In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, uitgesproken op 1 december 2021, is de wijziging van de kinderalimentatie aan de orde. De man, die eerder verplicht was € 500,- per maand aan kinderalimentatie te betalen, verzoekt om deze bijdrage te verlagen naar € 175,- per maand, omdat hij stelt dat zijn financiële situatie is gewijzigd. De vrouw verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft de situatie van beide ouders beoordeeld, waarbij de draagkracht van de man en de vrouw is vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man een netto besteedbaar inkomen heeft van € 2.342,- per maand, wat leidt tot een draagkracht van € 447,- per maand. De vrouw heeft een netto besteedbaar inkomen van € 2.159,- per maand, met een draagkracht van € 358,- per maand. De rechtbank concludeert dat de man met ingang van 1 januari 2021 een kinderalimentatie van € 319,- per maand aan de vrouw moet betalen, wat een gedeeltelijke afwijzing van het verzoek van de man inhoudt. De rechtbank legt uit dat de alimentatie opnieuw kan worden berekend als de omstandigheden wijzigen, en dat de draagkracht van de man niet gelijk verdeeld kan worden over de kinderen, omdat er onvoldoende gegevens zijn over de kosten van de andere kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de alimentatie ook moet worden betaald als er hoger beroep wordt ingesteld. Beide partijen zijn verantwoordelijk voor hun eigen proceskosten.