Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de moeder, ingekomen op 30 maart 2020;
- het F9-formulier, met bijlagen, van de moeder van 18 augustus 2020;
- het F9-formulier, met bijlage, van de vader van 20 augustus 2020;
- de twee gelijkluidende brieven van de GI van 12 oktober 2020;
- het F9-formulier, met bijlagen, van de vader van 21 januari 2021;
- de F9-formulieren, met bijlagen, van de moeder van 21 januari 2021, 15 februari 2021, 17 februari 2021, 18 februari 2021 en 19 februari 2021;
- het verweerschrift, tevens houdende zelfstandige verzoeken, van de vader, ingekomen op 19 februari 2021;
- de F9-formulieren, met bijlagen, van de vader van 22 en 24 februari 2021;
- de mondelinge behandeling op 25 februari 2021, waarbij de zaak, gezamenlijk met het verzoek ten aanzien van de verlenging van de ondertoezichtstelling (onder zaaknummers C/03/280513 / JE RK 20-1600 en C/03/280515 / JE RK 20-1601) en het verzoek van de vader tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing (onder zaaknummer C/03/287660 / JE RK 21-133), met gesloten deuren is behandeld. Verschenen en gehoord zijn:
- het e-mailbericht, met bijlage, van de vader van 26 februari 2021;
- het door de moeder op 2 maart 2021 ingediende formulier “V8 Niet geregeld verzoek”.
2.De feiten
- [minderjarige 1] , te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,
- [minderjarige 2] , te [geboorteplaats] op [geboortedatum 2] .
3.Het geschil
- te bepalen dat de moeder voortaan alleen het ouderlijk gezag zal uitoefenen over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;
- te bepalen dat de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, zoals bepaald bij beschikking van 3 april 2019, wordt gewijzigd en dat, gedurende een raadsonderzoek naar de (on)mogelijkheden van contact tussen de vader en [minderjarige 2] en [minderjarige 1] , maar ook daarna, dit contact onder begeleiding zal plaatsvinden in het kader van een begeleide omgangsregeling (BOR), totdat de raad de rechtbank zal hebben geadviseerd over de (on)mogelijkheden van contact tussen de vader en [minderjarige 2] en [minderjarige 1] .
4.De beoordeling
- wat zijn (ten diepste) de wensen van de kinderen in relatie tot de omgang en het contact met hun beide ouders en met specifiek hun moeder en hun vader?;
- wat is de kern van het probleem tussen de ouders, mede gelet op hetgeen bij het hof in de beschikking onder 5.1.5. door ouders is aangegeven en waardoor een ouderschapsplan niet tot stand kan komen, en wat is praktisch gezien nodig om dit probleem op te lossen?;
- zijn er concrete mogelijkheden om tot een ouderschapsplan te komen en zien de bijzondere curatoren ruimte om de daartoe benodigde stappen te zetten en welke punten zijn daarbij van cruciaal belang?;
- zo die mogelijkheden er niet blijken te zijn, welke punten willen de bijzondere curatoren de ouders en de rechtbank meegeven met het oog op de toekomst van de kinderen en de door ouders gezochte rust voor henzelf en hun kinderen?;
- geeft het onderzoek de bijzondere curatoren nog anderszins aanleiding tot het maken van opmerkingen of het verstrekken van adviezen aan de ouders, de GI en de rechtbank?
5.De beslissing
- mevrouw mr. A.J. Crombag (kantooradres: Wolfeynde 4, 6191 EB Beek), en
- mevrouw drs. M.E. Kaminski, gevestigd te Roermond,