4.3Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Op dinsdag 7 november 2017 vond een bestuursrechtelijke controle plaats op de locatie [adres 1] te Weert. De controle was gericht op de opslagruimten en stallen die zich daar bevinden. De eigenaar van het gehele terrein, [getuige 4] , was hierbij aanwezig en verleende toestemming om genoemde ruimtes te bekijken. Daarbij werden in twee garageboxen en een schuur goederen aangetroffen die worden gebruikt bij de productie van synthetische drugs of het kweken van hennep. Deze ruimtes zijn vervolgens doorzocht door de officier van justitie.
In de schuur (kavelnummer [nummer 1] ) en een van de garageboxen (kavelnummer [nummer 2] ) werden goederen aangetroffen met betrekking tot het vervaardigen van synthetische drugs en het telen van hennep.
[getuige 4] verklaarde dat de schuur en garagebox van hem werden gehuurd door [verdachte] . Er werden in de schuur onder andere kleine vaatjes aangetroffen, waarvan één voorzien was van een etiket met daarop als geadresseerde [verdachte] , [adres 2] , Weert Limburg.[verdachte] wordt naar aanleiding hiervan aangemerkt als verdachte.
Aangetroffen goederen en het onderzoek en interpretatie door de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO) en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
De LFO heeft onderzoek verricht in de schuur en de garagebox en monsters genomen van de aangetroffen stoffen.Deze monsters zijn onderzocht door het NFI.
In de schuur (kavelnummer [nummer 1] ) werden de volgende goederen en stoffen aangetroffen:
Goederen die worden gebruikt bij de teelt van hennep:
- 13 x 75 bloempotten
- 12 lampen Dimlux
- 63 armaturen met reflector
- 4 ventilatoren
- 22 bochten/ringen
- 2 dozen sono connect (afzuigslangen)
- 3 afzuigslangen
- 1 doos met 4 dompelpompen
- 2 voorschakelkasten
- 1 doos met bevochtiger
- 1 doos met verwarmingselement
- 1 doos met lampen
- zwarte flexibele slang
- 1 doos met afzuigslang
- 1 doos met grondzeil
- 2 dozen á 10 TL lampen
- 2 dozen á 2 stroomverdeelpalen
- 1 doos met 5 armatuur lampen (diepstralers)
- 2 rode kachels
- 1 doos met folie
- 1 ventilator
- 1 doos met grijze slang
- 1 doos met isolatiebuizen
- 1 doos met 2 ventilatoren
- 1 waterbak
- 1 doos met electromotor
- 2 dozen met ventilatiebuis
- 2 ventilatoren
- 1 doos met ongeveer 47 lampen
- 1 pallet met trafo’s/schakelmateriaal
- 1 doos met isolatie afzuigbuis
- 1 doos met isolatie afzuigbuis
- 1 schakelbord
- 13 slakkenhuizen
- 2 afzuigmotoren
- 1 doos isolatiemateriaal
- 63 kleine zakken met steenwol vlokken
- 10 koolstoffilters
- 1 doos klein materiaal plastic
- 2 dozen lampenkappen
- 2 x rol slang, kleur zwart
- 4 x rol slang, kleur grijs
- 2 x grijze kabel
- 2 x handdouche
- 1 x lampenkamp
- 1 x aardgaskachel
- 1 doos ventilatoren
- 1 rol gele kabel
- 1 doos droogrekken
- 2 groene plastic watertanks
- 3 zwarte plastic bakken met 2 emmers
- 1 rol grijze kabel
- 1 bak met contactdozen
- 1 plastic zak met 3 lampen
- 1 doos met plastic ringen
- 1 rol flexibele slang
- 1 x schakelkast met 6 trafo’s
- 4 bigbag zakken met steenwol vlokken
- 2 groene watervaten
- 1 zwarte krat met witte kabel
- 1 doos met aluminiumfolie
- 4 handschoenen
Goederen die worden gebruikt bij de productie van synthetische drugs:
- 3 kilogram, althans een hoeveelheid, zilverkleurige balletjes bevattende jood.
