ECLI:NL:RBLIM:2021:2534

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
23 maart 2021
Zaaknummer
C/03/289041 / KG ZA 21-84
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verhoging van dwangsom en medewerking aan voortzetting van onderneming in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie, een vordering ingesteld tot verhoging van een eerder opgelegde dwangsom en om medewerking te verlenen aan de voortzetting van de vennootschap onder firma (VOF) door één van de vennoten. De procedure is gestart naar aanleiding van een vonnis in kort geding van 3 december 2020, waarin gedaagden waren veroordeeld om afschriften van de administratie van de VOF te verstrekken. Eiseressen stelden dat gedaagden niet volledig aan deze veroordeling hadden voldaan, wat hen noopte tot het indienen van een nieuwe vordering. De feiten van de zaak zijn complex en betreffen onder andere de overdracht van aandelen binnen de VOF en de financiële administratie die niet naar behoren zou zijn overlegd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij de vordering van eiseressen, gezien de aard van de zaak en de eerdere afspraken die zijn gemaakt. De rechter heeft geoordeeld dat gedaagden in gebreke zijn gebleven bij het aanleveren van de volledige administratie en heeft de vordering van eiseressen toegewezen. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het niet voldoen aan de medewerking aan de voortzetting van de onderneming. De rechter heeft de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 23 maart 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/289041 / KG ZA 21-84
Vonnis in kort geding van 23 maart 2021
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
2. de vennootschap onder firma
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
eiseressen in conventie,
gedaagden in reconventie,
advocaat mr. N.P.F.E. van der Peet,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. B.M.M. Hepkema.
Partijen zullen hierna (gezamenlijk) [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] , (afzonderlijk) [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en de VOF, en (gezamenlijk) [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] , (afzonderlijk) [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 17
  • producties 18 tot en met 21 van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie]
  • productie 22 van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie]
  • de conclusie van antwoord in kort geding tevens conclusie van eis in reconventie met
producties 1 tot en met 27
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 9 maart 2021
  • de pleitnota van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] zijn per 21 augustus 2015 de VOF gestart. De VOF adviseert onder meer op het gebied van management en bedrijfsvoering. Bij managementovereenkomst van 16 november 2015 hebben [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] hun samenwerkingsafspraken inzake de VOF contractueel vorm gegeven in een ‘management overeenkomst’ (productie 2 dagvaarding).
2.2.
Bij addendum van 16 februari 2018 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] haar aandeel in de VOF, met instemming van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] , overgedragen aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] . Hierdoor zijn met ingang van 1 januari 2018 [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de enige vennoten van de VOF.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] is bestuurster van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ; [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] wordt op haar beurt weer bestuurd door [naam bestuurder 1] .
2.4.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en de VOF hebben [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] , [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , [naam bestuurder 1] en diens vader [naam bestuurder 2] tegen 15 september 2020 gedagvaard in kort geding bij de voorzieningenrechter in deze rechtbank, nadat zij van de voorzieningenrechter verlof hadden gekregen conservatoire beslagen te leggen ten laste van genoemde gedaagden, zulks om reden dat volgens [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] uit de administratie was gebleken dat [naam bestuurder 2] en [naam bestuurder 1] de afgelopen jaren een bedrag tussen de twee en drie miljoen euro onrechtmatig aan de VOF zouden hebben onttrokken. Partijen zijn, ter beëindiging van (een deel van) het geschil, daarbij onder meer het volgende overeengekomen, onder aanhouding van het kort geding tot uiterlijk 15 november 2020:
“ (…) 2. [naam bestuurder 2] zal uiterlijk op dag waarop de beslagen op de bankrekeningen van [naam bestuurder 1] en [naam bestuurder 2] worden opgeheven en onverwijld nadat hij de beschikking heeft over de tegoeden, een bedrag van € 400.000,00 storten op de rekening van de VOF waarvan een bedrag van € 50.000,00 direct benut kan worden door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] , ten titel van managementfee. Het restant van € 350.000,00 zal worden aangewend om de lopende rekeningen van de VOF te betalen. Alleen de heer [naam 1] is bevoegd om namens de VOF betalingen te verrichten tot 15 november 2020. De heer [naam 1] zal voorafgaande aan iedere betaling eerst daarvan mededeling doen aan [naam bestuurder 2] . Indien [naam bestuurder 2] met een voorgenomen betaling niet akkoord is, dient hij uiterlijk de volgende dag te reageren.
3. De advocaten van partijen zullen op korte termijn na overleg een registeraccountant aanzoeken die opdracht krijgt namens de VOF om alle financiën van de VOF te onderzoeken. Hij/zij dient uiterlijk 15 november 2020 zijn/haar rapport gereed te hebben. Alle partijen zullen medewerking verlenen aan het verstrekken van de informatie die de accountant nodig heeft voor het onderzoek. (…)”
2.5.
Bij vonnis in kort geding van 3 december 2020 (hierna: het vonnis) heeft de voorzieningenrechter onder meer het volgende beslist:
“ (…) 6.1. veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] over het jaar 2017, en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] over de periode vanaf 1 januari 2018, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan eiseressen in conventie afschriften te verstrekken van de administratie van de vennootschap onder firma [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] onder verbeurte van een dwangsom van€ 5.000,00 per dag voor iedere dag dat zij ieder voor zich in gebreke blijven hieraan te
voldoen, tot een maximum van € 100.000,00 is bereikt; (…).”
2.6.
Ter uitvoering van het onder 3 van de deelregeling overeengekomene hebben partijen registeraccountant accountantskantoor [naam accountantskantoor] (hierna: [naam accountantskantoor] ) aangezocht om alle financiën van de VOF te onderzoeken.
2.7.
Per brief van 19 januari 2021 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de VOF opgezegd tegen 20 januari 2021. Per brief van 11 februari 2021 heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] de opzegging geaccepteerd, waarbij deze [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] heeft verzocht om te bevestigen ermee in te stemmen dat:
“(…) (i) [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] de aan de VOF verbonden onderneming per 21 maart 2021 overneemt waarbij (ii) alle activa van de VOF aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] worden toebedeeld tegen (iii) betaling van een bedrag gelijk aan de kapitaalstand van Montie (…).”
2.8.
Aan dit verzoek is [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] niet tegemoet gekomen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] vordert dat de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad op alle dagen en uren, en als onmiddellijke, voorlopige voorziening,
Primair
de bij het kort-gedingvonnis van 3 december 2020 vastgestelde rechterlijke dwangsom ten aanzien van de veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] om “afschriften te verstrekken van de administratie van de vennootschap onder firma [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] ” opnieuw vast te stellen en te verhogen naar een dwangsom van EUR 25.000,- zonder maximum die [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] verbeurt per overtreding en/of per (gedeelte van de) dag dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] niet aan deze veroordeling voldoet;
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] verbiedt om binnen 24 uur na dagtekening van het vonnis beheershandelingen of vereffeningshandelingen in de breedste zin van het woord namens de VOF te verrichten op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,- zonder maximum die [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] verbeurt per overtreding en/of per (gedeelte van de) dag dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] niet aan deze veroordeling voldoet;
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] machtigt om zelfstandig alle beheershandelingen en/of vereffeningshandelingen namens de VOF te verrichten waaronder het zelfstandig geven van betaalopdrachten vanaf de bankrekening(en) van de VOF waarbij het in deze te wijzen vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte tot het verrichten van de betreffende feitelijke handeling als bepaald in artikel 3:299 BW respectievelijk rechtshandeling als bepaald in artikel 3:300 BW;
[gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] gebiedt om binnen 24 uur na dagtekening van het vonnis zijn volledige medewerking te verlenen aan de voortzetting van de aan de VOF verbonden onderneming door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] vanaf zondag 21 maart 2021 op straffe van een dwangsom van EUR 100.000,- met een maximum van EUR 2.500.000 die [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] verbeurt per overtreding en/of per (gedeelte van de) dag dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] niet aan deze veroordeling voldoet, waaronder alle documenten en overeenkomsten te ondertekenen bij gebreke waarvan het in deze te wijzen vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte tot het verrichten van de betreffende feitelijke handeling als bepaald in artikel 3:299 BW respectievelijk rechtshandeling als bepaald in artikel 3:300 BW;
