ECLI:NL:RBLIM:2021:2935

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
2 april 2021
Zaaknummer
9010262 CV EXPL 21-673
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Wonen Zuid en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De procedure is gestart door middel van een dagvaarding, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 maart 2021. De gedaagde huurde een woning van Wonen Zuid voor een maandelijkse huurprijs van € 560,43, maar had een huurachterstand opgebouwd van € 1.681,29 tot en met 31 januari 2021. Wonen Zuid vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, evenals betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De gedaagde erkende de huurachterstand en betwistte de vordering niet. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand de gevorderde ontbinding en ontruiming rechtvaardigde. De vordering van Wonen Zuid werd toegewezen, inclusief de huurachterstand en de buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van Wonen Zuid, die op € 989,22 werden begroot. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 9010262 CV EXPL 21-673
Vonnis van de kantonrechter van 31 maart 2021
in de zaak van:
de stichting
STICHTING WONEN ZUID
gevestigd te Roermond,
eisende partij,
gemachtigde Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge weergave van het schriftelijke antwoord
- de akte van Wonen Zuid van 5 maart 2021 met de actuele huurachterstand
- de op 12 maart 2021 gehouden mondelinge behandeling, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt de woning aan de [adres] te [woonplaats] van Wonen Zuid voor een maandelijkse huurprijs van (thans) € 560,43 per maand, te voldoen voor of op de eerste dag van de maand.
2.2.
[gedaagde] heeft een huurachterstand laten ontstaan van € 1.681,29 tot en met 31 januari 2021.

3.Het geschil

3.1.
Wonen Zuid vordert kort gezegd ontbinding en ontruiming van het gehuurde en betaling van:
- de huurachterstand van € 1.681,29 tot en met 31 januari 2021,
- de buitengerechtelijke incassokosten van € 203,44 inclusief btw,
- de huurpenningen van € 560,43 per maand vanaf 31 januari 2021 tot de dag van ontruiming, en
- de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] erkent de huurachterstand.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering van Wonen Zuid niet. De reeds ontstane achterstand in de betalingsverplichtingen – die tussen de datum van dagvaarden en de mondelinge behandeling gelijk is gebleven – rechtvaardigt de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Dit betekent dat ontbindings- en ontruimingsvorderingen zullen worden toegewezen, evenals de huurachterstand tot en met 31 januari 2021 en de hierna nog verschuldigde huurpenningen tot de datum van ontruiming (tot de datum van ontbinding op grond van de huurovereenkomst en daarna op grond van artikel 7:225 BW).
4.2.
De door Wonen Zuid gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 203,44 inclusief btw zullen eveneens worden toegewezen omdat aan de vereisten van artikel 6:96 lid 6 BW is voldaan en het gevorderde tarief in overeenstemming is met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief.
4.3.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Wonen Zuid worden begroot op:
  • dagvaarding € 108,22
  • griffierecht € 507,00
  • salaris gemachtigde €
totaal € 989,22.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst tussen Wonen Zuid en [gedaagde] met betrekking tot het gehuurde staande en gelegen te [woonplaats] aan de [adres] ,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met alle zich daarin bevindende personen en zaken te verlaten en te ontruimen en onder afgifte van de sleutels en hetgeen daartoe verder behoort ter vrije en algehele beschikking van Wonen Zuid te stellen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Wonen Zuid tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 1.884,73,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan Wonen Zuid te betalen € 560,43 voor elke ingegane maand met ingang van 31 januari 2021 tot en met de maand waarin [gedaagde] het gehuurde heeft ontruimd,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] voorts in de proceskosten van Wonen Zuid, tot vandaag begroot op € 989,22,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M. Drenth en in het openbaar uitgesproken.