- 1 ' high temp cycle device', model GDSZ-100/-20, een apparaat ten behoeve van het verpompen van warme en koude vloeistof ten behoeve van het koken en afkoelen van mengsels in een glazen reactor.
- 1 dubbelwandige glazen kolf (100 liter) geplaatst in een metalen frame welke gebruikt wordt voor het koken van een mengsel (ten behoeve van omzetting van een preprecursor)
- 1 gebruikte rvs-pan met deksel inhoudsmaat 98L, en een metalen standaard voorzien van gasbrander en een lengte gasslang met drukregelaar.
- een 20L jerrycan (opschrift 'flammable liquids') gevuld met ongeveer 15L vloeistof bevattende methanol.
- een 20L jerrycan (opschrift 'hypofosforig zuur 50%') gevuld met ongeveer 15L vloeistof bevattende hypofosforig zuur.
- 6 jerrycans gevuld met in totaal 50 liter vloeistof bevattende zoutzuur.
- 5 verzegelde tonnen gevuld met in totaal 200 kg jood.
- 19 jerrycans 20L gevuld met in totaal 380Lvloeistof bevattende hypofosforig zuur.
- 2 sealzakken gevuld met in totaal 4kg poeder bevattende pseudo-efedrine.
- een hoeveelheid zakken met in totaal 22,8 kg poeder bevattende rode fosfor.
- een 5 liter glazen scheitrechters n diverse stukken laboratorium glaswerk en ph-meters en statieven en frequentieregelaars en reduceerventielen en manometers en een rvs ketel en rondbodemkolven en bolkoelers.
In de garagebox (kavelnummer [nummer 2] ) werden de volgende goederen en stoffen aangetroffen:
- 4 vervuilde drukreactieketels, inhoudsmaat 3x 250L en 1x 220L
- 2 RVS-koelers
- 2 RVS-pijpen
- 17 jerrycans ( 9x 10L en 8x 25L) gevuld met PMK, totaal 244 liter
- een gripzak met 2400 gram, zout van PMK glycidezuur
- 8 kartonnen dozen (postpakketten uit China) inhoudende 12 ‘Kaarsen’, Iedere doos bevatte 12kg methylester van PMK glycidezuur, totaal 96 KG.
Het NFI concludeert dat in relatie tot synthetische drugs jood, rode fosfor en hypofosforig zuur worden gebruikt bij de vervaardiging van metamfetamine door de reductie van (pseudo)-efedrine. Daarnaast worden zouten en esters van ‘PMK-glycidezuur’ met een zuur omgezet in PMK, een grondstof voor MDMA. PMK, zoutzuur en pseudo-efedrine zijn vermeld op bijlage I van de verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. Naar beide Verordeningen wordt verwezen in de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
De LFO heeft omschreven dat de aangetroffen goederen en chemicaliën typische goederen en chemicaliën betreffen welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden.
Met de aangetroffen productiemiddelen (drukreactieketels) en chemicaliën (PMK, methanol) aangetroffen in de garagebox, kavelnummer [nummer 2] , kan op (zeer) grote schaal MDMA vervaardigd worden middels de reductieve aminering met behulp van PMK (precursor). In de garagebox werd 244 liter PMK aangetroffen. Het LFO concludeert dat van deze 244 liter PMK ongeveer 292 kilogram MDMA.HCI (poeder/kristallen) vervaardigd kan worden. Uitgaande van een dosering van ongeveer 140mg MDMA.HCI per tablet (XTC) kan van deze 292 kilogram ongeveer 2.085.714 tabletten MDMA.HCI (XTC) worden vervaardigd.
De productiemiddelen (laboratorium glaswerk) en chemicaliën (pseudo-efedrine, rode fosfor, jood, hypofosforig zuur) aangetroffen in de schuur, kavelnummer [nummer 1] , kunnen gebruikt worden voor het op grote schaal vervaardigen van metamfetamine, volgens de zogenaamde “red P methode met behulp van de grondstof (pseudo)efedrine”.