Subsidiair
5. elke andere voorlopige voorziening zal treffen, die de voorzieningenrechter in goede justitie passend acht en die recht doet aan de belangen van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] ;
Primair en subsidiair
6. [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf acht dagen na dagtekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;
7. [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] op voorhand veroordeelt in de nakosten van € 131,00 dan wel indien betekening van het vonnis plaatsvindt van € 199,00 te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf acht dagen na dagtekening van egt vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
[gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Onvoorwaardelijk
1. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] gebiedt om alle noodzakelijke medewerking te verlenen en zich te
onthouden van iedere vorm van handelingen die zulks frustreren - aan de totstandkoming van een door [naam registeraccountant] op te stellen eindrapportage als omschreven in deze conclusie, bij gebreke waarvan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] een boete verbeurt van € 2.500,00 per dag met een maximum van
€ 250.000,00;
2. [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] (hoofdelijk) gebiedt om zich met onmiddellijke ingang onthouden van iedere vorm van aanzegging, executie of incasso van dwangsommen op grond van het dictum van het kort geding vonnis d.d. 3 december 2020, alsmede aan haar opdraagt om binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis de met de executie belaste deurwaarder een exploot te laten betekenen aan [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] inhoudende dat aan de tenuitvoerlegging van de aan hen betekende exploten d.d. 25 februari 2021 geen gevolg zal worden gegeven, dan wel een gebod oplegt dat eer doet aan de niet ten uitvoerlegging van het kort geding vonnis d.d. 3 december 2020 daar waar het verbeurde dwangsommen betreft, bij gebreke waarvan [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] (hoofdelijk) jegens [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] een boete verbeurt van € 2.500,00 per dag met een maximum van
€ 250.000,00;
3. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] machtigt om zelfstandig alle beheer- en vereffeningshandelingen namens de VOF te verrichten, waaronder (a) het zelfstandig geven van betaalopdrachten vanaf de bankrekening(en) van de VOF, (b) het vereffenen van schulden van de VOF en (b) het innen van de vordering de VOF op [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] uit hoofde van de negatieve kapitaalstand, waarbij het in deze te wijzen vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte tot het verrichten van de betreffende feitelijke handeling als bepaald in artikel 3:299 BW en artikel 3:300 BW;
Voorwaardelijk
4. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] gebiedt uitvoering te geven aan de betaling van een bedrag ad
€ 190.000,00 aan de VOF, binnen twee dagen na het in deze te wijzen vonnis, onder expliciete uitsluiting van het mogen doen van betalingen zonder instemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] tot het moment waarop de vennootschap onder firma vereffend en geliquideerd is;
Voorwaardelijk en onvoorwaardelijk
5. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] veroordeelt in de kosten van het geding, tevens bestaande uit nakosten.
3.5.
[eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze samen beoordelen.
4.2.
Wat betreft de ontvankelijkheid van de VOF overweegt de voorzieningenrechter in het spoor van hetgeen de voorzieningenrechter bij het vonnis van 3 december 2020 heeft overwogen dat de VOF ontvankelijk is in haar vorderingen, nu het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] een beroep toekomt op artikel 3 aanhef lid 5 van de vennootschapsovereenkomst.
Overlegging van de administratie van de VOF door [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie]
4.3.
Het spoedeisend belang van deze kwestie vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.4.
