ECLI:NL:RBLIM:2021:3021
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring wrakingsverzoek tegen rechter wegens vermeende partijdigheid
In deze zaak heeft verzoeker op 19 januari 2021 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. T.M. Schelfhout, rechter in de rechtbank Limburg, omdat deze eerder zaken van verzoeker heeft behandeld. Verzoeker stelt dat de rechter hierdoor niet onpartijdig kan oordelen in de huidige zaak met nummer ROE 20/1606 WMO 15 SC. De rechter heeft op 21 januari 2021 gereageerd op het wrakingsverzoek en betoogd dat het feit dat hij eerdere zaken van verzoeker heeft behandeld, niet betekent dat hij niet onpartijdig kan zijn in de huidige zaak.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van het Wrakingsprotocol en de Algemene wet bestuursrecht. Volgens artikel 4, tweede lid, van het Wrakingsprotocol kan de wrakingskamer een verzoek tot wraking ongegrond verklaren zonder behandeling ter zitting als het verzoek kennelijk ongegrond is. De wrakingskamer concludeert dat de enkele omstandigheid dat de rechter eerder zaken van verzoeker heeft behandeld, niet voldoende is om aan te nemen dat de rechter niet objectief kan oordelen. Verzoeker heeft geen uitzonderlijke omstandigheden aangedragen die de vrees voor partijdigheid objectief zouden rechtvaardigen.
Bovendien heeft de wrakingskamer vastgesteld dat verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken heeft ingediend op soortgelijke gronden, wat leidt tot de conclusie dat hij misbruik maakt van zijn bevoegdheid om wrakingsverzoeken in te dienen. Daarom heeft de wrakingskamer besloten dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar gemaakt op 28 januari 2021 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.