Uitspraak
RECHTbANK Limburg
1.Onderzoek van de zaak
2.De vordering van de officier van justitie
3.De beoordeling
verduistering, meermalen gepleegd, gepleegd in de periode van 12 augustus 2016 tot en met 21 maart 2018.
naar de rechtbank begrijpt: payment service providers, financiële tussenpersonen [4] ) waar geld naar wordt overgemaakt vanaf de bankrekening van [naam benadeelde] .
naar de rechtbank begrijpt: Trustly Group) in dit kader vond plaats op 21 juli 2017. De laatste af-/overschrijving vond plaats op 21 maart 2018.
de rechtbank komt na telling uit op: € 47.037,09) af-/overgeschreven naar bankrekeningen van PSP’s in (vermoedelijk) het kader van online gokken.
€ 47.037,09. Dit is het totaalbedrag van de bedragen die telkens door [verdachte] vanaf de bankrekening van [naam benadeelde] zijn overgemaakt naar de verschillende PSP’s.
47.037,09.
4.Het wettelijke voorschrift
5.De beslissing
- stelt het bedrag, waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
- legt [verdachte] de verplichting op tot
gijzelingdie met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op
540 dagen.