Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
dagvaarding € 103,07
- gemachtigde salaris €
280,50(1,5 punten x € 187,00)
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 31 maart 2021, vorderde de besloten vennootschap GEORGE VASTGOED 1 B.V. betaling van een huurachterstand van € 2.061,08 van de gedaagde partij, die een woning huurde van GEORGE VASTGOED. De huurachterstand was ontstaan vanaf oktober 2019 en liep op tot een totaal van € 1.760,28 tot en met november 2020. De huurprijs was vastgesteld op € 806,43 per maand, te betalen bij vooruitbetaling. De gedaagde had aanvankelijk een gemachtigde, maar procedeerde later in persoon.
De procedure omvatte verschillende stappen, waaronder een dagvaarding, een zuivering van verstek door de gedaagde, en een rolbeslissing waarbij een mondelinge behandeling werd bepaald. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst, met name de tijdige betaling van de huur. Ondanks dat de gedaagde enkele betalingen had gedaan, was hij in gebreke gebleven, wat leidde tot de vordering van GEORGE VASTGOED.
De kantonrechter wees de vordering van GEORGE VASTGOED toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 882,57 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.