Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
[gedaagde sub 2],
in zijn hoedanigheid van vennoot van gedaagde sub 1 en
[gedaagde sub 3],
6.De procedure
- het tussenvonnis van 25 maart 2020,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 27 november 2020,
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 28 juli 2021,
- de conclusie na (contra-)enquête van [eisers] , met producties 14-19,
- de antwoordconclusie na enquêtes van [gedaagden] , met productie 6,
- de akte van [eisers] , met productie 20.
7.De verdere beoordeling
De rechtbank heeft [eisers] daarop toegelaten te bewijzen dat [gedaagde sub 2] [eisers] er niet op heeft gewezen dat bij de inbedrijfstelling van de vloerverwarming een stookprotocol in acht moest worden genomen en wat dat protocol inhield.
7.2. [eisers] hebben daarna in enquête vier getuigen doen horen, te weten: [eiser sub 1] (eiser sub 1), [eiseres sub 2] (eiseres sub 2), [vader van eiser sub 1] (vader van eiser sub 1) en [bekende van eiser sub 1] (bekende van eiser sub 1).
‘(…) De aanleg van de verwarming is als volgt gegaan. Ik heb zelf het materiaal gehaald en vervolgens hebben wij de verwarming aangelegd, samen met [gedaagde sub 2] en nog een oom van mij, genaamd [oom eiser sub 1] , die verwarmingsmonteur is. Ik heb wat hand en span diensten verricht. De verwarming is aangelegd met hulp van nog andere mensen, in elk geval [naam 1] , [bekende van eiser sub 1] en [naam 2] . Ik denk dat de aanleg van de verwarming een maand of vier heeft geduurd, zo ongeveer van april 2016 tot september 2016. Aangelegd hebben wij de buizen voor de vloerverwarming, de buizen voor de radiatoren en de verwarmingsketel. Eigenlijk alles dus. Toen de verwarming was aangelegd, hoefde hij niet meteen in bedrijf te worden gesteld, omdat de buitentemperatuur nog te hoog was. We hebben tijdens de aanleg van de verwarming nooit gesproken over de inwerkingstelling daarvan en ook niet hoe dat zou moeten. Toen het kouder werd in 2016, ik denk oktober, is [gedaagde sub 2] langsgekomen en hij heeft toen de verwarming in bedrijf gesteld. Hij heeft de stekker van de ketel ingestoken en water bijgevuld en dergelijke en hij heeft toen gecontroleerd of er lekkage was. Hij heeft dat gedaan in mijn bijzijn en mijn vader en [bekende van eiser sub 1] waren ook aanwezig bij die inbedrijfstelling. [gedaagde sub 2] heeft toen verder niets uitgelegd over de verdere gang van zaken en dus ook niet uitgelegd of iets gezegd over een stookprotocol. (…) Voor alle duidelijkheid zeg ik er nog even bij, dat [gedaagde sub 2] de verwarmingsbuizen al eerder hadden gevuld met water om zo vroeg tijdig mogelijk te controleren of er lekkage was’.
‘ [gedaagde sub 2] zou de verwarming van A tot Z aanleggen. (…) Ik ben er niet altijd bij geweest, maar ik denk dat de werkzaamheden aan de verwarming zijn begonnen in november 2015 en ongeveer een week of twee hebben geduurd. Ik ben niet aanwezig geweest bij de ingebruikstelling van de verwarming. Ik kan u, desgevraagd door mr. Keulers, wel zeggen dat ik [gedaagde sub 2] nooit heb horen spreken over een opstookprotocol en ik heb hem ook nooit iets horen zeggen over de geleidelijke opwarming van de vloerverwarming’.
‘(…) Eigenlijk meteen na mijn pensioen, ben ik mijn zoon gaan helpen (…). Ik heb daarbij onder andere geholpen met de aanleg van de verwarmingsbuizen. Dat (…) werk is gedaan onder leiding van [gedaagde sub 2] . (…) Ik weet nog dat de verwarming door [gedaagde sub 2] in werking is gesteld, maar ik weet echt niet meer wanneer. (…) [gedaagde sub 2] heeft toen dus de verwarming in werking gesteld en [gedaagde sub 2] en ik zijn toen het hele huis doorgelopen om alle leidingen te controleren. Alles was op dat moment in orde, waarmee ik bedoel dat de leidingen warm werden. Ik heb [gedaagde sub 2] verder niets horen vertellen over de verdere handelingen voor de inwerkingstelling en het woord stookprotocol heeft hij niet gebruikt’.
‘(…) Ik heb [eiser sub 1] in het verleden wel eens geholpen met klusjes. (…) ik weet zeker dat ik niet heb geholpen met de verwarming, want daarvan heb ik geen verstand. (…) Het huis van [eiser sub 1] staat in [woonplaats] . Ik liep af en toen bij de werkzaamheden in het huis wel eens kort het huis in. Ik heb daar de ook hier aanwezige [gedaagde sub 2] toen wel eens bezig gezien met de vloerverwarmingsbuizen in de winkel op de begane grond. Meer daarover kan ik niet vertellen. Ik kan u ook niets vertellen over de inwerkingsstelling van de verwarming, want daar was ik niet bij. Ik kan u wel zeggen dat ik [gedaagde sub 2] nooit iets heb horen zeggen over het geleidelijk opwarmen van de vloerverwarming en ik heb [gedaagde sub 2] ook nooit een woord horen gebruik(en) als stookprotocol’.
weten [gedaagde sub 2] (gedaagde sub 2).
