ECLI:NL:RBLIM:2021:1315

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
16 februari 2021
Zaaknummer
C/03/284731 / HA ZA 20-564
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en toepasselijkheid algemene voorwaarden in civiele procedure

Op 10 februari 2021 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een vonnis gewezen in een bevoegdheidsincident tussen NL Security B.V. en LBB Solutions B.V. NL Security, eiseres in het verzet, had verzet ingesteld tegen een eerder verstekvonnis dat op 30 september 2020 was gewezen, waarbij de vordering van LBB Solutions tegen NL Security was toegewezen. NL Security stelde dat de rechtbank zich relatief onbevoegd moest verklaren, omdat volgens artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) de rechter van de woonplaats van de oorspronkelijk gedaagde bevoegd is. NL Security betwistte de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van LBB Solutions, omdat de overeenkomst mondeling tot stand zou zijn gekomen.

De rechtbank oordeelde dat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden kan worden aangenomen indien deze door de gebruiker zijn voorgesteld en door de wederpartij zijn aanvaard. De rechtbank concludeerde dat LBB Solutions NL Security in een eerder telefoongesprek en via een e-mailbericht op de hoogte had gesteld van de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden. Aangezien NL Security niet had aangetoond dat zij deze voorwaarden had verworpen, oordeelde de rechtbank dat NL Security aan de algemene voorwaarden gebonden was.

De rechtbank wees de incidentele vordering van NL Security af en veroordeelde haar in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van LBB Solutions tot op heden waren begroot op € 563,00. De zaak zal op 24 februari 2021 weer op de rol komen voor opgave van verhinderdata door partijen voor een te gelasten mondelinge behandeling in de periode van juni tot en met december 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/284731 / HA ZA 20-564
Vonnis in incident bij vervroeging van 10 februari 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NL SECURITY B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Den Haag,
eiseres in het verzet,
(oorspronkelijk gedaagde in de hoofdzaak)
eiseres in het bevoegdheidsincident,
advocaat mr. P.H. Mahieu,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LBB SOLUTIONS B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Stein,
gedaagde in het verzet,
(oorspronkelijk eiseres in de hoofdzaak),
verweerster in het bevoegdheidsincident,
advocaat mr. S.L. Smits-Emons.
Partijen zullen hierna NL Security en LBB Solutions genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de verzetdagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring met producties 1 t/m 4,
  • de incidentele conclusie van antwoord met productie 11.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
De feiten
1.3.
LBB Solutions heeft bij exploot van dagvaarding van 18 augustus 2020 een vordering ingesteld tegen NL Security bij deze rechtbank.
1.4.
Omdat NL Security niet in deze procedure is verschenen is tegen haar verstek verleend.
1.5.
Op 30 september 2020 heeft deze rechtbank verstekvonnis gewezen en de vordering tegen NL Security toegewezen.
1.6.
NL Security heeft bij verzetdagvaarding van 2 november 2020 verzet ingesteld tegen voornoemd vonnis alsmede een bevoegdheidsincident opgeworpen.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
NL Security vordert dat de rechtbank zich relatief onbevoegd verklaart, nu op grond van art. 99 Rv de rechter van de woonplaats van de (oorspronkelijk) gedaagde bevoegd is van de vordering kennis te nemen. In onderhavig geval zou dat de Rechtbank Den Haag zijn. LBB Solutions heeft de dagvaarding op grond van art. 23 van haar algemene voorwaarden evenwel aangebracht bij de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht.
NL Security stelt dat er geen algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing zijn, omdat de overeenkomst mondeling tot stand gekomen is, hetgeen door LBB Solutions betwist wordt.
2.2.
Bij de beantwoording van de vraag of de algemene voorwaarden van toepassing zijn, dienen de maatstaven te worden aangelegd die in het algemeen gelden bij de totstandkoming van overeenkomsten. De toepasselijkheid van algemene voorwaarden kan aldus worden aangenomen indien zij door de gebruiker is voorgesteld en door de wederpartij is aanvaard, waaronder begrepen het geval dat de wederpartij het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt met de toepasselijkheid in te stemmen. Deze aanvaarding of schijn van aanvaarding kan ook uit een stilzwijgen van de wederpartij worden afgeleid. Hierbij is het niet noodzakelijk dat de wederpartij de inhoud van de algemene voorwaarden kent. Voldoende is dat voor of bij het sluiten van de overeenkomst naar de algemene voorwaarden wordt verwezen.
2.3.
NL Security stelt in haar verzetdagvaarding dat de samenwerking tussen partijen dateert vanaf 1 april 2019.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat LBB Solutions, gelet op de inhoud van het
e-mailbericht van 22 maart 2019 (productie 11), getiteld “tarief beveiliging Lidl filialen”, de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden in een eerder tussen partijen gevoerd telefoongesprek heeft voorgesteld aan NL Security en deze algemene voorwaarden vervolgens ook aan haar heeft toegezonden. Het is niet gesteld of anderszins gebleken dat NL Security toepasselijkheid van die algemene voorwaarden, als reactie op het
e-mailbericht van 22 maart 2019, noch als reactie op de van LBB Solutions ontvangen facturen, waarin een verwijzing naar de algemene voorwaarden is opgenomen, van de hand heeft gewezen. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat NL Security bij LBB Solutions het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden in te stemmen. NL Security is daarmee dus aan de algemene voorwaarden gebonden.
2.5.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden afgewezen, omdat de aangevoerde gronden die vordering niet kunnen dragen.
2.6.
NL Security zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1.
wijst het gevorderde af,
3.2.
veroordeelt NL Security in de kosten van het incident, aan de zijde van LBB Solutions tot op heden begroot op € 563,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
24 februari 2021voor opgave verhinderdata door partijen voor een te gelasten mondelinge behandeling voor de periode juni tot en met december 2021.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH