3.3Het oordeel van de rechtbank
De melding
Op zaterdag 16 mei 2020 omstreeks 13.23 uur kwam bij de politie een melding binnen van een steekpartij. Volgens de melding zou een vrouw, zijnde [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ), zijn neergestoken door een man, zijnde de verdachte. Deze personen zouden elkaar kennen en verblijven in een pand voor de huisvesting van arbeidsmigranten in Venlo. Naar aanleiding van deze melding is de politie ter plaatse gegaan. Zij troffen het slachtoffer [slachtoffer] aan. Zij werd vervolgens overgebracht naar het ziekenhuis voor een behandeling. Door de opsporingsambtenaren werd de verdachte op zijn kamer aangetroffen, waarop hij werd aangehouden. Tijdens een doorzoeking in de kamer van de verdachte werd een steekmes aangetroffen en inbeslaggenomen.Door de forensische opsporing werd geconstateerd dat dit mes een lengte had van ongeveer 32 centimeter, met een lemmet van 19 centimeter en dat dit mes bloedsporen bevatte.
De aangifte
[slachtoffer]heeft op 17 mei 2020 aangifte tegen de verdachte gedaan.Zij verklaarde onder meer, zakelijk weergegeven:
Ik heb vier dagen met [verdachte] op kamer 112 gewoond en ben toen naar kamer 127
verhuisd. [verdachte] dacht dat wij een relatie hadden, maar dit was niet zo. Hij werd
min of meer geobsedeerd door mij. Het is allemaal al op donderdag begonnen. [verdachte] begon zich heel vreemd tegenover mij te gedragen. Hij was heel erg bazig en gedroeg zich jaloers. Ik heb toen bij de coördinator aangegeven dat ik naar een andere kamer wilde. Hij begon mij ook te sms’en en schold mij toen ook vreselijk uit. Hiervoor was geen aanleiding. Dit gedrag van [verdachte] ging ook over op vrijdag. Hij was ook dronken. Hij heeft mij toen ook uitgescholden met dreigementen.
Ik was in de keuken bezig met eten maken. Ik zag dat [verdachte] bier aan het drinken was. Per abuis heb ik tijdens het verhuizen een mes van [verdachte] meegenomen. [verdachte] vroeg aan mij het mes terug, hij schold mij ook uit en gedroeg zich agressief. Ik ben toen naar mijn kamer gelopen en heb het betreffende mes gepakt en ben toen teruggelopen en heb het mes aan [verdachte] gegeven. [verdachte] zat in de keuken een beetje met dat mes te spelen en hij sneed ook met het mes in de tafel.
Ik was in de keuken met [naam 1] en ook nog andere mensen, een echtpaar was
erwtensoep aan het maken. Op enig moment was het echtpaar terug naar hun kamer en [naam 1] moest kruiden halen uit haar kamer en liep toen naar haar kamer. Ik was op dat moment alleen met [verdachte] in de keuken. Ik zag toen dat [verdachte] opstond van de stoel en in mijn richting kwam gelopen. Ik zag vervolgens dat [verdachte] een beweging maakte en dat hij het mes in zijn hand had. Ik voelde toen een hevige pijn aan mijn rechter onderrug. Ik had niet verwacht dat [verdachte] mij met het mes zou gaan steken. Het mes wat [verdachte] in zijn hand vast hield was het mes wat ik hem net terug had gegeven. Het was een groot breed keukenmes met een zwart heft. Toen ik dit aan hem teruggaf zat er een zwarte kap, bescherming, omheen. [verdachte] heeft niets gezegd toen hij met het mes in mijn richting kwam gelopen. Ook zei hij niets op het moment dat hij mij stak met dit mes. Hij zei ook niets nadat hij mij gestoken had. [verdachte] heeft mij een keer met dit mes gestoken. Ik heb een wond van 3 centimeter lengte, deze wond is gehecht. Ze vertelden ook dat ik veel bloed verloren had en ik moest ter observatie in het ziekenhuis blijven. Ik was ook duizelig, ik kreeg morfine en paracetamol.
Door verbalisanten wordt het slachtoffer een foto getoond van een aangetroffen mes op de kamer van verdachte.[verdachte] heeft mij een keer met dit mes gestoken.
Het letsel bij aangeefster
Uit de medische informatie volgt dat op 16 mei 2020 bij [slachtoffer] een steekverwonding in de rechterflank (zijwand van de buik/onderrug) werd aangetroffen. De diepte van de wond wordt geschat op 7-8 centimeter. De duur van de genezing wordt geschat op twee weken.
