In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 februari 2021 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die kampt met autisme en ADHD. De minderjarige was thuis niet meer te handhaven door extreme woedeaanvallen, wat leidde tot een situatie waarin zij zichzelf en anderen in gevaar bracht. De kinderrechter heeft eerder op 3 februari 2021 een spoedmachtiging verleend voor een periode van twee weken, in afwachting van een zitting met de belanghebbenden. Tijdens de zitting op 10 februari 2021 zijn de minderjarige, de ouders en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI) gehoord. De ouders hebben aangegeven dat zij zich inzetten voor de minderjarige, maar ook dat zij uitgeput zijn door de situatie. De GI heeft benadrukt dat de minderjarige hulp nodig heeft en dat er onderzocht moet worden wat haar agressieve gedrag veroorzaakt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor uithuisplaatsing aanwezig zijn, gezien het zorgwekkende gedrag van de minderjarige en de noodzaak om haar opvoeding en verzorging veilig te stellen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van drie maanden, tot 3 mei 2021, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.