Zoals gezegd (zie hiervoor onder rov. 3.1) stelt [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] ter onderbouwing van haar vordering om de bij het vonnis vastgestelde rechterlijke dwangsom opnieuw vast te stellen, dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] tot nog toe niet (integraal) aan de veroordeling bij dat vonnis heeft voldaan doordat zij nog niet de volledige administratie van de VOF heeft verstrekt. Deze stelling onderschrijft de voorzieningenrechter, waartoe het volgende.
4.4.1.
Met [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] is de voorzieningenrechter van oordeel dat de afschriften van de administratie van de VOF aan [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] dienden te worden aangeleverd, en niet aan een derde; de door de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding van 3 december 2020 gebezigde woorden zijn eenduidig en ondubbelzinnig. Desalniettemin moet het ervoor worden gehouden dat ook aan de veroordeling wordt voldaan, indien [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] de administratie aanlevert bij de heer [naam registeraccountant] , registeraccountant bij [naam accountantskantoor] , zijnde de door partijen gezamenlijk aangezochte accountant die alle financiën van de VOF diende te onderzoeken ingevolge de regeling onder punt 3 van het proces-verbaal van 15 september 2020 van de zitting in kort geding. [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] heeft hier immers mee ingestemd, gelet op de e-mail van 14 december 2020 te 07:44 uur van de toenmalige advocaat van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] (productie 10 bij dagvaarding / productie 18 bij conclusie van antwoord) aan de advocaat van [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] :
“Het vonnis is duidelijk: uw cliënten moeten bij eiseressen[ [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] , de vznr]
aanleveren en dat is tot op heden niet gebeurd. Nu kan cliënte er vrede mee hebben als het bij de heer [naam registeraccountant] is maar dan nog wil cliënte zelf controleren wat er is aangeleverd en tot op heden heeft cliënte niets ontvangen van de heer [naam registeraccountant] (…).”
4.4.2.
Voor zover in het bestek van dit kort geding kan worden beoordeeld is echter aannemelijk dat door [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] niet is voldaan aan het overleggen van de volledige administratie. Hoewel [naam registeraccountant] eerst bevestigt dat alle stukken zoals bedoeld in 6.1 en 6.2 van het vonnis zijn ontvangen (e-mail van 10 december 2020 te 12:49 uur, productie 10 bij dagvaarding / productie 18 bij conclusie van antwoord), schrijft hij twee maanden later in zijn e-mail van 12 februari 2021 te 13:04 uur aan de advocaten van partijen dat hij ernaar streeft
“om deze week de rapportage af te ronden. Dit gaat helaas niet lukken. Ik heb de toegezegde informatie van de heer [naam 2] nog niet mogen ontvangen. (…) Ik zal de heer [naam 2] dringend verzoeken om uiterlijk volgende week de toegezegde informatie aan te leveren. (…).”
Ook uit de door [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] geciteerde passages uit de (op verzoek van [naam registeraccountant] niet overgelegde) tweede conceptrapportage van [naam registeraccountant] van 15 februari 2021 blijkt van hiaten in de tot dan toe overgelegde administratie van de VOF (punt 2.4, pagina 6 van de dagvaarding). Uit de betreffende passages kan ook worden afgeleid dat aan verzoeken van [naam registeraccountant] om verklaringen en onderbouwingen van de zijde van [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] niet althans onvoldoende tegemoet wordt gekomen. Tegenover deze concrete en gedetailleerde stelling van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] nog niet de volledige administratie van de VOF heeft overgelegd, welke stelling is onderbouwd met stukken waaronder voormelde passages uit de tweede conceptrapportage van [naam registeraccountant] , staat slechts een ontkenning door [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] waarin deze verwijst naar voormelde e-mail van [naam registeraccountant] van 10 december 2020 te 12:49 uur en de omstandigheid dat de advocaat van [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] de toenmalige advocaat van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] heeft uitgenodigd om aan te geven welke stukken niet waren aangeleverd. In het licht van het voorgaande is dat onvoldoende, zodat voorshands is komen vast te staan dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] niet (integraal) heeft voldaan aan de veroordeling bij vonnis in kort geding van 3 december 2020 om de volledige administratie over te leggen.
