Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
Inleidende overwegingen
€ 406.000,00 +
€ 2.500,00
TPM Tradad, Bol en Troostwijkniet kunnen worden aangemerkt als betreffende kosten in de zin van artikel 50 Ow.
Rechtbank Limburg
In deze onteigeningszaak heeft de Rechtbank Limburg op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in de zaak tussen de gemeente Gennep en Noy Holding B.V. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen sprake is van exploitatieschade, omdat het verlies van uitbreidingsmogelijkheden niet het gevolg is van de onteigening, maar van een wijziging in het bestemmingsplan dat in 2009 onherroepelijk is geworden. De rechtbank heeft de schadeloosstelling voor de onteigening vastgesteld op € 538.500,00, waarvan € 298.000,00 reeds als voorschot is betaald. De gemeente is veroordeeld om het resterende bedrag van € 240.500,00 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de kosten van juridische en deskundige bijstand vastgesteld op € 120.000,00, en de kosten van de door de rechtbank benoemde deskundigen op € 54.996,26. De rechtbank heeft de gemeente ook veroordeeld tot betaling van deze kosten. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste toepassing van de Wet op de onteigening en de rol van deskundigen in het proces.