Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
3.[gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5],
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 6 november 2019;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 oktober 2020.
2.De feiten
Het onderzoek heeft betrekking op het bedrijfspand gelegen aan de [adres] te [plaats 2] . Het betrof een asbestinventarisatie van (in)direct waarneembare asbesttoepassingen zonder destructief onderzoek.”
“Bron 1 asbestcement golfplaten
De geïnspecteerde ruimte of oppervlakte is gesaneerd conform opgegeven werkplan (LAVS-ASBEST-0169686) en inventarisatierapport (17-1594).
3.Het geschil
T.a.v. van [gedaagden sub 1 en 2]
onder geen beding kan de asbestverontreiniging in de garage worden toegeschreven aan de asbestsanering van maart 2018 gelet op de aard en omvang van de asbestverontreiniging en de onvolledigheid en ongeldigheid van de onderliggende onderzoeken en dito rapportages.”
4.De beoordeling
Inleiding
De geïnspecteerde ruimte of oppervlakte is gesaneerd conform opgegeven werkplan (LAVS-ASBEST-0169686) en inventarisatierapport (17-1594).” en “
De locatie/ruimte voldoet aan de gestelde criteria uit de NEN 2990 en dient daarom te worden beschouwd als IN ORDE. De locatie/ruimte voldoet aan de criteria uit de NEN 2990 en kan daarom zonder de in de NEN 2990 genoemde beschermde middelen worden betreden.” Daaruit lijkt te volgen dat KIWA alleen het dak heeft onderzocht en niet het bedrijfspand van binnen.
- de heer [eiseres] op 19 maart 2018 in het pand tijdens, of vlak na de werkzaamheden door BAZ van het dak neer dwarrelend stof heeft opgevangen in een potje, dat heeft afgegeven aan BGG die de inhoud van dat potje heeft laten onderzoeken door Stella Labs, en dat uit onderzoek bleek dat het monster een hoge concentratie niet-hechtgebonden asbest bevatte;
- door of namens [eiseres] vóór maart 2018 in het pand geen werkzaamheden aan asbesthoudende zaken zijn verricht;
- de heer [eiseres] tijdens de uitgevoerde saneringswerkzaamheden niet het pand heeft betreden (nr. 47 conclusie van antwoord [gedaagden sub 3, 4 en 5] ).
- Heeft het feit dat bewezen is dat de heer [eiseres] tijdens, dan wel vlak na de werkzaamheden van BAZ op 19 maart 2018 asbeststof, of asbesthoudend stof heeft opgevangen invloed op de inhoud van het rapport dat op 21 maart 2018 door KIWA is opgesteld?
- Ziet het rapport van KIWA enkel op de beoordeling van de werkzaamheden op en aan het dak, dan wel ook op de daaronder gelegen ruimten?
- Wat is het oordeel van KIWA over het rapport van [naam] ?
- Is het mogelijk dat asbest dat is aangetroffen volgens het rapport van GBB van 2 april 2018 mede afkomstig is van de door BAZ op 19 maart 2018 uitgevoerde werkzaamheden?
5.De beslissing
- de heer [eiseres] op 19 maart 2018 in het pand tijdens, of vlak na de werkzaamheden door BAZ van het dak neer dwarrelend stof heeft opgevangen in een potje, dat heeft afgegeven aan BGG die de inhoud van dat potje heeft laten onderzoeken door Stella Labs, en dat uit onderzoek bleek dat het monster een hoge concentratie niet-hechtgebonden asbest bevatte;
- door of namens [eiseres] vóór maart 2018 in het pand geen (sloop)werkzaamheden waarbij asbesthoudend materiaal is betrokken zijn verricht;
- de heer [eiseres] tijdens de uitgevoerde tweede saneringswerkzaamheden niet het pand heeft betreden.