ECLI:NL:RBLIM:2021:1909

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 februari 2021
Publicatiedatum
4 maart 2021
Zaaknummer
03/039593-20, 01/047104-18, 03/659116-18 (tul)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van medeplegen van afpersing, gekwalificeerde diefstal en bezit van hennep

Op 19 februari 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1999, die werd bijgestaan door mr. S.H. Peute. De zaak betrof de tenlastelegging van medeplegen van afpersing, gekwalificeerde diefstal en het bezit van hennep. De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen onder bedreiging van geweld afnemen van sleutels, een telefoon, een bankpas en een pincode van het slachtoffer. Daarnaast werd haar verweten dat zij betrokken was bij de diefstal van een geldbedrag van het slachtoffer door middel van een valse sleutel en dat zij opzettelijk hennep in haar bezit had.

Tijdens de zitting op 5 februari 2021 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de feiten, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft de bewijsvoering zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de verdachte op de hoogte was van de gepleegde feiten of dat zij een wezenlijke bijdrage had geleverd aan de misdrijven. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat zij betrokken was bij de afpersing, diefstal of het bezit van hennep.

De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er een verzoek tot schadevergoeding was ingediend door het slachtoffer, maar deze was niet correct ingediend. De vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere veroordelingen werden afgewezen, aangezien de verdachte van de huidige feiten werd vrijgesproken. Het vonnis werd uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. A.M. Koster-van der Linden als voorzitter.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03/039593-20
Parketnummers : 01/047104-18 en 03/659116-18 (tul)
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 19 februari 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. S.H. Peute, advocaat kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 05 februari 2021. De verdachte en haar raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De (gewijzigde) tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:samen met een of meer anderen met geweld of door bedreiging met geweld sleutels, een telefoon, een bankpas en een pincode van [slachtoffer] heeft gestolen dan wel hem met geweld of door bedreiging met geweld heeft gedwongen tot afgifte hiervan
(primair),dan wel dat zij medeplichtig hieraan is geweest
(subsidiair);
Feit 2:samen met een of meer anderen een hoeveelheid geld van [slachtoffer] heeft weggenomen door middel van een valse sleutel
(primair), dan wel dat zij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair);
Feit 3:samen met een of meer anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad 102,6 gram hennep;

