Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlasteleggingen
(primair), dan wel dat hij geld van [benadeelde 10] heeft verduisterd
(subsidiair);
(primair), dan wel dat hij geld van [benadeelde 17] heeft verduisterd
(subsidiair);
(primair), dan wel dat hij geld van [benadeelde 18] heeft verduisterd
(subsidiair);
(primair), dan wel dat hij geld van [benadeelde 19] heeft verduisterd
(subsidiair);
(primair), dan wel dat hij geld van [benadeelde 20] heeft verduisterd
(subsidiair);
(primair), dan wel dat hij geld van [benadeelde 21] heeft verduisterd
(subsidiair).
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregelen
4ad informandum gevoegd feit, bestaande uit materiële schade. Deze vordering bestaat uit de posten benzinekosten à € 18,15 en deurwaarderskosten à € 131,-. De benadeelde partij heeft tevens verzocht het gevorderde bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en daarnaast de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
4ad informandum gevoegd feit veroorzaakte schade behelst en voldoende is onderbouwd. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen en het toe te wijzen bedrag vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening.
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het onder parketnummer 03/866068-18 onder 1, 2, en 3, het onder parketnummer 03/009005-17, het onder parketnummer 03/700090-18 onder 1, 2, 3 en 4 en het onder parketnummer 03/700128-18 onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 primair, 9 primair, 10 primair, 11, 12 primair en 13 primair tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van 367 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat aan het voorwaardelijke gedeelte van de straf de algemene voorwaarde wordt verbonden dat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd zich niet aan enig strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren;
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 9] af;
- veroordeelt de benadeelde partij in de door de verdachte in het kader van deze procedure gemaakte kosten en begroot deze op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 10] af;
- veroordeelt de benadeelde partij in de door de verdachte in het kader van deze procedure gemaakte kosten en begroot deze op nihil;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [Tankstation] toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[Tankstation],
van € 149,15,bij niet betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 8 oktober 2015 tot aan de dag van de volledige voldoening; - bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 7] gedeeltelijk toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
€ 503,-,bestaande uit € 58,- materiële schade en € 445,- immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
- wijst de vordering voor het overige af;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 7],
van € 503,-,bij niet betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 8] toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
,te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 8],
van € 50,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 20] toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde 20],
van € 65,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3] toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 3],
van € 25,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 5],
van € 163,92, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 3 dagen gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 6] toeen veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer,
[benadeelde 6],
van € 25,-, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 1 dag gijzeling, met dien verstande dat de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf