Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van Intrum.
2.Het geschil
[e-mailadres]en hij gebruikt nooit, en zeker niet abuis de naam [naam] , de naam die in de overeenkomst is opgenomen. De post voor het adres [adres 1] komt aan in een brievenbus buiten het terrein en wordt geleegd door de gebruiker van de bedrijfsloods. Hij ontkent kennis te hebben genomen van de ingebrachte poststukken en de dagvaarding. Verder is het door Intrum overgelegde bestelproces indicatief en was hij niet op de hoogte van enige vordering van Intrum. Intrum heeft, buiten een aanmelding, geen verder bewijs van het bestaan van de overeenkomst geleverd. De vordering dient daarom te worden afgewezen met veroordeling van Intrum in de proces- en nakosten, aldus [gedaagde] .