In deze zaak, die werd behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 17 maart 2021, gaat het om een vordering van de besloten vennootschap ARVATO FINANCE B.V. h.o.d.n. AFTERPAY tegen een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand, waarbij de eisende partij stelt dat de gedaagde partij niet op de juiste wijze is geïnformeerd over de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft ambtshalve de naleving van deze informatieverplichtingen getoetst, ook al was er geen verweer van de gedaagde partij.
De kantonrechter benadrukt dat de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze moet informeren over de voornaamste kenmerken van de zaak, de identiteit van de handelaar, de totale prijs, en de mogelijkheid van herroeping. De rechter stelt vast dat de eisende partij niet voldoende heeft aangetoond dat aan deze verplichtingen is voldaan. Ondanks de tekortkomingen in de informatievoorziening, wordt de vordering van de eisende partij toegewezen, omdat er geen reden is om te veronderstellen dat de hoofdsom onrechtmatig of ongegrond is.
De kantonrechter wijst ook op de kosten die de gedaagde partij moet vergoeden, inclusief de proceskosten, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 61,66, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van € 249,85. De kantonrechter merkt ten overvloede op dat de gedaagde partij zich voor een betalingsregeling tot de eisende partij moet wenden.