Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf en/of de maatregel
first offenderop het gebied van mensensmokkel is.
,zoals de verdachte, uit van een gevangenisstraf van drie maanden per gesmokkelde. De rechtbank neemt in mensensmokkelzaken ook doorgaans drie maanden gevangenisstraf per gesmokkelde als uitgangspunt. De rechtbank ziet in dit geval reden om ten voordele van de verdachte van dit uitgangspunt af te wijken. Er zijn namelijk geen aanwijzingen dat de verdachte betaald werd om de personen te vervoeren, dat er gehandeld werd in een professioneel en/of georganiseerd verband en/of dat de gesmokkelden zich onder mensonterende omstandigheden, geheel afhankelijk van de smokkelaar, bevonden. Dit vormt voor de rechtbank reden om een lagere straf op te leggen dan zij gebruikelijk oplegt in dit soort zaken. Alles afwegend, vindt de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.3 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;