Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 100,89
- griffierecht 236,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de eisende partij, vertegenwoordigd door gemachtigde G.H.W. Puts van Zuyd Incasso, betaling van een bedrag van € 8.730,95 van de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor de levering en plaatsing van 23 zonnepanelen, die op 10 mei 2019 zijn geplaatst. De gedaagde partij heeft de factuur van € 7.744,00 niet betaald en stelt dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder de voorwaarde van een duurzaamheidslening van de provincie, die niet is verstrekt. De gedaagde partij heeft een betalingsregeling voorgesteld, maar deze is niet nagekomen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en dat de zonnepanelen zijn geplaatst. De gedaagde partij heeft erkend dat hij de vordering niet betwist, maar stelt dat hij is misleid over de financiering. De rechter oordeelt dat de gedaagde partij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn verweer en dat de eisende partij niet verantwoordelijk is voor de niet-verstrekking van de lening. De rechter wijst de vordering van de eisende partij toe, inclusief de gevorderde incassokosten en rente, en veroordeelt de gedaagde partij in de proceskosten.
Het vonnis is uitgesproken op 10 maart 2021 door mr. H.H. Dethmers en is uitvoerbaar bij voorraad. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten, en het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.