In de schuur werd aangetroffen:
- 4 kilogram pseudo-efedrine: daarmee kan ongeveer 2,8 kilogram metamfetamine vervaardigd worden;
- 22,8 kilogram rode fosfor: daarmee kan ongeveer 107 kilogram metamfetamine vervaardigd worden (152 kg (pseudo) efedrine bij nodig);
- 203 kilogram jood: daarmee kan ongeveer 188 kilogram metamfetamine vervaardigd worden (406 kg (pseudo) efedrine bij nodig);
- 490 liter hypofosforig zuur: daarmee kan ongeveer 475 kilogram metamfetamine vervaardigd worden (637 kg (pseudo) efedrine bij nodig).
In de schuur is productieapparatuur aangetroffen welke wordt gebruikt voor de omzetting van de pre-precursor PMK-glycidezuur in PMK met behulp van een sterk zuur (zoals het aangetroffen zoutzuur).
Van de aangetroffen 98,4 kilogram PMK-glycidezuur kan 39 liter PMK worden vervaardigd. Deze 39 liter PMK kan ongeveer 46 kilogram MDMA.HCI (poeder/kristallen) vervaardigd worden. Uitgaande van een dosering van ongeveer 140 mg MDMA.HCI per tablet (XTC) kunnen van deze 46 kilogram ongeveer 328.571 tabletten MDMA.HCI (XTC) worden vervaardigd.
Tussenconclusie
De rechtbank stelt op basis van bovengenoemde bewijsmiddelen vast dat in de garagebox en de schuur aan de [adres 1] te Weert voorwerpen en stoffen zijn aangetroffen voor het op grote schaal vervaardigen van MDMA en/of metamfetamine.
Ook stelt de rechtbank vast dat er voorwerpen in de schuur zijn aangetroffen waarmee op grote schaal op professionele wijze hennep kan worden geteeld. Het is een feit van algemene bekendheid dat de combinatie van deze goederen wordt gebruikt voor de inrichting en exploitatie van professionele hennepplantages.
De rol van verdachte
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en), betrokken is geweest bij het voorhanden krijgen en hebben van voormelde goederen.
De getuigenverklaringen en de verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de schuur een tijd heeft gehuurd, dat de in de schuur aangetroffen motor van hem is en dat [bedrijf verdachte] zijn bedrijf was. Het bedrag van € 360,-- op de bij hem aangetroffen kwitanties is gelijk aan het huurbedrag van een garagebox en de schuur. Na de inval heeft hij samen met de vader van zijn toenmalige vriendin goederen uit de schuur gehaald.
De eigenaar van het terrein, getuige [getuige 4] , heeft verklaard dat verdachte zowel de garagebox (kavel [nummer 2] ) als de schuur (kavel [nummer 1] ) huurde ten tijde van de controle. Verdachte betaalde in totaal € 360,-- per maand voor de garagebox en de schuur. Hij betaalde altijd contant en op tijd. Een dag na de inval kwam verdachte bij [getuige 4] op het terrein en heeft hij de huur van verdachte opgezegd. Verdachte was wel eens samen met [persoon] . [persoon] heeft na het vertrek van verdachte een loods aangehouden. Door de getuige [getuige 4] wordt een kwitantie overgelegd uit zijn administratie welke is uitgeschreven op naam van verdachte voor de huur van november 2017 betreffende opslagruimtes voor € 360,--. In een kasboek van [getuige 4] staat dat verdachte ook op 1 januari 2016 € 360,-- betaalde aan [getuige 4] voor de huur.
De getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij in de loods van verdachte (de rechtbank begrijpt: de schuur aan de [adres 1] ) wel eens kweekspullen heeft zien liggen, een afzuiging maar ook lampen en potten. Verdachte heeft [getuige 3] verteld dat hij uit de loods moest omdat de politie kweekspullen bij hem in de loods had gevonden. De getuige begreep uit de woorden van verdachte dat hij van de huurbaas uit de loods moest.
De getuige [getuige 5] heeft verklaard dat meerdere personen bij de loods (de rechtbank begrijpt: de garagebox) kwamen. De personen die in de loods kwamen, deden in tegenstelling tot de huurders van de andere loodsen, altijd de deuren van de loods achter zich dicht. Hij heeft ook wel eens gezien dat de jongen van de loods die er altijd was, binnen ging achter de loods waar de witgoedman zit (de rechtbank begrijpt: de schuur).
