ECLI:NL:RBLIM:2021:2494

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
22 maart 2021
Zaaknummer
C/03/288202 / HA ZA 21-66
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een civiele zaak wegens familierelatie van een medewerker van de rechtbank

Op 17 maart 2021 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de civiele zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Casamosa B.V. en een gedaagde, vertegenwoordigd door respectievelijk de advocaten mr. R.H.G.M. Kerckhoffs en mr. H.A.J. Stollenwerck. De procedure is gestart met een dagvaarding en diverse producties. Tijdens de rolzitting op 10 maart 2021 heeft de rolrechter bepaald dat er op deze datum vonnis zou worden gewezen.

De rechtbank heeft echter vastgesteld dat een familielid van de gedaagde als medewerkster verbonden is aan de Rechtbank Limburg. Om elke schijn van partijdigheid te vermijden, heeft de rechtbank besloten de zaak te verwijzen naar de Rechtbank Oost-Brabant, locatie 's-Hertogenbosch, op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit beleid is bedoeld om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen.

De rechtbank heeft in het vonnis bepaald dat de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, wordt verwezen naar de Rechtbank Oost-Brabant, waar partijen op de hoogte zullen worden gesteld van de verdere procedure. De zaak zal daar op de rol komen voor beraad van de zaaksrechter op woensdag 31 maart 2021. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.R. Sijmonsma op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/288202 / HA ZA 21-66
Vonnis van 17 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CASAMOSA B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eiseres,
advocaat mr. R.H.G.M. Kerckhoffs,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. H.A.J. Stollenwerck.
Partijen zullen hierna Casamosa en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 9.
  • het B2-formulier voor de rolzitting van 10 maart 2021, waarin mr. Stollenwerck zich stelt voor [gedaagde] .
1.2.
Vervolgens heeft de rolrechter bepaald dat heden vonnis zal worden gewezen.

2.De overwegingen

2.1.
Onderhavige procedure is bij de rechtbank van de locatie Maastricht aangebracht.
2.2.
De rechtbank heeft echter beslist, dat niet tot behandeling van de zaak kan worden overgegaan omdat een familielid van [gedaagde] als medewerkster verbonden is aan de Rechtbank Limburg.
2.3.
Het is om iedere schijn van partijdigheid uit te sluiten binnen de Rechtbank Limburg beleid om in een situatie als de onderhavige de zaak op grond van het bepaalde in artikel 46b Wet op de rechterlijke organisatie te verwijzen naar de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de Rechtbank Oost-Brabant, Burgerlijk Recht, locatie
‘s-Hertogenbosch.
2.4.
Vanuit de locatie ‘s-Hertogenbosch zullen partijen vervolgens in kennis worden gesteld over de voortgang van de procedure.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de Rechtbank Oost-Brabant, Burgerlijk Recht, locatie ‘s-Hertogenbosch, Leeghwaterlaan 8,
5223 BA ‘s-Hertogenbosch,
3.2.
bepaalt dat de zaak aldaar op de rol zal komen van
woensdag 31 maart 2021voor beraad zaaksrechter.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2021. [1]

Voetnoten

1.type: JvdH