Uit de letselrapportage volgt dat [slachtoffer] in het ziekenhuis is opgenomen van 16 mei tot en met 17 mei 2020. Het betreft een typische steekwond. Het stekende voorwerp is niet tot in de buikholte doorgedrongen en dus zijn er geen organen beschadigd.
De sms-berichten
Op 14 juni 2020 werd [slachtoffer] aanvullend door de politie gehoord. Zij verklaarde kort samengevat dat zij de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] en dat de verdachte dit nummer in zijn telefoon had opgeslagen onder de naam “ [naam 2] ”.
Tijdens de aanhouding van de verdachte werd onder hem een mobiele telefoon in beslag genomen. Tijdens de voorgeleiding na aanhouding verklaarde de verdachte dat hij kort voor zijn aanhouding zijn moeder nog een sms had gestuurd. Uit het onderzoek naar de berichten in de mobiele telefoon van de verdachte blijkt dat op 16 mei 2020 om 13:33:10 uur naar het telefoonnummer [telefoonnummer 2] het volgende bericht is gestuurd: ‘
Ik heb [slachtoffer] met een mes gestoken en ik weet niet wat er gaat gebeuren. Bel niet. Ik verstop me.’
Uit verder onderzoek naar de berichten in de mobiele telefoon van de verdachte blijkt dat op 15 en 16 mei 2020 meerdere sms-berichten zijn gestuurd naar de gebruiker “ [naam 2] ” met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . De politie heeft gerelateerd dat het erop lijkt dat dit [slachtoffer] betreft dan wel dat deze berichten aan haar gericht zijn. Op 16 mei 2020 om 11:46:06 uur is het volgende bericht aan [slachtoffer] gestuurd: ‘
Vóór morgen moet de portemonnee worden teruggevonden, want het zal slecht aflopen. Je zal zien waartoe ik in staat ben’. Om 12:05:56 uur is aan [slachtoffer] gestuurd:
‘Ik vermoord je met dit mes, ik heb niets, ik heb er schijt aan’, gevolgd door berichten om 12:41:30 uur (‘
Ik zal dit zo doen zodat je niet kunt neuken’), om 12:43:30 uur (‘
Ik heb geen keuze. Ik moet wel’) en 13:30:10 uur (‘
Ik zei al dat het zo zou gaan’).
De camerabeelden
De politie heeft de camerabeelden uit de betreffende woning van 16 mei 2020 bekeken en onder meer het volgende gerelateerd:
- om 13:18:03 uur verlaat de verdachte zijn kamer en loopt richting de keuken;
- om 13:21:00 loopt [slachtoffer] vanuit de keuken de gang in naar haar kamer, zij houdt daarbij haar rechterhand op haar rechteronderrug;
- om 13:21:07 uur loopt de verdachte vanuit de keuken naar zijn kamer;
- de verdachte blijft op zijn kamer totdat de politie arriveert.
De getuigen
Hoewel op het moment van het steekincident geen andere personen in de keuken aanwezig waren, hebben een aantal getuigen een verklaring afgelegd over de context waarin de steekpartij heeft gevonden.
De getuige [naam 1] , zijnde de complexmanager van het betreffende migrantenhotel, heeft verklaard dat [slachtoffer] en de verdachte sinds vijf dagen in het complex verbleven. [slachtoffer] en de verdachte hadden een relatie gehad, maar deze was beëindigd. De verdachte had daar moeite mee en had om die reden ruzie met [slachtoffer] gemaakt, op de dag voor het steekincident. De getuige verklaarde verder dat de verdachte op 15 mei 2020 dronken was en dat hij kennelijk ook op 16 mei 2020 weer gedronken had.
De getuige [naam 3] was kort voor het steekincident met [slachtoffer] en de verdachte in de gezamenlijke keuken aanwezig. Zij heeft verklaard dat de verdachte [slachtoffer] op enig moment begon te beledigen en uit te lachen. De getuige zag dat de verdachte opgefokt was. Dat kon zij zien aan de wijze waarop hij daar zat, zijn gebaren en zijn handen waarmee hij aan het zwaaien was. Op enig moment heeft de getuige de keuken verlaten. Na enkele seconden hoorde zij [slachtoffer] uit de keuken schreeuwen. Ze hoorde [slachtoffer] zeggen dat ‘hij’ haar met een mes in de rug had gestoken.
