4.2.Afwijken van het bestemmingsplan kan worden toegestaan als wordt voldaan aan in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsregels. Voorts is afwijken mogelijk in een aantal bij wet bepaalde situaties, de zogenoemde ‘kruimelgevallen’. Tot slot is afwijken mogelijk als de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. In al deze gevallen mag de activiteit niet in strijd zijn met een goede ruimtelijke ordening.Het bestuursorgaan heeft bovendien beleidsruimte bij de beslissing om een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van een bestemmingsplan.
5. De aanvraag van eiser heeft betrekking op het perceel [adres] in [woonplaats] . Voor die locatie geldt het bestemmingsplan ‘Heer - Scharn’. De relevante bepalingen van dit bestemmingsplan zullen hierna bij de beoordeling van de beroepsgronden worden besproken.
6. De rechtbank zal indachtig het hiervoor geschetste wettelijke kader en met inachtneming van de beroepsgronden de volgende vragen beantwoorden:
- is voor het bouwen van de balustrades een omgevingsvergunning vereist?
- als een vergunning is vereist, heeft verweerder de omgevingsvergunning voor het realiseren van de twee dakterrassen met balustrades dan mogen weigeren?
- heeft verweerder de omgevingsvergunning voorde dakopbouw mogen weigeren?
Is voor het bouwen van de balustrades een omgevingsvergunning vereist?
7. Artikel 2, aanhef en onder 9, van bijlage II bij het Bor bepaalt dat geen omgevingsvergunning is vereist voor het bouwen van een afscheiding tussen balkons of dakterrassen. In dit geval grenzen aan de beoogde dakterrassen van eiser geen andere dakterrassen. De dakterrassen zijn als het ware ‘vrijstaand’. De balustrades rondom het beoogde dakterras vormen dan ook geen afscheiding tussen dakterrassen. Voor het bouwen van de balustrades is een omgevingsvergunning vereist.
Heeft verweerder de omgevingsvergunning voor het realiseren van de twee dakterrassen met balustrades mogen weigeren?
8. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de twee dakterrassen in beginsel vergund kunnen worden, als de op grond van het Bouwbesluit 2012 vereiste valbescherming (in dit geval in de vorm van balustrades) vergunbaar is.
9. De balustrades zijn door verweerder terecht aangemerkt als bouwwerk, geen gebouw zijnde. Artikel 17.2.7 van de bestemmingplanregels bevat de bouwregels voor bouwwerken, geen gebouw zijnde. Daarin is onder meer bepaald dat de bouwhoogte niet meer dan 4 meter mag bedragen.