Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
TVM VERZEKERINGEN,
TELE TEGELEN B.V.,
[naam 1] TRANSPORT B.V.,
[naam 2] INTERNATIONAAL TRANSPORT B.V.,
RANDBERG RENTAL B.V.,
[naam 3] TRANSPORT B.V.,
FLOWER CIRCLE B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 januari 2021, met producties,
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling toegezonden producties van TVM c.s.,
- de mondelinge behandeling op 28 januari 2021 met de pleitaantekeningen van TVM c.s..
2.De feiten
3.Het geschil
- hetgeen waartoe [eiser] is veroordeeld, is voldaan uit het bedrag waarvoor het beslag van het Openbaar Ministerie in het kader van de strafzaak doel heeft getroffen, te weten
- Amlin Corporate Insurance N.V. behoort niet mede te delen in de opbrengst, omdat zij is opgehouden te bestaan,
- als Amlin Corporate Insurance N.V., althans haar rechtsopvolger(s) wel tot de rechthebbenden beho(o)r(t)(en), dan is er door [eiser] nog een gering bedrag te betalen aan TVM c.s., waarbij hij bereid is op korte termijn tot betaling over te gaan,
- aan het voorgaande staat overigens ook in de weg dat de betekening van het arrest van
- voor zover de vordering vanTVM c.s. ziet op de wettelijke rente is deze verjaard,
- de door TVM c.s. gehanteerde verdeelsleutel is in strijd met de imputatieregel,
- TVM c.s. handelen is strijd met de redelijkheid en billijkheid door niet de wettelijke rangregeling (paritas creditorum, artikel 3:277 lid 1 BW) te volgen,
- er wordt onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld, omdat geen rekening wordt gehouden met zijn belangen,
- [eiser] verkeert in bewijsnood, omdat hij door TVM c.s. niet wordt geïnformeerd over de wijze van afhandeling van het executoriaal beslag,
- aan al het voorgaande staat tevens in de weg dat het Openbaar Ministerie het bedrag van
- er wordt misbruik gemaakt van het executoriaal beslag door dit niet op te heffen waardoor [eiser] schade lijdt,
- aan al het voorgaande staat in de weg dat de recente (over)betekening van het beslag niet heeft plaatsgevonden aan [eiser] in persoon, noch aan een adres waar hij staat ingeschreven.
4.De beoordeling
Betekening
‘s-Hertogenbosch in 2013 namens de rechtsvoorganger van MS Amlin Insurance SE niet op de juiste wijze zou hebben plaatsgevonden, omdat destijds een handelsnaam is gebruikt. Het gevolg daarvan zou zijn, zo begrijpt de voorzieningenrechter [eiser] , dat er geen vorderingsrecht van MS Amlin Insurance SE op [eiser] bestaat, althans dat de beslagen niet rechtsgeldig namens door haar rechtsvoorganger gelegd zijn. TVM c.s. hebben terecht naar voren gebracht dat dit verweer tegen de vordering van MS Amlin Insurance SE tardief is, omdat het pas ter kort gedingzitting naar voren is gebracht. Daarmee is het in strijd met de goede procesorde, omdat TVM c.s. zich daarop niet heeft kunnen voorbereiden. Ook overigens is de stelling van [eiser] inzake de beweerdelijk onjuiste betekening, die door TVM c.s. overigens betwist wordt, in het geheel niet onderbouwd. Aan die stelling kan in dit kort geding, waarin immers geen plaats is voor nadere bewijsvoering, alleen om die reden al niet het door [eiser] beoogde gevolg van het niet betrekken van die vordering in de afrekening worden verbonden.
15 november 2012 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch waarbij [eiser] de verplichting is opgelegd om de Staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel een bedrag van € 55.907,29 te betalen juridische of feitelijke misslagen bevat. Evenmin is gesteld dat het arrest van 24 december 2013 van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, waarbij [eiser] strafrechtelijk is veroordeeld tot betaling van diverse geldbedragen aan TVM c.s., die tezamen in de huidige procedure zijn gedagvaard, dergelijke juridische of feitelijke misslagen bevat. De vordering van TVM c.s., zoals die voortvloeit uit het arrest van
24 december 2013, staat daarom zonder meer vast. [eiser] stelt ook niet dat hij in een noodsituatie is komen te verkeren als gevolg van ná het genoemde arrest van 24 december 2013 ontstane feiten of omstandigheden. Zijn stellingen zijn zo ook niet te begrijpen.
Ook als ik nog €35.000,00 schuldig ben; dat betaal ik dan morgen.”, maar hij heeft geen enkele alternatieve zekerheid geboden. Niet valt in te zien dat TVM c.s. genoegen zouden moeten nemen met een dergelijke blote toezegging, terwijl onduidelijk is hoe groot het restitutierisico aan de zijde van [eiser] is.
€ 667.00 aan griffierecht en € 980,00 aan salaris advocaat, tezamen €1.647,00.