civiele procedure wegens vermeende vooringenomenheid
In deze zaak heeft verzoeker op 30 november 2020 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. T. Dohmen. Later, op 12 januari 2021, heeft verzoeker ook een verzoek tot wraking ingediend tegen de (beoogd) voorzitter van de wrakingskamer, mr. M.B.T.G. Steeghs. De wrakingskamer heeft op 2 februari 2021 de mogelijkheid geboden om het verzoek schriftelijk te behandelen, waarop verzoeker op 22 januari 2021 toestemming heeft gegeven. De rechter heeft op 4 februari 2021 aangegeven geen behoefte te hebben om te reageren op de reactie van verzoeker. De wrakingskamer heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat er geen feiten of omstandigheden zijn die wijzen op vooringenomenheid van de rechter. Verzoeker heeft geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid kunnen onderbouwen. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het tijdsverloop in de procedure voornamelijk te wijten is aan het wachten op de reactie van verzoeker over de wijze van behandeling van het wrakingsverzoek. Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er geen grond was voor de veronderstelling dat de rechter partijdig was.