Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
wonend [adres] ,
[woonplaats 2] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 september 2020
- de aktes van uitlating van beide partijen.
2.De verdere beoordeling van het geschil
- een grote lekkage in de woning door een gat in het leidingwerk met schimmelvorming en stank tot gevolg
- een tafel met glazen blad in de woonkamer waarvan een stuk was afgebroken waardoor een scherpe rand aanwezig was
- de buitenvloer was op allerlei plaatsen gescheurd waarbij de gaten met andersoortig materiaal is getracht aan te vullen, terwijl sommige tegels scheef lagen, dit terwijl dezelfde vloer op de website door een ringetje te halen was
- een losliggende waterslang op de trap naar het zwembad waardoor er constant opgelet moest worden om niet te struikelen
- het bankstel binnen was doorgezakt
- de bank buiten was flink aangetast door gebruik en eveneens doorgezakt, hetgeen geprobeerd is provisorisch te verhelpen,
- in de koelkastdeur ontbrak een bak die bestemd is voor flessen en pakken waardoor bij het openen van de koelkastdeur een fles wijn omviel en de partner van [eiser] gewond raakte.
- loszittende leuning boven aan de trap naar het zwembad
- pannen waarvan de teflonlaag losliet
- snijplanken waarvan het plastic losliet of vol schimmel zaten
- stinkende, beschimmelde keukenkastjes
- een barbecuehoes die aan flarden lag
- een luxe buitenbed was bekleed met een soort vodje
- een slecht gekitte badkamer
- afwasrek in afwasmachine was verroest.
substantieelis verminderd. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien dat beschadigd keukengereedschap, een lelijke vloer buiten, een beschadigde tafel, een losliggende kabel, een indeling van de koelkast die niet prettig is en twee banken met een kuil (waarvan ook nog eens geldt dat de tuinbank voor driekwart gewoon in orde was en niet blijkt in hoeverre het zitgemak werd gehinderd als de kussens op het onderstel lagen), een gescheurde hoes rondom de barbecue en een gescheurd gordijn rondom het buitenbed leidt tot een substantiële vermindering van het huurgenot. Het zal vast en zeker niet prettig zijn geweest dat niet alles perfect was, alleen geven ergernissen en ongemak geen recht op huurprijsvermindering. Bovendien is een groot aantal van die hiervoor genoemde gebreken door [naam vertegenwoordigster] vrijwel direct na kennisgeving opgelost, zo blijkt uit de e‑mail van 15 september 2019 van [naam vertegenwoordigster] aan [gedaagden] : “De punten die wij kunnen aanpakken direct zijn; Het snoer vast zetten naar het zwembad, de glazenplaat van tafel beter veiliger maken zodat de scherpe rand niet meer door kindervingers aangeraakt kunnen worden, Nieuwe koekenpannen kopen. Schimmel bij douche weg halen en rand kitten zodat het water niet meer in de badkamer komt.” De door [gedaagden] bij antwoord overgelegde foto’s (stuk 2 en verder) tonen bovendien een ander beeld. Er is kortom onvoldoende onderbouwd dat sprake was van een substantiële vermindering van het huurgenot. Bovendien blijkt van in ieder geval een deel van de gebreken niet dat en wanneer behoorlijk kennis is gegeven en voor zover ze op 14 september 2019 zijn kenbaar gemaakt is het grotendeels binnen één of twee dagen opgelost. Dit alles rechtvaardigt geen huurprijsvermindering van 50% over de gehele verblijfsduur, zoals door [eiser] gevorderd.
€ 360,00(2 x tarief € 180,00)