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
Inzake feit 1 heeft de officier van justitie primair gevorderd dat het medeplegen van afpersing bewezen zal worden verklaard. Het slachtoffer is hierbij gedwongen tot afgifte door bedreiging met geweld en niet door het plegen van geweld. Hiervoor heeft zij partieel vrijspraak verzocht. Subsidiair heeft de officier van justitie gevorderd dat medeplichtigheid aan afpersing bewezen zal worden verklaard.
Inzake feit 2 heeft de officier van justitie gevorderd dat diefstal in vereniging door middel van valse sleutels bewezen zal worden verklaard. Subsidiair heeft de officier van justitie gevorderd dat medeplichtigheid aan diefstal door middel van een valse sleutel bewezen zal worden verklaard.
Inzake feit 3 heeft de officier van justitie gevorderd verdachte vrij te spreken nu niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de drugs.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, overeenkomstig de overgelegde schriftelijke pleitnota, bepleit dat de rechtbank verdachte integraal zal vrijspreken.
Inzake feit 1 en 2 heeft de verdediging daartoe aangevoerd dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het oogmerk had op wederrechtelijke toe-eigening, wederrechtelijke bevoordeling of bedreiging met geweld, dan wel op het medeplegen daarvan.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat sprake is geweest van medeplegen in de zin van een nauwe en bewuste samenwerking, nu geen sprake is geweest van een intensieve, gezamenlijke uitvoering. Voorts kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte enige wetenschap had van hetgeen zich in de woning heeft afgespeeld of van de herkomst van het geld. Subsidiair heeft de verdediging ten aanzien van feit 2 aangevoerd dat op basis van het dossier niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte willens en wetens het geld van de rekening van aangever naar haar eigen rekening heeft laten overmaken, terwijl zij wist dat aangever hiervoor geen toestemming had gegeven. De eventuele wetenschap van verdachte dat het geld dat op haar rekening werd gestort afkomstig was van aangever, levert bovendien geen ‘wezenlijk bijdrage’ op die de kwalificatie van medeplegen kan dragen.
De verdediging heeft zich daarnaast op het standpunt gesteld dat gelet op het vorenstaande niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte medeplichtig is geweest aan de ten laste gelegde feiten. De verdediging heeft aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat zij de woning ter beschikking heeft gesteld, dan wel dat zij aangever naar de woning heeft laten komen met het opzet dat de feiten gepleegd zouden gaan worden.
Inzake feit 3 heeft de verdediging aangevoerd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat de hennep in het bezit van verdachte is geweest, nu de hennep zich niet in de machtssfeer van verdachte bevond.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1 en 2
Aan de verdachte is onder feit 1 en 2 ten laste gelegd dat zij zich als medepleger, dan wel als medeplichtige, schuldig zou hebben gemaakt aan diefstal met geweld dan wel afpersing van [slachtoffer] en diefstal van een hoeveelheid geld toebehorende aan [slachtoffer] door middel van zijn pinpas.
Aangever heeft verklaard dat hij op 13 juni 2019 door medeverdachte [medeverdachte 1] werd gebeld met het verzoek naar een woning in Blerick te komen. In de woning waren medeverdachte [medeverdachte 1] en twee andere personen aanwezig. Een van de personen werd later door aangever herkend als zijnde verdachte. Onder bedreiging van geweld moest aangever zijn pinpas, telefoon en sleutels aan medeverdachte [medeverdachte 1] afstaan. Tevens gaf hij onder bedreiging de pincode van zijn telefoon en bankpas. Aangever heeft verklaard dat hij hoorde dat de vrouw die aanwezig was in de woning op zijn snorfiets geld van zijn bankrekening is gaan pinnen. Aangever heeft verklaard dat hij meerdere malen heeft verzocht om de woning te verlaten. Dat werd hem echter niet toegestaan. Hij werd continu in de gaten gehouden en kon de woning niet verlaten. Aangever heeft zijn bankpas niet teruggekregen.
Uit het rekeningoverzicht van [slachtoffer] van ING over de periode van 20 mei 2019 tot en met 20 augustus 2019 blijkt dat op 13 juni 2019 een bedrag van € 3.450,00 is overgeboekt naar de rekening van verdachte. Diezelfde dag wordt er ook een bedrag van € 1.000,00 opgenomen van de rekening van [slachtoffer] .
Verdachte heeft verklaard dat zij in de woning aanwezig was. Zij heeft verklaard dat medeverdachte [medeverdachte 1] vroeg of hij geld op haar rekening mocht zetten en dat zij haar bankpas aan medeverdachte [medeverdachte 1] heeft gegeven.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij via de telefoon van aangever geld heeft overgeboekt naar de bankrekening van verdachte.
Verdachte heeft verklaard dat zij in de keuken van de woning was, maar dat zij geen bedreigingen of iets dergelijks heeft gehoord. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte in een andere kamer was en ook aangever heeft verklaard dat hij zag dat verdachte zich niet met de afpersing bemoeide en dat hij later ook niet wist waar verdachte zich in de woning bevond. De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat op basis van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen niet kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap heeft gehad van (en opzet had op) hetgeen zich in de woning heeft afgespeeld. Ook blijkt niet van een wezenlijke bijdrage van de verdachte aan het plegen van de feiten. Het dossier biedt dus onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte wetenschap had van de bedreiging met geweld en of dat zij wetenschap had van het onvrijwillige karakter van de overboeking van het geld naar haar rekening. Hierdoor biedt het dossier ook onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat verdachte medeplichtig is geweest aan de ten laste gelegde feiten door de woning ter beschikking te stellen. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van de onder feit 1 primair en subsidiair en feit 2 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten.
Vrijspraak feit 3
Met de officier van justitie en de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat voorts niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte opzettelijk 102,6 gram hennep aanwezig heeft gehad nu niet vast staat dat zij wetenschap had van de aanwezigheid van de hennep in de brievenbus. De rechtbank zal haar hiervan dan ook vrijspreken.

4.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De rechtbank heeft vastgesteld dat zich in het dossier een verzoek tot schadevergoeding bevindt van het slachtoffer [slachtoffer] ten aanzien van de feiten 1 en 2. De vordering is echter niet volledig ingevuld en ook is de vordering niet ondertekend en niet van een datum voorzien. Het slachtoffer [slachtoffer] is derhalve formeel niet als benadeelde partij gevoegd in deze strafzaak. De rechtbank is daarom van oordeel dat de vordering van slachtoffer [slachtoffer] als niet ingediend moet worden beschouwd.

5.Het beslag

De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen hennep en zak vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer.

6.De vorderingen tot tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 7 juni 2018 van de politierechter van de rechtbank te Oost-Brabant met parketnummer 01-047104-18 is de verdachte veroordeeld, voor zover relevant, tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 25 september 2018.
Bij vonnis van 5 september 2019 van de politierechter van deze rechtbank met parketnummer 03-659116-18 is de verdachte veroordeeld, voor zover relevant, tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De proeftijd is ingegaan op 20 september 2019.
Nu verdachte van de ten laste gelegde feiten zal worden vrijgesproken, dienen de vorderingen tot tenuitvoerlegging te worden afgewezen.

