In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 11 maart 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Agapè Zorg B.V. en de gemeente Maastricht. Agapè Zorg had zich ingeschreven voor een aanbesteding voor zorgverlening onder de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet, maar haar inschrijving werd als te laat beschouwd. De gemeente Maastricht stelde dat de inschrijving van Agapè Zorg op 21 december 2020, na de deadline van 16 december 2020, niet in behandeling kon worden genomen. Agapè Zorg voerde aan dat de termijnoverschrijding in dit geval onaanvaardbaar was, gezien de omstandigheden waaronder de inschrijving te laat was ingediend. De voorzieningenrechter oordeelde dat het beroep van de gemeente op de termijnoverschrijding niet onaanvaardbaar was en dat er geen sprake was van een processueel ondeelbare rechtsverhouding, ondanks dat slechts één gemeente was gedagvaard. De rechter verwierp de vorderingen van Agapè Zorg en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van termijnen in aanbestedingsprocedures en de rol van de gemeente als penvoerder in een samenwerkingsverband.