4.4.3.
Gelet op het voorgaande zal de onder 1 in conventie gevraagde voorziening worden toegewezen op de hierna in het dictum vermelde wijze en – in spiegelbeeld – het onder sub 2 in reconventie gevorderde worden afgewezen.
4.4.4.
De voorzieningenrechter merkt hierbij nog op dat,
du momentdat [naam accountantskantoor] c.q. [naam registeraccountant] op enig moment uit beeld verdwijnt [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] rechtstreeks aan [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] dient te verstrekken.
De voortzetting van de VOF
4.5.
Het spoedeisend belang van deze kwestie vloeit voort uit de aard van de zaak.
4.6.
Zoals gezegd stelt [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] zich op het standpunt dat [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] begin 2020 mondeling het voortzettingsbeding zijn overeengekomen. Dit standpunt onderschrijft de voorzieningenrechter. Immers, het bestaan van deze partijen bindende afspraak heeft [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] onderbouwd met de stelling dat partijen die mondelinge afspraak schriftelijk wensten vast te leggen door de notaris de opdracht te geven een notariële akte tot ontbinding van de VOF op te maken. Deze akte is als productie 6 bij dagvaarding overgelegd. Met [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] is de voorzieningenrechter van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] goedkeuring aan die akte heeft gegeven. Aan het verweer van [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] dat (nog) geen overeenstemming was, omdat zij de notaris bij e-mail van 20 augustus 2020 te 15:35 uur nog had verzocht om aanpassingen, gaat de voorzieningenrechter voorbij, nu deze aanpassingen blijkens de reactie van de notaris bij e-mail van 21 augustus 2020 te 12:26 uur zijn aangebracht:
“Bijgaand de aangepaste versie. Mag ik aannemen dat jullie de heer [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] dit weer doorsturen? (…) Ik hoor wel als er nog zaken moeten worden aangepast.”
Niet gebleken is dat hierna nog om nadere aanpassingen is verzocht, zodat het ervoor moet worden gehouden dat de akte de neerslag vormde van hetgeen [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] voor ogen had. De voorzieningenrechter gaat voorbij aan de stelling van [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] enkel door [naam bestuurder 1] werd vertegenwoordigd en hem geen definitief concept van de akte is voorgelegd, nu dit geen ander licht werpt op het bestaan van de mondelinge afspraak (nota bene: de notariële akte is enkel ingebracht ter onderbouwing van die mondelinge afspraak).
4.7.
Gelet op het bestaan van deze afspraak, het voortzettingsbeding, dient [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de daaruit voor haar voortvloeiende verbintenissen na te komen en medewerking te verlenen aan de voortzetting van de aan de VOF verbonden onderneming door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] . Alle activa van de VOF dienen aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] te worden overgedragen, zulks onder de verplichting van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] om, kort gezegd, alle op de balans onder de passiva opgenomen verplichtingen te betalen. Het onder 4 in conventie gevorderde is dan ook voor toewijzing vatbaar op de hierna in het dictum vermelde wijze, waarbij de ingangsdatum van de voortzetting wordt gesteld op 1 april 2021.
4.8.
Gelet op deze toewijzing komt de voorzieningenrechter toe aan het door [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] (voorwaardelijk) sub 4 in reconventie gevorderde om [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] te gebieden uitvoering te geven aan de betaling van € 190.000,00 aan de VOF. Voor zover [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] al de aangewezen partij is om deze vordering in te dienen en niet de VOF, leent de vordering zich niet voor beoordeling in kort geding. Nog daargelaten de vraag of het bestaan van de vordering voldoende aannemelijk is – zij lijkt uit te gaan van een inmiddels achterhaalde situatie – is niet gebleken van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist. De vordering zal derhalve worden afgewezen.
