ECLI:NL:RBLIM:2021:1676
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in vuurwapenbezitzaak na onvoldoende bewijs van beschikkingsmacht
Op 25 februari 2021 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren op 29 mei 1984. De verdachte was beschuldigd van het voorhanden hebben van een semi-automatisch pistool. Tijdens de zitting op 11 februari 2021 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn gemachtigde raadsman was wel aanwezig. De officier van justitie stelde dat de verdachte het wapen had vastgehouden, wat werd ondersteund door DNA-sporen op het wapen. De verdediging betwistte dit en stelde dat de verdachte het wapen slechts had vastgepakt om de schutter te ontwapenen en het daarna had weggegooid.
De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat niet bewezen kon worden dat de verdachte daadwerkelijk beschikkingsmacht over het wapen had. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte, dat hij het wapen had vastgepakt in een panieksituatie, niet zo onaannemelijk was dat deze verworpen moest worden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte het wapen maar kort had vastgehouden en direct afstand ervan had genomen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit.
Daarnaast werd bepaald dat, voor zover de inbeslaggenomen voorwerpen nog niet waren teruggegeven, dit alsnog diende te geschieden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare zitting.