In deze zaak heeft de gemeente Venray een verzoek ingediend op basis van artikel 26 van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) om de notariële akte van 22 juli 2020, die een hypotheekrecht op bepaalde percelen vestigt, nietig te verklaren. De gemeente stelt dat deze hypotheekakte de kennelijke strekking heeft om het voorkeursrecht dat zij op de percelen heeft gevestigd te omzeilen. De rechtbank oordeelt dat de hypotheekconstructie de betrokken partijen in staat stelt om het voorkeursrecht van de gemeente te omzeilen, vooral als de schuldenaar, Camping De Kooy B.V., haar betalingsverplichtingen niet nakomt. Dit kan leiden tot executie van het hypotheekrecht, waardoor een derde eigenaar van de percelen kan worden zonder dat deze eerst aan de gemeente zijn aangeboden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de hypotheekakte de mogelijkheid biedt voor de hypotheekhouder om de percelen onderhands te verkopen, wat in strijd is met de verplichting om de percelen eerst aan de gemeente aan te bieden. De rechtbank concludeert dat de rechtshandeling die door de verweerders is verricht, inderdaad is gedaan met de kennelijke strekking om afbreuk te doen aan het voorkeursrecht van de gemeente. Daarom wordt de hypotheekakte vernietigd en worden de verweerders veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 1.742,00.
De beslissing van de rechtbank is op 4 februari 2021 gegeven door mr. R. Kluin en ondertekend door mr. A.H.M.J.F. Piëtte. De rechtbank verklaart de notariële akte van 22 juli 2020 nietig en veroordeelt de verweerders in de kosten van de procedure.