Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 september 2019 met producties 1A tot en met 21;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 25;
- de akte overlegging productie en bewijsaanbod van [gedaagden] met productie 26;
- de akte overlegging productie van [eisers] met productie 22;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 augustus 2020.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.4.1. Kok heeft een viertal vochtverschijnselen geconstateerd:
"Een waterdichte of waterkerende voorziening is in deze wand niet aangetroffen. Dit betekent dat neerslagwater eenvoudig in de wandconstructie kan dringen en waar dit vervolgens op de betonvloer terecht komt en zich via de dekvloer kan verspreiden."Voor zover Kok heeft bedoeld dat zakwater ook als oorzaak heeft te gelden voor de vochtproblemen in ruimte 1, volgt de rechtbank [gedaagden] in zijn stelling dat Kok pas in het definitieve rapport voor het eerst neerslagwater (zakwater) als oorzaak benoemt, zodat [gedaagden] niet meer in de gelegenheid is geweest daarop te reageren.
- binnendringend zakwater;
- binnendringend grondwater;
- inwatering ter plaatse van een buitentrap en/of hellingbaan;
- een verstopte draingoot;
- een ontbrekende waterkering onder een kozijn;
- een andere oorzaak?
5.De beslissing
16 december 2020voor