2.1.[eiseres, gedaagde in het verzet] heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
voor recht verklaart dat [eiseres, gedaagde in het verzet] erfgename is van erflater en daarmee gerechtigd tot de (goederen en overige vermogensbestanddelen van de) nalatenschap,
voor recht verklaart dat [eiseres, gedaagde in het verzet] rechthebbende is op een legaat ter grootte van de legitieme portie in de nalatenschap van erflaatster,
bij tussenvonnis bij wege van voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv op grond van art. 22 Rv jo artikel 843a Rv [gedaagde, eiser in het verzet] veroordeelt om in het geding te brengende navolgende stukken:
- overzicht van alle bezittingen op het moment van overlijden erflaatster;
- overzicht van de inboedel met waarden, afschriften van bankrekeningen van erflaatster vanaf 1 juni 2012 tot 2 juli 2019;
- overzicht van alle schulden op het moment van overlijden, waaronder een gespecificeerde opgave van de vorderingen van de kinderen en kleinkinderen in erflaters nalatenschap;
- de factuur van de uitvaart;
- overige facturen, declaraties en bonnen van de uitgaven;
- het polisblad van eventuele uitvaartverzekeringen;
- het polisblad van eventuele levensverzekeringen;
- de aangiften en aanslagen inkomstenbelasting 2016, 2017 en 2018;
- de aangiften erfbelasting in beide nalatenschappen;
- opgave van alle schenkingen die in het verleden door erflaatster zijn gedaan;
- alle overige informatie die van belang kan zijn;
zulks op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag of dagdeel dat gedaagde na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan de veroordeling te voldoen en bepaalt dat boven de som van € 30.000,00 geen dwangsom meer wordt verbeurd,
4. gedaagde veroordeelt tot afgifte aan eiseres van de tot de nalatenschap van erflater behorende goederen, vermogensbestanddelen en geldswaarden, de nalatenschap van erflater betreffende;
5. gedaagde veroordeelt tot uitkering van het aan eiseres toekomende legaat ter grootte van haar legitieme portie in de nalatenschap van erflaatster;
6. gedaagde veroordeelt tot betaling van de wettelijke rente vanaf 12 oktober 2019 tot de dag der algehele voldoening over het sub 4 en 5 aan eiseres uit hoofde van de nalatenschappen van erflater en erflaatstere verschuldigde;
7. gedaagde veroordeelt tot betaling van een dwangsom groot € 500,-- per dag of dagdeel dat gedaagde – na betekening van het in deze te wijzen vonnis – in gebreke blijft aan de veroordelingen sub 1 t/m 6 te voldoen,
8. gedaagde veroordeelt in de kosten van deze procedure alsmede de verzochte voorlopige voorziening ex art. 223 Rv, alsmede in de nakosten indien gedaagde niet binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen (tussen) vonnis aan de veroordelingen voldoet.