‘Het verhoor vandaag gaat over het stookprotocol. De vraag is of ik [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] daar tijdig over heb ingelicht of niet. Ik kan vertellen dat ik dit laatste heb gedaan, er is door mij dus duidelijk en op tijd over het stookprotocol gesproken.
nietop heeft gewezen dat bij de inbedrijfstelling van de vloerverwarming een stookprotocol in acht moest worden genomen en wat dat protocol inhield.
‘we (…) tijdens de aanleg van de verwarming nooit (hebben) gesproken over de inwerkingstelling daarvan en ook niet hoe dat zou moeten’en dat [gedaagde sub 2] op een later moment is langsgekomen ‘
en (…) toen de verwarming in bedrijf (heeft) gesteld’, maar ook toen ‘
verder niets (heeft) uitgelegd over de verdere gang van zaken en dus ook niet uitgelegd of iets gezegd over een stookprotocol’bewijs op in het voordeel van [eisers]
‘ [gedaagde sub 2] (…) niets (heeft) horen vertellen over de verdere handelingen voor de inwerkingstelling en (dat [gedaagde sub 2] ) het woord stookprotocol (niet) heeft (…) gebruikt’.
‘niet altijd bij (de werkzaamheden aan de verwarming is) geweest’en dat zij ook
‘niet aanwezig (is) geweest bij de ingebruikstelling van de verwarming’.Ervan uitgaande dat het waar is wat zij heeft verklaard, sluit haar verklaring dat zij
‘ [gedaagde sub 2] nooit (…) (heeft) horen spreken over een opstookprotocol en (…) hem ook nooit iets (heeft) horen zeggen over de geleidelijke opwarming van de vloerverwarming’niet uit dat [gedaagde sub 2] hierover toch heeft gecommuniceerd met zijn vaste gesprekspartner, [eiser sub 1] , bijvoorbeeld bij de werkzaamheden aan de verwarming en/of bij de ingebruikstelling ervan.
Over (wat zij heeft gehoord over) de communicatie tussen [eiser sub 1] en [gedaagde sub 2] op die momenten heeft de getuige [eiseres sub 2] niet verklaard.
‘ [gedaagde sub 2] nooit iets (…) (heeft) horen zeggen over het geleidelijk opwarmen van de vloerverwarming’en dat hij
‘ [gedaagde sub 2] ook nooit een woord (heeft) horen gebruik(en) als stookprotocol’. Dit een en ander sluit, ervan uitgaande dat het waar is, niet uit dat [gedaagde sub 2] op een ander moment over de kwestie heeft gesproken met
[eiser sub 1] .
Dat is des te meer het geval, nu de getuige [bekende van eiser sub 1] uitdrukkelijk heeft verklaard dat hij niet heeft geholpen bij het aanleggen van de verwarming en dat hij bij de inwerkingstelling ervan niet aanwezig is geweest. In dit opzicht doet de verklaring ook af aan de betrouwbaarheid van de verklaring van de partijgetuige [eiser sub 1] , die juist heeft verklaard dat de verwarming is aangelegd met hulp van, onder meer, [bekende van eiser sub 1] en dat [gedaagde sub 2] de verwarming in werking heeft gesteld in het bijzijn van, onder meer, [bekende van eiser sub 1] .
[eisers] miskennen daarmee dat het niet aan [gedaagden] is om het bewijs te leveren van de juistheid van hun (niet-zelfstandige) verweer tegen de stellingen van [eisers] Ook als de verklaringen van de getuige [gedaagde sub 2] , onder meer over de oplevering in twee fasen en de houtkachel, onbetrouwbaar zouden zijn - wat niet vast staat - betekent dit niet dat daarmee méér bewijs bestaat voor de juistheid van de stellingen van [eisers]
Ook de bij de conclusie na (contra-)enquête door [eisers] overgelegde producties leveren geen (aanvullend) bewijs op in het voordeel van [eisers] De (eventuele) relevantie van de door [gedaagden] overgelegde productie 6 (en de reactie daarop van [eisers] ) kan verder in het midden blijven.
nietheeft verteld dat bij de inbedrijfstelling van de vloerverwarming een stookprotocol moest worden gevolgd en wat dat protocol inhield. Dit ‘niet-vertellen’ is een essentieel onderdeel van het verwijt dat [eisers] [gedaagden] hebben gemaakt. De juistheid van dat verwijt komt daardoor niet vast te staan, zodat de vordering van [eisers] zal worden afgewezen als zijnde ongegrond.
2.884,00(4 punten × tarief III, € 721,00)
8.De beslissing
29 december 2021.