In deze zaak vordert eiser schadevergoeding van gedaagde wegens onrechtmatig gelegde conservatoire beslag op zijn woning. Het beslag werd gelegd op 4 april 2008, en eiser stelt dat hij hierdoor schade heeft geleden tot een bedrag van € 244.541,27. De rechtbank heeft de procedure in eerste aanleg behandeld en de feiten vastgesteld, waaronder het verloop van de procedure en de relevante documenten. Eiser heeft zijn schadeposten onderbouwd, maar gedaagde betwist de schade en stelt dat er geen goedgekeurde hypotheek was. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn vorderingen. De rechtbank concludeert dat er geen causaal verband is tussen het beslag en de gestelde schade, en dat eiser niet alle relevante stukken heeft bewaard. De vordering van eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.