Bevindingen administratie [bedrijf verdachte] en aangetroffen goederen en stoffen
Uit de bankgegevens van het bedrijf van verdachte bleek dat diverse betalingen waren gedaan aan FedEx. De gegevens over de betreffende facturen zijn opgevraagd bij FedEx en nader onderzocht.
Bij de doorzoeking op het woonadres van verdachte, de [adres 2] te Weert, werden twee ordners inbeslaggenomen met administratie van het bedrijf van verdachte [bedrijf verdachte] . In deze ordners werden kwitanties voor de huur van opslagruimtes bij [getuige 4] aangetroffen met betrekking tot de periode van januari 2016 tot met juni 2016. Daarnaast werden er FedEx facturen aangetroffen die ook naar aanleiding van het onderzoek van de bankgegevens naar voren waren gekomen.
In de administratie van het bedrijf van verdachte zijn een drietal bescheidenaangetroffen, te weten een BTW- en/of invoerrechtenfactuur van FedEx, een formulier van het ‘office of destination’ in Beek en een factuur van [bedrijf 2] , die - blijkens de overeenkomende prijzen en nummers - zien op een door [bedrijf 2] aan verdachte verkochte ‘high en low temp. Circulating pump’, die in de periode van 9 tot en met 11 oktober 2017 is verzonden naar Nederland met als eindbestemming de [adres 2] . In de schuur aan de [adres 1] is een dergelijk apparaat afkomstig van [bedrijf 2] aangetroffen. Gezien de gegevens op dit apparaat moet het hier gaan om het apparaat waarvan de administratieve bescheiden in de administratie van het bedrijf van verdachte zijn aangetroffen.
FedEx heeft informatie verstrekt over een zestal factuurnummers. De bij de factuurnummers behorende vracht was telkens geadresseerd aan verdachte, aan het bedrijf van verdachte [bedrijf verdachte] met adres [adres 2] te Weert of aan het betreffende adres met telkens het telefoonnummer van verdachte.
Het vrachtbriefnummer [nummer 3] behorend bij de door verdachte betaalde factuur met hetzelfde nummer komt overeen met het vrachtnummer op de bestickering van een ton die is aangetroffen in de schuur aan de [adres 1] . Het zou volgens de vrachtbrief gaan om colorantspowder, drie stuks, totaal gewicht 45 kilogram. Uit het onderzoek van het NFI is gebleken dat de stof jood in deze tonnen zat. De tonnen zijn volgens informatie van FedEx afgeleverd op 14 juni 2017. Blijkens de daarop aangetroffen bestickering waren ze bestemd voor ‘ [verdachte] , [adres 2] , Weert’.
De vracht waarop factuurnummer [nummer 4] met bijhorende vrachtbrief met nummer [nummer 5] betrekking heeft, werd aan verdachte op 19 oktober 2017 geleverd. Volgens de vrachtbrief zou het gaan om 125 kg polycarbonaat. In de schuur is het betreffende vrachtbriefnummer aangetroffen op de bestickering van een ton die jood bleek te bevatten. Op de bestickering staat vermeld dat het om polycarbonate zou gaan. Boven de bestickering staan op de met karton omwikkelde ton in grote blauwe letters de woorden “IODE/JODIUM” te lezen. De bijbehorende factuur is op 7 november 2017 betaald vanaf de bedrijfsrekening van [bedrijf verdachte] , het bedrijf van verdachte.
Bij navraag aan de Douane is gebleken dat bepaalde coderingen van goederen veelvuldig misbruikt worden. Deze codes geven de stof of soort stof aan welke vervoerd of ingevoerd dient te worden. De veel voorkomende coderingen bij het vervoeren van stoffen welke gebruikt worden voor de productie van synthetische drugs zijn coderingen als Wasmiddelen(poeder vorm) en kleurenpoeders. Omdat er veelvuldig andere stoffen worden aangetroffen dan de bij de codes behorende stoffen wordt hier gesproken over “mislabeling”.Naast de al besproken facturen zien de door het bedrijf van verdachte betaalde facturen behorende bij vrachtbriefnummers [nummer 6] en [nummer 7] op respectievelijk reinigingsmiddel/wasmiddel en pigmenten. Ook bij de in de schuur aangetroffen tonnen met rode fosfor bleek sprake van mislabeling. Op het etiket stond dat het zou gaan om ijzeroxide.
