ECLI:NL:RBLIM:2021:2965

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
6 april 2021
Zaaknummer
C/03/273310 / HA ZA 20-51
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige in civiele procedure over vastgoedtaxatie

In deze civiele procedure, aangespannen door de besloten vennootschap RVE VASTGOED B.V. tegen meerdere gedaagden, heeft de rechtbank Limburg op 31 maart 2021 een vonnis gewezen met betrekking tot de benoeming van een deskundige. De zaak betreft een geschil over de waardebepaling van vastgoed, waarbij partijen niet tot overeenstemming konden komen over het aantal en de persoon van de te benoemen deskundige(n) en de hoogte van het voorschot. RVE VASTGOED B.V. stelde voor om één deskundige te benoemen, terwijl de gedaagden meenden dat dit onvoldoende zou zijn en stelden voor om een RICS-gecertificeerde taxateur aan te wijzen. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om slechts één deskundige te benoemen, ondanks de bezwaren van de gedaagden. De griffier heeft contact opgenomen met verschillende deskundigen, waarbij de heer B. Huijts bereid was de opdracht te aanvaarden. Huijts heeft in zijn advies aangegeven dat het landmeetkundig deel niet tot zijn expertise behoort en heeft geadviseerd om een landmeter in te schakelen. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de hoogte van de begrote kosten en het advies van Huijts. De zaak is verwezen naar de rol van 28 april 2021 voor verdere uitlating van partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/273310 / HA ZA 20-51
Vonnis van 31 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RVE VASTGOED B.V.,
gevestigd te Hilversum,
eiseres,
advocaat mr. J.J. Dingemans te 's-Hertogenbosch,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats 3] ,
gedaagden,
advocaat mr. B.M.M. Hepkema te Maastricht.
Partijen worden hierna RVE en [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] genoemd.
[gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] worden samen [gedaagden] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 25 november 2020,
  • de akte uitlating omtrent benoeming deskundige van [gedaagden] ,
  • de akte uitlaten deskundige van RVE.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Partijen zijn bij vonnis van 25 november 2020 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n), over de persoon van de deskundige(n), over de aan de deskundige(n) te stelen vragen en over de maximaal acceptabele hoogte van het voorschot van de deskundige(n).
2.2.
Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over het aantal te benoemen deskundigen, de persoon van de deskundige en de hoogte van het maximaal toelaatbare voorschot. Partijen hebben wel overeenstemming over de aan de deskundige voor te leggen vragen.
Persoon van de deskundige
2.3.
[gedaagden] stellen dat het benoemen van één deskundige onvoldoende is, omdat een waardebepaling van één deskundige met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de situatie in het leven roept dat een van de procespartijen een onbevredigd gevoel aan diens conclusie overhoudt. [gedaagden] stellen een RICS-gecertificeerde taxateur voor. Het maximaal toelaatbare voorschot dient volgens [gedaagden] te worden bepaald op € 3.500,- (exclusief btw) per deskundige.
2.4.
RVE stelt dat met de benoeming van één deskundige kan worden volstaan, en stelt voor een lid van de Kamer Bedrijfsmatig Vastgoed van het Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (hierna: NRVT) te benoemen. Bij het NRVT is onder meer het RICS aangesloten. Het maximaal toelaatbare voorschot dient volgens RVE te worden bepaald op € 1.500,- (exclusief btw).
2.5.
De rechtbank ziet in hetgeen door [gedaagden] is gesteld geen aanleiding om meer dan één taxateur te benoemen.
2.6.
Omdat partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de te benoemen deskundige, heeft de griffier in opdracht van de rechtbank contact gezocht met een zestal deskundigen (taxateurs). Vijf van de zes deskundigen waren niet bereid de benoeming te aanvaarden. De heer B. Huijts te Utrecht (verder: Huijts) heeft kenbaar gemaakt de opdracht wel te kunnen aanvaarden. De registraties van Huijts zien toe op zowel NRVT Bedrijfsmatig Vastgoed en Registred Valuer bij de RICS. Voorts is Huijts ingeschreven bij het LRGD (Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen).
2.7.
Huijts stelt in zijn e-mail van 11 maart 2021 dat het landmeetkundig deel niet de expertise is van een vastgoedtaxateur. Hij adviseert dan ook het Kadaster of een door haar gecrediteerde landmeters te vragen. Mede omdat dan afhankelijk van het vonnis, de kadastrale inmeting gereed ligt en slechts administratief hoeft te worden verwerkt. De taxatievraag kan beantwoord worden als de uitkomst van de landmeting bekend is.
Huijts begroot het voorschot, uitgaande van 20,5 uren à € 225,-- per uur ex btw, op
€ 5.581,12 incl. btw.
2.8.
Huijts heeft de uren als volgt begroot:
  • opname en reistijd 1,5 uur
  • analyse casus 1,0 uur
  • onderzoek vastgoedmarkten ter plaatse (o.a. bouwgrond-, bedrijvenmarkt) 3,0 uur
  • methodieken 3,0 uur
  • schrijven conceptrapport 5,0 uur
  • opmaak en verzenden conceptrapport t.b.v. hoor- en wederhoor aan partijen 1,0 uur
  • ontvangen reacties en verwerken reacties van partijen 3,0 uur
  • conform NRVT-reglementen organiseren van tegenlezen door derde-taxateur
(zgn. Plausibiliteitsverklaring) 2,0 uur
- opleveren definitief rapport 1,0 uur
Voorschot
2.9.
Alvorens de rechtbank tot benoeming over kan gaan, worden partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de hoogte van de begrote kosten. Partijen wordt verzocht om, ingeval men niet akkoord gaat met de begrote kosten, in onderling overleg, gezamenlijk een deskundige aan te wijzen.
Landmeter
2.10.
Partijen worden verzocht zich uit te laten over het advies van Huijts een landmeter, al dan niet zijnde het Kadaster, aan te wijzen voor het landmeetkundige gedeelte.
Vragen
2.11.
Partijen hebben overeenstemming over de aan de deskundige voor te leggen vragen.
2.12.
De rechtbank zal aan de deskundige de navolgende vragen voorleggen:
1. Wat is de exacte oppervlakte van Overbouw B?
2. Wat is de actuele marktwaarde van Overbouw B per m2?

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak naar de rol van 28 april 2021 voor uitlating partijen als bedoeld in r.o. 2.9 en 2.10,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing.
Aldus gewezen door mr. K.J.H. Hoofs en in het openbaar uitgesproken.
Type: KH