Op 17 maart 2021 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in de civiele zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Casamosa B.V. en een gedaagde, vertegenwoordigd door respectievelijk de advocaten mr. R.H.G.M. Kerckhoffs en mr. H.A.J. Stollenwerck. De procedure is gestart met een dagvaarding en diverse producties. Tijdens de rolzitting op 10 maart 2021 heeft de rolrechter bepaald dat er op deze datum vonnis zou worden gewezen.
De rechtbank heeft echter vastgesteld dat een familielid van de gedaagde als medewerkster verbonden is aan de Rechtbank Limburg. Om elke schijn van partijdigheid te vermijden, heeft de rechtbank besloten de zaak te verwijzen naar de Rechtbank Oost-Brabant, locatie 's-Hertogenbosch, op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie. Dit beleid is bedoeld om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen.
De rechtbank heeft in het vonnis bepaald dat de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, wordt verwezen naar de Rechtbank Oost-Brabant, waar partijen op de hoogte zullen worden gesteld van de verdere procedure. De zaak zal daar op de rol komen voor beraad van de zaaksrechter op woensdag 31 maart 2021. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.R. Sijmonsma op de datum van de uitspraak.