Op 11 april 2017 ontvangt het meldpunt VerdachteTransacties Chemicaliën een melding van het bedrijf [bedrijf 1] . Het bedrijf geeft aan dat verdachte probeert grote hoeveelheden stoffen in een verdachte combinatie te bestellen. Uit de overgelegde e-mails tussen [bedrijf 1] en verdachte blijkt het te gaan om grote hoeveelheden zoutzuur 37%, aceton en methanol. Verdachte geeft daarbij aan dat dit geleverd moet worden aan de [adres 1] te Weert.
Overige bevindingen
Op het adres [adres 2] zijn op 7 februari 2018 13 vaatjes groeimiddel en een handgeschreven briefje met goederen voor een hennepkwekerij aangetroffen.
Huurder garagebox en schuur
Op grond van voormelde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte ten tijde van de controle huurder en (mede)gebruiker was van de schuur en de garagebox waarin de litigieuze goederen en stoffen zijn aangetroffen. De rechtbank heeft daartoe het volgende overwogen.
[getuige 4] heeft verklaard dat verdachte de schuur en de garagebox huurde. Dit wordt ondersteund door het feit dat in de administratie van verdachte kwitanties zijn aangetroffen die, gelet op de hoogte van het volgens de kwitanties betaalde bedrag, telkens zien op de huur van de schuur en een garagebox. Dat [getuige 4] verdachte na de controle op 7 november 2017 de huur heeft opgezegd en verdachte vanaf dat moment niet meer de beschikking had over de opslag, wordt ondersteund door de verklaring van [getuige 3] . Die verklaart immers dat verdachte de huur was opgezegd omdat de politie kweekspullen had aangetroffen in de schuur. In de schuur is verder een wel heel persoonlijk goed van verdachte aangetroffen, te weten de motor die hij heeft geërfd van zijn vader en verdachte heeft na de inval de schuur ontruimd.
In de schuur zijn verder goederen voor de productie van synthetische drugs aangetroffen waarvan zich facturen en vrachtbescheiden bevonden in de bij verdachte aangetroffen administratie van zijn bedrijf [bedrijf verdachte] en waarvan de FedEx facturen die betrekking hebben op de verzending van deze goederen, zijn betaald vanaf de rekening van het bedrijf van verdachte. Een aantal van deze goederen zijn pas in oktober 2017 geleverd. De verklaring van [getuige 5] ondersteunt de verklaring van [getuige 4] dat de garagebox en de schuur werden verhuurd aan dezelfde (groep van) perso(o)n(en). Er zijn ook soortgelijke goederen in aangetroffen.
Verdachte heeft verklaard dat hij alleen langere tijd de schuur heeft gehuurd bij [getuige 4] maar ten tijde van de inval niet meer. In september 2017 zou een ander de schuur zijn gaan huren. Verdachte heeft verder verschillende verklaringen gegeven voor bevindingen. Verdachte heeft verklaard dat de tonnen waarop zijn adres stonden blijkbaar zijn achtergebleven als afval na zijn vertrek uit de schuur eind augustus 2017. De tonnen moeten door de nieuwe gebruikers van de schuur zijn hergebruikt voor de opslag van jood. Deze verklaring klopt aantoonbaar niet. Uit de beschrijving van de aangetroffen tonnen jood en de foto’s in het dossier blijkt immers dat de tonnen jood op één na nog allemaal verzegeld waren.Over de bij hem aangetroffen huurkwitanties heeft verdachte verklaard dat verhuurder [getuige 4] op eigen initiatief en tegen de zin van verdachte de huur van een garagebox bij verdachte op de kwitantie heeft gezet met de mededeling aan verdachte dat hij daar fiscaal dan nog wat mee kon. Dit acht de rechtbank een weinig aannemelijke gang van zaken.