De verdachte
De verdachte werd op 16 mei 2020 door de politie aangehouden. Tijdens de voorgeleiding na aanhouding vroeg de verdachte aan de verbalisant: ‘
Mag ik vragen of zij nog leeft?’ en ‘
Maar leeft zij nu wel of niet, krijg ik dit wel te horen?’
De verdachte is vervolgens meermalen door de politie gehoord. Op 27 mei 2020 heeft de verdachte tegenover verbalisanten van de politie verklaard dat hij op 16 mei 2020 samen met [slachtoffer] in de keuken aanwezig was. De verdachte heeft op een gegeven moment het mes gepakt en is in haar richting gelopen. Vervolgens heeft hij [slachtoffer] met het mes geraakt. Hij heeft [slachtoffer] boven de bil/de dijen geraakt. Hij heeft haar één keer geraakt. Als aan de verdachte een foto wordt getoond van het mes dat op zijn kamer is aangetroffen, bevestigt de verdachte dat dit het mes is waarmee hij [slachtoffer] heeft gestoken.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat op basis van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, het volgende kan worden vastgesteld. De verdachte en [slachtoffer] verbleven beiden in een pand voor huisvesting van arbeidsmigranten in de gemeente Venlo. Na een aantal dagen ontstond tussen de verdachte en [slachtoffer] een meningsverschil over de aard en/of het voortduren van hun relatie. De verhuizing van [slachtoffer] naar een andere kamer heeft vervolgens op donderdag 14 mei 2020 plaatsgevonden, waarna de verdachte zich begon te misdragen. Hij vertoonde jaloers gedrag, begon [slachtoffer] uit te schelden, stuurde haar veelvuldig sms-berichten en uitte dreigementen jegens haar. Uit de sms-berichten in het dossier blijkt dat de verdachte op zaterdag 16 mei 2020 om 11:46 uur naar [slachtoffer] heeft gestuurd dat het slecht zal gaan aflopen en dat zij zal zien waartoe hij in staat is. Om 12:05 uur heeft hij naar [slachtoffer] gestuurd dat hij haar gaat vermoorden met ‘dit mes’. Tussen 13:18 uur en 13:21 uur heeft de verdachte de daad bij het woord gevoegd en [slachtoffer] met een mes gestoken. Kort hierna, om 13.30 uur, heeft de verdachte een sms naar [slachtoffer] gestuurd met daarin de volgende inhoud: ‘
Ik zei al dat het zo zou gaan’. Toen de verdachte die middag werd voorgeleid, was zijn eerste vraag aan de verbalisant of [slachtoffer] nog leefde.
Beoordeeld dient te worden of de verdachte met zijn handelen het opzet had om [slachtoffer] van het leven te beroven. De rechtbank acht op grond van het bovenstaande bewezen dat de verdachte dit opzet had. Deze beslissing grondt de rechtbank op de inhoud van het sms-bericht dat door de verdachte kort voorafgaand aan het steekincident naar [slachtoffer] is gestuurd, inhoudende dat hij haar zal vermoorden met een mes, en het kort daarop volgende handelen door de verdachte, te weten het daadwerkelijk steken met een koksmes in het lichaam van [slachtoffer] en dan meer specifiek in de romp. De romp is een kwetsbaar deel van het lichaam, waar een messteek van meerdere centimeters diep gemakkelijk vitale organen kan raken en groot bloedverlies en uitval van lichaamsfuncties kan veroorzaken. Uit de diepte van de steekwond, die naar het oordeel van de rechtbank niet gering is te noemen, leidt de rechtbank tevens af dat de verdachte met kracht heeft gestoken. Kort na het steekincident stuurde de verdachte het bericht dat hij al had gezegd dat het zo zou gaan. Dat het voor de verdachte kennelijk moeilijk te verkroppen was dat [slachtoffer] geen relatie (meer) met hem wilde en dat hij zich in de aanloop naar het delict opgefokt en beledigend richting [slachtoffer] heeft gedragen, volgt niet alleen uit de verklaring van [slachtoffer] zelf, maar ook uit de hiervoor aangehaalde getuigenverklaringen. Ook uit de vraag van de verdachte tijdens zijn voorgeleiding of [slachtoffer] nog leefde, leidt de rechtbank af dat de verdachte wist dat [slachtoffer] door zijn handelen kon komen te overlijden. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de stelling van de verdediging, inhoudende dat de verdachte niet wilde steken met het mes en dat het mes op ongelukkige wijze in de onderrug van [slachtoffer] terecht is gekomen, niet aannemelijk geworden.