Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 september 2020 met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties,
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie met producties,
- de conclusie van dupliek in reconventie met productie.
2.De feiten
3.Het geschil in conventie en in reconventie
- € 9.990,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
- € 874,50 aan buitengerechtelijke kosten te vermeerderen met de wettelijke rente;
- de proceskosten;
- de nakosten te vermeerderen met de wettelijke rente.
- de factuur van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en de daaraan verbonden extra kosten nietig te verklaren;
- [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot restitutie van de in rekening gebrachte kosten van het leggen in de buttering float methode;
- [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van de herstelkosten van de vloer zoals door de aangestelde onafhankelijke deskundige aangegeven;
- veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten.
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen met ingang van datum dagvaarding.
- dagvaarding € 83,38
- griffierecht 499,00
- salaris gemachtigde 937,50 (2,5 x tarief € 373,00)