Verdachte heeft naar voren gebracht dat de inhoud van de in de schuur aangetroffen tonnen en het aantal kilogram ervan niet overeenkomt met wat verdachte daadwerkelijk zou hebben besteld, zodat dit niet kan zien op de bestellingen van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij colorantspowder en polycarbonaat heeft besteld voor zijn 3D printer. Uit de bewijsmiddelen blijkt echter dat de door het bedrijf van verdachte betaalde facturen met betrekking tot de door verdachte bestelde colorants en het polycarbonaat kunnen worden gerelateerd aan goederen in de schuur. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het polycarbonaat alleen op papier is besteld en op de bestickering stond. Op de ton zelf staat dat er jood inziten dat bleek er ook in te zitten. De douane heeft gerelateerd dat foutieve labeling bij de bestelling van grondstoffen voor de productie van synthetische drugs veelvuldig voorkomt. Tot slot heeft verdachte nog aangegeven dat hij na zijn vertrek uit de schuur nog enkele goederen waaronder zijn motor mocht laten staan van degene die er toen inging. Ook dat acht de rechtbank niet aannemelijk. Niet valt in te zien dat iemand die goederen als aangetroffen gaat stallen in een schuur een ander nog toegang geeft tot deze schuur. Tot slot blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte in april 2017 al grote hoeveelheden methanol, aceton en zoutzuur heeft proberen te bestellen bij [bedrijf 1] , die hij voornemens was op te slaan aan de [adres 3] in Weert. De verklaring van verdachte hierover dat hij naar aceton vroeg voor de nagelstudio van zijn vriendin en hij zoutzuur nodig had om de stallen van de paarden te reinigen, kan de rechtbank niet serieus nemen.
De camerabeelden
Op verzoek van de verdediging zijn camerabeelden aan het procesdossier toegevoegd. De camerabeelden hebben betrekking op vier verschillende camera’s op het terrein van [getuige 4] aan de [adres 1] te Weert. De raadsvrouw heeft van deze camerabeelden een selectie gemaakt, waarvan een aanvullend proces-verbaal is opgemaakt. De geselecteerde beelden zijn door de raadsvrouw ook nog toegezonden aan de rechtbank. De rechtbank heeft kennis genomen van de camerabeelden zoals verstrekt door de raadsvrouw. Uit de camerabeelden blijkt dat er diverse personen op het terrein aan de [adres 1] komen en gaan.De rechtbank moet vaststellen dat personen die op de beelden van camera 3 van rechts in beeld komen of daar uit beeld verdwijnen zowel uit de schuur als uit de ruimte die op pagina 421 van het dossier als witgoed staat aangegeven kunnen komen. Naast de ingang van de schuur bevindt zich immers nog een garagedeur.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat zij alle camerabeelden heeft bekeken en dat verdachte de drie weken voorafgaand aan de controle op geen enkel moment is te zien. De rechtbank overweegt dat dit niet volgt uit de overgelegde selectie maar als dat al zo zou zijn, dit niets afdoet aan de betrokkenheid van verdachte zoals daarvan uit de bewijsmiddelen blijkt. Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat verdachte in de ten laste gelegde periode geregeld aanwezig was op het terrein van [adres 1] .
De verklaring van verdachte dat hij de garagebox nooit heeft gehuurd en de schuur vanaf september 2017 niet meer huurde en derhalve niets te maken zou hebben met de aangetroffen goederen, acht de rechtbank op grond van voormelde bewijsmiddelen en overwegingen ongeloofwaardig.
De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat verdachte de huurder was van zowel de schuur als garagebox ten tijde van de controle op 7 november 2017 en de rest van de ten laste gelegde periode en dat verdachte bekend is geweest met de daarin aangetroffen goederen. De goederen bevonden zich derhalve in de machtssfeer van verdachte, zodat wettig en overtuigend bewezen is dat hij de goederen voorhanden heeft gehad.
