Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding en de daarbij overgelegde producties 1 tot en met 3
- de voorafgaand aan de behandeling ter zitting door [eiser] overgelegde producties 4 en 5
- de voorafgaand aan de behandeling ter zitting door de Gemeente overgelegde producties 1 tot en met 9
- de mondelinge behandeling op 9 maart 2021
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van de Gemeente.
2.De feiten
“Jarenlange strijd rond Vijverparc”. Dit artikel is een dag eerder op de website van De Limburger gepubliceerd. De inhoud van dit artikel luidt als volgt (onderstreping is van de voorzieningenrechter):
3.Het geschil
Iedereen kan begrijpen dat gemeentegronden niet gratis ontwikkeld kunnen worden”)en ondertussen ten koste van de Gemeente al negen miljoen euro winst in zijn zak heeft gestoken. Deze kwaadaardige opmerkingen zijn onjuist en de Gemeente weet dat ook heel goed. [eiser] lijdt hierdoor schade, omdat hij is aangetast in zijn eer en goede naam. Deze aantasting is de Gemeente toerekenbaar. De Gemeente heeft niet gereageerd op zijn verzoeken om tot rectificatie over te gaan.
4.De beoordeling
Volgens [eiser] heeft de Gemeente vooral de lusten van het project en de projectontwikkelaar de lasten. “Het deel dat ons geld kostte, zoals de renovatie van het klooster en de school, is af. Dat geld terugverdienen is er niet meer bij. Het verlies loopt op en op.”” Omdat de Gemeente vond dat [eiser] ten nadele van de Gemeente een wel erg eenzijdig en onjuist beeld van de ontwikkelingen namens Vijverparc opriep, heeft de Gemeente aan de verslaggever medegedeeld dat Vijverparc wel degelijk substantiële inkomsten heeft genoten, namelijk ruim negen miljoen euro. Dat bedrag is door de woordvoerder van de Gemeente tijdens een telefoongesprek met de verslaggever gemotiveerd toegelicht. Het was de keuze en de verantwoordelijkheid van de verslaggever om die toelichting niet in het artikel te vermelden en kennelijk niet te delen met [eiser] , gelet op diens reactie dat het hem een raadsel was hoe de Gemeente aan dit bedrag komt. De verslaggever heeft de Gemeente niet meer in de gelegenheid gesteld om te reageren op die reactie van [eiser] . De Gemeente geeft toe dat het woord “overgehouden” is gevallen in het gesprek met de verslaggever, maar in de visie van de Gemeente heeft Vijverparc dat bedrag ook overgehouden. Of vanuit het perspectief van Vijverparc dit bedrag door de onderneming in bedrijfseconomische zin is “overgehouden”, bijvoorbeeld als nettobedrag, is van andere orde en niet relevant, zo stelt de Gemeente, waarbij de Gemeente opmerkt dat [eiser] in de gelegenheid is gesteld om namens Vijverparc te reageren, maar slechts heeft volstaan met de opmerking dat het hem een raadsel is.
Volgens Sittard-Geleen heeft Vijverparc al negen miljoen euro aan het projectovergehouden” geen citaat van de mededelingen van de woordvoerder van de Gemeente is, maar een weergave van de verslaggever van de mededelingen van de woordvoerder van de Gemeente. Op de wijze waarop de verslaggever de uitlatingen van de zijde van de Gemeente in het verslag heeft verwerkt, heeft de Gemeente geen invloed gehad. Gelet op het feit dat de Gemeente stelt dat zij het betreffende bedrag heeft genoemd, maar daarbij een toelichting heeft gegeven die in het artikel niet is opgenomen, kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet worden gezegd dat de wijze waarop een en ander in het artikel is verwoord, de Gemeente kan worden aangerekend. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in overweging dat de uitlatingen door de woordvoerder van de Gemeente zijn gedaan in reactie op de mededelingen van [eiser] aan de verslaggever. [eiser] heeft er voor gekozen de verslaggever te woord te staan en heeft, in de woorden van de Gemeente, ‘de bal gekaatst’. In het midden kan worden gelaten of dit verstandig was, [eiser] heeft daartoe blijkbaar de noodzaak gezien. [eiser] mocht daarmee echter een tegenreactie verwachten, waarin de Gemeente haar standpunt zou mededelen, zoals dat, naar niet is betwist, ook in de procedure bij het hof is ingenomen.
1.016,00