3.1.De bewindvoerder verzoekt:
primair
voor recht te verklaren dat [naam onderbewindgestelde] wegens een dringende reden op 1 januari 2020 ontslag op staande voet heeft genomen en aan verzoeker een billijke vergoeding toe te kennen die U.E.A. kantonrechter in goede justitie vaststelt wegens verwijtbaar handelen en slecht werkgeverschap door [verweerder] ;
verlof te verlenen om aan de tenuitvoerlegging van deze beschikking en/of aan de reeds gewezen vonnissen van 6 april en 15 oktober 2020 het dwangmiddel van lijfsdwang te verbinden en [verweerder] in gijzeling te doen nemen voor een termijn van zes maanden ter verkrijging van de toegewezen billijke vergoeding en achterstallige en/of toekomstige loonbetalingen;
[verweerder] te veroordelen in de proces- en de nakosten,
subsidiair
4. de arbeidsovereenkomst per direct te ontbinden;
5. [verweerder] te veroordelen tot betaling van € 37.422,00 netto loon;
6. [verweerder] te veroordelen tot betaling van € 24.948,00 netto billijke vergoeding,
7. verlof te verlenen om aan de tenuitvoerlegging van deze beschikking en/of aan de reeds gewezen vonnissen van 6 april en 15 oktober 2020 het dwangmiddel van lijfsdwang te verbinden en [verweerder] in gijzeling te doen nemen voor een termijn van zes maanden ter verkrijging van de toegewezen billijke vergoeding en achterstallige en/of toekomstige loonbetalingen;
8. [verweerder] te veroordelen in de proceskosten;
meer subsidiair
9. een beslissing in goede justitie te nemen,
10. verlof te verlenen om aan de tenuitvoerlegging van deze beschikking en/of aan de reeds gewezen vonnissen van 6 april en 15 oktober 2020 het dwangmiddel van lijfsdwang te verbinden en [verweerder] in gijzeling te doen nemen voor een termijn van zes maanden.