Wetenschap van de bestemming van de aangetroffen goederen
De vraag die de rechtbank ten slotte dient te beantwoorden is of verdachte wist of ernstige reden had om te vermoeden dat de voorwerpen en stoffen die zijn aangetroffen bestemd waren voor de productie van MDMA en/of metamfetamine en voor de professionele grootschalige hennepteelt.
Gelet op de aard, de hoeveelheid en de combinatie van aangetroffen goederen kan worden aangenomen dat verdachte wist dat deze bestemd waren voor de productie van synthetische drugs en het op grote schaal op professionele wijze kweken van hennep.
Medeplegen
Het is ook een feit van algemene bekendheid dat bij de productie van synthetische drugs meerdere personen betrokken zijn. De rechtbank acht in het procesdossier aanwijzingen dat er meerdere personen betrokken waren bij de opslag in de schuur en de garagebox. Uit de verklaringen van [getuige 4] en [getuige 5] blijkt dat er meerdere personen werden gezien bij de schuur en de garagebox. Ook de door de raadsvrouw overgelegde camerabeelden wijzen in die richting. Ook ziet de rechtbank een aanwijzing voor de betrokkenheid van meerdere personen in de grote hoeveelheid aangetroffen voorwerpen en stoffen. Deze aanwijzingen geven echter naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende zicht op een bewuste nauwe samenwerking tussen verdachte en een of meer anderen met betrekking tot het voorhanden hebben van de voorwerpen en stoffen. Zij zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich in de periode van 1 april 2017 tot en met 7 november 2017 schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor het produceren van MDMA en/of metamfetamine en aan voorbereidingshandelingen voor grootschalige dan wel beroep- of bedrijfsmatige hennepteelt.
Bewijsmiddelen
Na de aanhouding van verdachte worden er op 7 februari 2018 huiszoekingen gedaan op de adressen waarvan bekend is dat verdachte daar wel verblijft, te weten [adres 4] te Weert en [adres 2] te Weert. Op de [adres 2] wordt een verwarmingselement ten behoeve van een rondbodemkolf aangetroffen. Op de [adres 4] wordt in de berging één doos met grijze korrels aangetroffen en een rondbodemkolf.De doos met grijze korrels had een gewicht van 50 kilogram.De inhoud is bemonsterd en onderzocht door het NFI, waarbij bleek dat het om jood ging. In relatie tot synthetische drugs wordt jood gebruikt bij de vervaardiging van metamfetamine door reductie van (pseudo-)efedrine.
In zijn verhoor en herhaald ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat de doos korrels van hem is en dat het jood betrof.
Bewijsoverwegingen
Verdachte heeft verklaard dat hij de joodkorrels gebruikte voor de verzorging van de hoeven en wondjes bij de paarden. Hij mengde de korrels met een zuur en water.De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. Het is volstrekt onaannemelijk dat jood in deze vorm en hoeveelheid en op de wijze als door verdachte beschreven, zou dienen voor de verzorging van paarden. Uit de verklaring van [Dierenarts] , verbonden aan Universitair Dierengeneeskundig Centrum Utrecht, blijkt ook dat jood niet in grote hoeveelheid en ook niet in vaste vorm, zoals grijze korrels, gebruikt wordt voor de verzorging van paarden.
Het aantreffen van een rondbodemkolf en verwarmingselement op twee verschillende adressen acht de rechtbank onvoldoende om te kunnen vaststellen dat deze ten behoeve van het gebruik van het ten laste legde feit is. De rechtbank zal verdachte van deze onderdelen partieel vrijspreken.
De rechtbank is van oordeel dat in het licht van de eerder bij verdachte aangetroffen voorwerpen en stoffen in de garagebox en de schuur op de [adres 1] de aangetroffen 50 kilogram jood op de [adres 4] in zodanig verband staat met de voorbereiding van de productie van metamfetamine dat kan worden aangenomen dat zij daarvoor bestemd was en verdachte dat wist.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het voorgaande in onderling verband en samenhang gezien wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich in de periode van 1 januari 2018 tot en met 7 februari 2018 (opnieuw) schuldig heeft gemaakt aan het treffen van voorbereidingshandelingen voor het produceren van metamfetamine.