7.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het ten laste gelegde.
Beslag
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 102,6 gram hennep;
  • 1 STK zak;
Beslissing op de vorderingen tot tenuitvoerlegging
  • wijstde vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 01-047104-18
    af;
  • wijstde vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 03-659116-18
    af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Koster-van der Linden, voorzitter, mr. M.B. Bax en mr. R.J.M.G. Rulkens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H.C. van den Munckhof, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 19 februari 2021.
Buiten staat
Mr. Bax is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging tenlastelegging, ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1 primair:
zij op of omstreeks 13 juni 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, sleutels en/of een telefoon en/of een bankpas en/of een pincode, in elke geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen deze [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s):
- voornoemde [slachtoffer] naar een woning heeft/hebben laten komen en/of
- voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen in die woning te blijven en/of
- voornoemde [slachtoffer] een mes heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of
- daarbij voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd dat ze hem zijn vingers en tong er af zouden knippen of snijden en/of
- daarbij een mes op/tegen de tong van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gelegd en/of
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Luister, wij hebben gehoord dat jij veel geld hebt. Inleveren!", en/of "Geef je pinpas of ik sla je kapot", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
en/of
zij op of omstreeks 13 juni 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van sleutels en/of een telefoon en/of een bankpas en/of een pincode, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer] en/of aan een derde toebehoorde,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s):
- voornoemde [slachtoffer] naar een woning heeft/hebben laten komen en/of
- voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen in die woning te blijven en/of
- voornoemde [slachtoffer] een mes heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of
- daarbij voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd dat ze hem zijn vingers en tong er af zouden knippen of snijden en/of
- daarbij een mes op/tegen de tong van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gelegd en/of
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Luister, wij hebben gehoord dat jij veel geld hebt. Inleveren!", en/of "Geef je pinpas of ik sla je kapot", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
T.a.v. feit 1 subsidiair:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 13 juni 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
sleutels en/of een telefoon en/of een bankpas en/of een pincode, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] ,
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] :
- voornoemde [slachtoffer] naar een woning heeft/hebben laten komen en/of
- voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen in die woning te blijven en/of
- voornoemde [slachtoffer] een mes heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of
- daarbij voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd dat ze hem zijn vingers en tong er af zouden knippen of snijden en/of
- daarbij een mes op/tegen de tong van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gelegd en/of
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Luister, wij hebben gehoord dat jij veel geld hebt. Inleveren!", en/of "Geef je pinpas of ik sla je kapot", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 juni 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door haar woning ter beschikking te stellen en/of die [slachtoffer] naar haar woning toe te laten komen;
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] op of omstreeks 13 juni 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van sleutels en/of een telefoon en/of een bankpas en/of een pincode, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of aan verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s):
- voornoemde [slachtoffer] naar een woning heeft/hebben laten komen en/of
- voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gedwongen in die woning te blijven en/of
- voornoemde [slachtoffer] een mes heeft/hebben getoond en/of voorgehouden en/of
- daarbij voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd dat ze hem zijn vingers en tong er af zouden knippen of snijden en/of
- daarbij een mes op/tegen de tong van voornoemde [slachtoffer] heeft/hebben gelegd en/of
- voornoemde [slachtoffer] de woorden heeft/hebben toegevoegd: "Luister, wij hebben gehoord dat jij veel geld hebt. Inleveren!", en/of "Geef je pinpas of ik sla je kapot", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 13 juni 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door haar woning ter beschikking te stellen en/of die [slachtoffer] naar haar woning toe te laten komen;
T.a.v. feit 2:
zij in of omstreeks de periode van 13 juni 2019 tot en met 13 augustus 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas en de bijbehorende pincode en/of een bankrekening, in elk geval (een) sleutel(s), tot het gebruik waarvan zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
subsidiair, althans indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] in de periode van 13 juni 2019 tot en met 13 augustus 2019 te Blerick, in elk geval in de gemeente Venlo, althans in Nederland, een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] heeft weggenomen met het oogmerk het zich wederrechtelijk toe te eigenen, door middel van een valse sleutel (te weten bankpas / pincode / bankrekening) tot het gebruik waarvan die [medeverdachte 1] niet gerechtigd was, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in de periode van 13 juni 2019 tot en met 13 augustus 2019, te Blerick, in elk geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door het ter beschikking stellen van haar bankpas en/of bankrekening;
T.a.v. feit 3:
zij op of omstreeks 12 februari 2020 in de gemeente Venlo, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 102,6 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;