Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
procederend in persoon.
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding: € 105,03
- griffierecht: € 499,00
- salaris gemachtigde:
Rechtbank Limburg
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter op 17 maart 2021, heeft de stichting STICHTING WOONPUNT een vordering ingediend tegen twee gedaagden in verband met een huurovereenkomst. De eisende partij, vertegenwoordigd door gerechtsdeurwaarder Agin Otten, vorderde ontruiming van de woning en betaling van achterstallige huur. De gedaagden, waarvan één in persoon procedeerde en de ander niet verschenen was, hebben na een verzoek om uitstel geen verdere reactie gegeven.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding voldeed aan de wettelijke vereisten en dat de gedaagde partij als consument wordt beschouwd. De rechter heeft ambtshalve de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht toegepast, maar concludeerde dat er geen schendingen waren. De kantonrechter heeft een redelijke ontruimingstermijn van twee weken vastgesteld en de vordering van de eisende partij als onvoldoende betwist toegewezen.
In de beslissing heeft de kantonrechter de huurovereenkomst ontbonden, de gedaagde partij veroordeeld tot ontruiming binnen twee weken, en hen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.961,65, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van de huurprijs van € 659,16 per maand voor elke maand dat de woning niet is ontruimd, en tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 822,03. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.