De overige door partijen gevraagde voorzieningen
4.9.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] c.s heeft verder gesteld dat [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] stelselmatig “grepen uit de kas” van de VOF heeft gedaan waardoor [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] voor grote bedragen is benadeeld. Bij meergenoemd vonnis heeft de voorzieningenrechter overwogen dat de handelwijze van [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] “zeker vragen” oproept, maar nader bewijs nodig is, “mogelijk onder meer in de vorm van de resultaten van het onderzoek door de registeraccountant waartoe partijen ter zitting besloten hebben (…)” (rov. 5.13.3 van dat vonnis). Thans is bedoeld onderzoek verricht door [naam accountantskantoor] (in de persoon van [naam registeraccountant] ). De voorzieningenrechter kent de bevindingen van dat onderzoek echter niet. De tweede conceptrapportage van [naam registeraccountant] is (om begrijpelijke redenen) niet overgelegd, wel zijn enkele (door [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] geselecteerde) delen uit die rapportage in het geding gebracht (productie 11 bij dagvaarding). Deze (deel)bevindingen roepen weliswaar nóg meer vragen op dan de voorzieningenrechter reeds bij vonnis van 3 december 2020 had, maar zonder kennisneming van de (definitieve) bevindingen van [naam registeraccountant] voert het naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ver om hierop thans reeds het etiket van onrechtmatigheid te plakken. Dit maakt dat de hierop gebaseerde vorderingen sub 2 en 3 in conventie zullen worden afgewezen; dientengevolge geldt dat ook voor het sub 3 in reconventie gevorderde.
4.10.
Onder 1 in reconventie heeft [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] kort gezegd de medewerking van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] gevorderd aan de totstandkoming van een door [naam registeraccountant] op te maken eindrapportage. Nu partijen op 15 september 2020 ten overstaan van de voorzieningenrechter zijn overeengekomen dat partijen medewerking zullen verlenen aan het verstrekken van de informatie die de accountant nodig heeft voor het onderzoek, en gesteld noch gebleken is dat [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] die informatie niet geeft, wordt de vordering afgewezen. De voorzieningenrechter merkt in dit verband nog op dat het aan [naam registeraccountant] is om een definitief rapport gereed te maken. Overigens begrijpt de voorzieningenrechter dat (ook) in de optiek van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] het door [naam registeraccountant] uitgevoerde onderzoek inmiddels voltooid is.
4.11.
De proceskosten in conventie zullen worden gecompenseerd, nu partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld.
4.12.
[gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] zal als de in reconventie in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
stelt de bij vonnis van 3 december 2020 rechterlijke dwangsom ten aanzien van de veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] om “afschriften te verstrekken van de administratie van de vennootschap onder firma [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 2] ” opnieuw vast, in dier voege dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] een dwangsom verbeuren van € 7.500,00 per dag voor iedere dag dat zij ieder voor zich in gebreke blijven hieraan te voldoen, zulks tot een maximum van € 200.000,00;
5.2.
gebiedt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] om uiterlijk 31 maart 2021 haar volledige medewerking te verlenen aan de voortzetting van de aan de VOF verbonden onderneming door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie sub 1] vanaf donderdag 1 april 2021 op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 25.000,00 per dag voor iedere dag [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] niet hieraan voldoet, zulks met een maximum van € 1.000.000,00, bij gebreke waarvan dit vonnis dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte tot het verrichten van de betreffende feitelijke handeling als bepaald in artikel 3:299 BW respectievelijk rechtshandeling als bepaald in artikel 3:300 BW;
5.3.
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat elk van hen de eigen
kosten draagt;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af;
5.7.
veroordeelt [gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [eiseressen in conventie, gedaagden in reconventie] gerezen en tot aan dit vonnis begroot op € 508,00 voor salaris advocaat;
5.8.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2021.